“Het internaliseren van externaliteiten is de strategische kern van langetermijnwaardecreatie.” Hoogleraar André Nijhof beantwoordt negen prangende vragen over langetermijnwaardecreatie.
Volgens André Nijhof staat langetermijnwaardecreatie voor een manier van besturen waarbij de blik is gericht op toekomstige ontwikkelingen. Het gaat daarbij niet om het oprekken van de tijdshorizon met een of twee jaar. Het vertrekpunt is wezenlijk anders.
Nijhof: ‘Een bedrijf is van waarde als het ook in de toekomst met oplossingen komt die nuttig zijn voor de maatschappij. Als dat goed gebeurt, dan is er ook continuïteit van bedrijfsvoering. Het begint dus bij de vraag hoe je ook in de toekomst van waarde kunt blijven. Vervolgens leidt dat tot een strategie die nu moet worden ingevoerd. Backcasting dus, in plaats van forecasting.’ Negen vragen aan een gedreven hoogleraar.
Is het nog steeds lonend voor ondernemingen om niet aan langetermijnwaardecreatie te doen?
‘Ik heb de indruk dat veel bestuurders wat voorlopen op waar aandeelhouders aan toe zijn. Je ziet in de jaarverslagen van veel bedrijven dat ze nadrukkelijk bezig zijn met langetermijnwaardecreatie. Het mag wel ambitieuzer en duidelijker, maar we doen bestuurders echt tekort als we zeggen dat ze voornamelijk bezig zijn met kortetermijnwaardecreatie door bijvoorbeeld jaarlijkse winsttoename. Dat is gemiddeld genomen niet zo.’
Waar zitten de knelpunten?
‘Het is waardevol dat het besef van sturing op de langere termijn steeds breder wordt herkend en erkend. Vervolgens gaat het om de reacties op dat besef: zien we de grote vraagstukken – zoals klimaatverandering, sociale ongelijkheid en uitputting van grondstoffen – die we op langere termijn niet kunnen negeren? En vooral: zijn we bereid daar actie op te ondernemen?
Bij veel partijen, inclusief bestuurders, zie je helaas nog vaak de reflex dat zij zeggen wel te willen, maar dat zij vervolgens naar andere partijen wijzen die de zaak zogenaamd belemmeren. Dan gaat het bijvoorbeeld over wetgeving die averechts werkt of het feit dat klanten er nog niet om vragen. In plaats van het wijzen naar anderen is het voor bestuurders belangrijk om te beseffen dat het complexe vraagstukken zijn en dat zij zich moeten afvragen wat ze alvast kunnen doen, waar wél stappen kunnen worden gezet.
Als de wil bestaat kan een bedrijf binnen iedere sector ruimte creëren om bezig te zijn met langetermijnwaardecreatie, en dat tevens koppelen aan goede bedrijfsresultaten. De vraag is of men het aandurft. Het is lang niet altijd de meest eenvoudige route.’
Kunnen we ons veroorloven om niet in de lange termijn te investeren?
Nederland heeft opvallend veel duurzame bedrijven. In de Dow Jones Sustainability Index staan veel bedrijven met Nederlandse wortels of een zetel in Nederland. Hoe kan dat?
‘Misschien komt het doordat de overheid in Nederland jarenlang faciliterend bezig is geweest, maar niet als regisseur heeft opgetreden. De bedrijven zagen daardoor wel de urgentie en hebben daardoor met elkaar het heft in eigen hand genomen.
Door de aanwezigheid van bijvoorbeeld de Dutch Sustainable Growth Coalition en het hoofdkantoor van het Global Reporting Initiative wordt het debat voor een belangrijk deel gevoerd in Nederland. Via dat soort katalysatorfuncties merk je dat er in Nederland een gezonde voedingsbodem is. Dat leidt er ook toe dat onder burgers al langer aandacht bestaat voor dit soort thema’s.’