5 minuten leestijd 31 maart 2022

Is het masterplan voor de energietransitie eindelijk hier?

Door Bastiaan Kats

EY Nederland Associate Partner Real Estate & Environmental taxes

Integer. Vriendelijk. Empathisch. Trekt met collega’s ten strijde voor betere fiscale stimuleringsregelingen voor duurzame initiatieven.

5 minuten leestijd 31 maart 2022

De overstap van fossiele naar duurzame energie in Europa moet sneller worden gerealiseerd, maar eindeloos polderen op basis van onduidelijke prioriteiten lost het klimaatvraagstuk niet op.

In het kort:

  • Vanuit heel Europa klinkt de roep om de energietransitie te versnellen, maar hoe kan het dat de eensgezindheid onder energieproducenten, netbeheerders en politici niet al eerder heeft geleidt tot een klimaataanpak die alle betrokkenen het vertrouwen geeft om te gaan investeren in verduurzaming?
  • Het makkelijke antwoord is dat het energie- en klimaatvraagstuk buitengewoon complex is.
  • Het ongemakkelijke antwoord is dat de huidige aanpak tot nu toe weinig efficiënt en effectief was.

Vanuit heel Europa klinkt het pleidooi om versneld afscheid te nemen van de afhankelijkheid van Rusland. Begin maart presenteerde de Europese Commissie een plan om deze afhankelijkheid af te bouwen en de ontwikkeling van hernieuwbare energie aan te jagen. Meer dan ooit bestaat behoefte aan ambitieuze plannen van EU-landen. De vraag is echter hoe het kan dat de eensgezindheid onder energieproducenten, netbeheerders en politici in Nederland niet al eerder heeft geleid tot een klimaataanpak die alle betrokkenen het vertrouwen geeft om te gaan investeren in verduurzaming? Het makkelijke antwoord is dat het energie- en klimaatvraagstuk buitengewoon complex is. Het ongemakkelijke antwoord is dat de aanpak tot nu toe weinig efficiënt en effectief was.

Waarom zijn er nauwelijks fiscale incentives om bedrijven te ondersteunen bij het realiseren van hun duurzaamheidsambities?

Een lappendeken van duurzaamheidsprojecten

Vooropgesteld: er is absoluut geen gebrek aan concrete initiatieven voor vergroening. Er wordt bijvoorbeeld al volop geïnvesteerd in schone technologieën, duurzame mobiliteit en beperking van CO2-uitstoot. Niet alleen door overheidsinstellingen en netbeheerders, maar ook door industriële bedrijven, winkelketens, woningbouwcorporaties, noem maar op. Traditioneel overheerst in ons land daarbij de gedachte dat ‘de markt zijn werk moet kunnen doen’. Om dat marktmechanisme van smeerolie te voorzien, stelt de overheid onder strikte voorwaarden allerlei subsidies ter beschikking aan iedereen die groene projecten op wil starten. Steeds vaker zijn dat echter ook investeerders, die de subsidiepotten benutten om energieprojecten op te starten met het oogmerk daarmee snel rendement te behalen. Op zich is daar natuurlijk niets mis mee. Maar het effect is wel dat dit bijvoorbeeld leidt tot tal van windparken aan de randen van het land, waar de grond relatief goedkoop is. Zo ontstaat een versnipperde lappendeken van duurzaamheidsprojecten waarvan onduidelijk is wat het achterliggende masterplan is. Of, om het nog duidelijker te stellen, aan een dergelijk masterplan heeft het ontbroken.

In de praktijk komen de meeste grote energieverbruikers die hun ecologische footprint willen verkleinen, linksom of rechtsom tot de conclusie dat milieuvriendelijker produceren per definitie duurder is dan de bestaande, meer milieubelastende werkwijze.

De verkeerde fossiele prikkels

Voor partijen die met overheidsgelden rendement op hun vergroeningsinitiatieven behalen, is het ontbreken van zo’n plan wellicht nog niet zo’n bezwaar. Voor industriële bedrijven die, mede vanwege CO2-heffingen, hun uitstoot terug willen dringen is dat echter een ander verhaal. In de praktijk komen de meeste grote energieverbruikers die hun ecologische footprint willen verkleinen, linksom of rechtsom tot de conclusie dat milieuvriendelijker produceren per definitie duurder is dan de bestaande, meer milieubelastende werkwijze. Dat is (ook) het gevolg van achterhaalde vrijstellingen en verlaagde tarieven in het kader van concurrentie op energiebelastinggebied die het gebruik van fossiele brandstoffen stimuleren. De afgelopen jaren zien we bijvoorbeeld regelmatig dat bedrijven met hun duurzame businesscase, achteraf een rekening van de belastingdienst krijgen die ze niet hadden zien aankomen.

Dat overkwam ook een bierbrouwer en een producent van aardappelproducten toen zij een aantal jaar geleden gedeeltelijk van aardgas overstapten op biogas. Het afvalwater van deze producenten wordt in samenwerking met het waterschap waarin hun fabriek is gelegen omgezet in biogas en vervolgens teruggepompt. Hoewel in Nederland belastingvrijstellingen gelden voor bedrijven die op een duurzame manier energie produceren voor eigen gebruik, bleken deze producenten daarop geen aanspraak te kunnen maken. Vanwege de samenwerking met het waterschap was volgens de strikte interpretatie van de belastinginspecteur geen sprake van productie voor eigen gebruik. Opmerkelijk, want deze strikte interpretatie van en wetstoepassing door de belastingdienst zorgt ervoor dat veel mooie initiatieven die in lijn zijn met de huidige klimaatdoelstellingen er achteraf bekaaid vanaf komen.

Vanuit de overheid worden dus verkeerde fossiele prikkels gegeven, zo constateert en concludeert ook de Europese Commissie in haar plannen om de ‘energierichtlijn’ aan te passen. Waarom zijn er nauwelijks fiscale incentives om bedrijven te ondersteunen bij het realiseren van hun duurzaamheidsambities? Waarom is nog geen systeem van groene, fiscale facilitering in het leven geroepen? Als het aan de Europese Commissie ligt gaat dat de komende jaren veranderen. Zij zijn ervan overtuigd dat de belasting op energie daar een grote bijdrage aan kan leveren.

Het probleem van eindeloos polderen

Ondertussen ligt, zoals wel vaker het geval is, de sleutel al in handen van onze overheid. Die heeft echter mede vanwege de complexiteit van het energievraagstuk vooral een beroep gedaan op het bedrijfsleven en de maatschappij om actief mee te denken over oplossingen. Zo is de verantwoordelijkheid als het ware teruggelegd in de samenleving. Dat heeft geleid en leidt tot een eindeloos gepolder tussen allerlei partijen die niet noodzakelijkerwijs dezelfde belangen hebben. Ook voor veelbelovende initiatieven is het gevaar in dergelijke structuren levensgroot dat ze vastlopen omdat het niet lukt om een breed draagvlak te realiseren. Soms leidt dit zelfs tot gerechtelijke procedures waarvan de uitkomst ironisch genoeg niet zelden bevrijdend werkt, omdat er dan eindelijk eens knopen worden doorgehakt.

De energietransitie niet op zijn beloop laten

Wat het klimaatvraagstuk en de energietransitie in Nederland nu dan ook meer dan ooit nodig hebben is een overheid die op basis van een duidelijke visie knopen doorhakt. Een overheid die de aan haar gegeven verantwoordelijkheid neemt, concrete doelen stelt en aan de hand daarvan duidelijke keuzes maakt. Tegelijk mag de overheid van het bedrijfsleven natuurlijk ook eisen om ook zijn verantwoordelijkheid te nemen. Dat is echter een duidelijk ander spoor dan het voortdurend streven naar consensus. Sterker nog: met de hierboven beschreven aanpak zijn impopulaire maatregelen onontkoombaar. Als een bepaalde regio geschikt blijkt voor de opslag van CO2 zal dat naar verwachting niet tot enthousiasme bij omwonenden leiden. Maar wat is het alternatief? Wat de overheid moet doen is reguleren en normeren. De marsroute bepalen voorbij de grens van 2030, zonder gedurende de wedstrijd de spelregels te veranderen. Zo kunnen marktpartijen hun voorgenomen investeringen voorzien van een duidelijke businesscase. Want reken maar dat hun animo om in te stappen daardoor exponentieel zal groeien. Positieve bijkomstigheid: er is meer dan voldoende kapitaal beschikbaar om noodzakelijke investeringen te bekostigen.

Daarmee zijn we er echter nog niet

Een heldere, programmatische aanpak waarin de milestones expliciet worden benoemd, garandeert natuurlijk nog geen vlekkeloze uitvoering. Daarvoor is een functionaris nodig die idealiter over meerdere kabinetsperiodes als marktmeester kan fungeren. Iemand met gezag, die leiderschap toont en het mandaat heeft om noodzakelijke beslissingen te nemen. Die over de bevoegdheden beschikt om flexibel te reguleren en waar nodig maatwerk te bieden. Die in staat is om stroperige vergunningsprocedures fors te verkorten. Met de beëdiging van de eerste minister voor Klimaat en Energie in de Nederlandse geschiedenis op 10 januari zijn daarmee hopelijk de eerste stappen gezet. De zaak op zijn beloop laten, gaat ons op geen enkele manier verder helpen. Handelend optreden door de overheid en het bedrijfsleven is, zeker nu, geboden om vaart te maken met de energietransitie.

Samenvatting

Vanuit heel Europa klinkt de roep om afscheid te nemen van de afhankelijkheid van Rusland. Handelend optreden door de overheid en het bedrijfsleven is nu geboden om vaart te maken met de energietransitie. Het proces van klimaatverandering houdt geen halt op het moment dat wij maar blijven doorpolderen.

Over dit artikel

Door Bastiaan Kats

EY Nederland Associate Partner Real Estate & Environmental taxes

Integer. Vriendelijk. Empathisch. Trekt met collega’s ten strijde voor betere fiscale stimuleringsregelingen voor duurzame initiatieven.