De financiële sector zat niet aan tafel, maar heeft zich naderhand wel gecommitteerd aan de afspraken. Waarom die aanpak?
“De tafels waren sectoraal georganiseerd. Het financiële aspect loopt er eigenlijk dwars doorheen en speelt natuurlijk een essentiële rol. Het is geweldig dat de Taakgroep Financiering Nederlands Klimaatberaad onder leiding van Gerard van Olphen het voor elkaar heeft gekregen dat de financiële sector ook meedoet. Want met beleggingen en financieringen kan de financiële sector natuurlijk een flinke veranderprikkel in de goede richting afgeven. Als banken zich gaan terugtrekken uit de fossiele industrie, dan gebeurt er echt wat. En dat zo’n prikkel krachtig kan zijn blijkt wel uit het feit dat er voor 3.000 miljard euro aan belegd vermogen aan tafel zat.”
Wat verwacht u precies van de financiële sector?
“De sector heeft zelf besloten om klimaatdoelstellingen te stellen aan alle relevante financieringen en beleggingen. Ten eerste wil de financiële sector in 2020 een inventarisatie afronden van de CO₂-impact van de beleggingen. Ten tweede hebben ze zich gecommitteerd om in 2022 concrete plannen te hebben over hoe ze gaan bijdragen aan de vermindering van de uitstoot van CO₂.”
Het Klimaatakkoord is vooralsnog maar een papieren plan. De komende jaren moet gaan blijken hoeveel resultaten er daadwerkelijk worden geboekt. Hoe optimistisch bent u?
“Het begint altijd met papieren afspraken. Maar daarmee is het niet vrijblijvend. Van de ondertekenaars vragen we het volgende:
- Onderkennen dat het klimaatprobleem urgent is en bereid zijn dat actief uit te dragen
- Zich samen met de eigen achterban inzetten om 49 procent CO2-emissiereductie te realiseren
- Zich committeren aan de uitvoering van afspraken waarbij de organisatie betrokken is
Inmiddels heeft 80% van de betrokken partijen ook de daad bij het woord gevoegd. Bovendien gaan we natuurlijk ook de uitvoering monitoren. Het kabinet heeft mij benoemd tot voorzitter van het Voortgangsoverleg Klimaatakkoord dat precies die functie heeft. En jaarlijks voert het Planbureau voor de Leefomgeving een Klimaat- en Energieverkenning (KEV) uit om de voortgang van het klimaatbeleid in kaart te brengen. We moeten ons bij het monitoren blijven realiseren dat het om een langere termijn gaat en dus dat je in de monitoring niet alleen naar de korte termijn moet kijken. Het is een geleidelijk proces.”
Wat is uw perceptie van de ambities die de Nederlandse financiële sector laat zien op dit vlak?
“We staan er internationaal heel goed op. Onze financiële sector wordt echt gezien als een trendsetter in het omgaan met klimaatdoelen. En dat valt niet los te zien van de rol die De Nederlandsche Bank heeft. Recentelijk noemde president Klaas Knot het klimaatrisico de grootste bedreiging voor de stabiliteit van de financiële sector. Zo’n stevig statement vindt weerklank. En inmiddels heeft DNB ook stresstesten ontwikkeld voor klimaatrisico.”
Ook op Europees vlak worden er plannen gesmeed om de ambities aan te scherpen en met nieuwe wetgeving te komen. Verwacht u dat die wetgeving er doorheen komt?
“Met Frans Timmermans en Diederik Samsom heeft Europa een prachtig duo om dat voor elkaar te krijgen. De ambities zijn hoog. De oorspronkelijke doelstelling van Europa is een reductie van CO2-uitstoot met 40 procent in 2030. Frans Timmermans zet nu in op 55%. En met ons Nederlandse Klimaatakkoord gaan we uit van 49%. Ik juich het alleen maar toe als daar Europese wetgeving voor komt. Maar het zal spannend worden want met name vanuit Oost- Europese landen is er behoorlijk wat weerstand tegen.”