COVID-19 is een crisis die zijn weerga niet kent, maar het klimaat zou er wel eens garen bij kunnen spinnen. Er is momentum om de energietransitie een boost te geven. De overheid kan daarbij een stimulerende rol vervullen.
COVID-19 heeft ontegenzeggelijk impact op de energietransitie. De pandemie en de lockdown zorgden voor een tijdelijke verlaging van de CO2-uitstoot en, mede door de beperking van het vliegverkeer, beleefden wij in 2020 de zonnigste lente in tijden. Mensen doorbraken hun routines en leerden razendsnel thuiswerken. Dat vergaderen op afstand een prima alternatief is voor fysieke meetings, was voor velen niets minder dan een eyeopener.
De huidige coronacrisis biedt daarom een geweldige kans om de energietransitie te versnellen.
Twee vliegen in één klap
Er worden momenteel brede steunmaatregelen getroffen en herstelfondsen opgezet. Deze kunnen heel goed worden aangewend ten behoeve van de energietransitie. Daarmee sla je twee vliegen in één klap: versneld herstel van de economie door investeringen die tot werkgelegenheid leiden en versnelling van de transitie naar een schone energievoorziening in Nederland. Versnellen bekent in dit verband overigens niet het stapelen van nieuwe afspraken op het bestaande Klimaatakkoord. Het belangrijkste is nu om eerst maar eens het Klimaatakkoord uit te gaan voeren en wel zo snel mogelijk. Dit is ook wat de deelnemers aan het Energiedebat 2020* vrijwel unaniem onderschreven. Zij pleitten ook voor gerichte investeringen, en dan bij voorkeur groen.
Ook aan de steunmaatregelen die de regering voor bedrijven en instellingen in het leven heeft geroepen om in tijden van corona te kunnen overleven, zou een element van vergroening kunnen worden toegevoegd in de vorm van voorwaarden voor verduurzaming.
Gerichte stimulans
Een crisis zorgt er normaliter voor dat verouderde bedrijfsmodellen worden vervangen door innovatieve toekomstbestendige bedrijfsmodellen. Noodpakketten belemmeren deze creatieve destructie en zorgen ervoor dat bedrijven niet veranderen. De bestaande noodpakketten moesten snel komen en zijn hierdoor in eerste instantie niet met het oog op de energietransitie gemaakt. De wens om dit wel te doen of in dat kader voorwaarden te stellen wordt daarentegen steeds groter.
Natuurlijk zijn er ook uitdagingen. De lage energieprijs is een issue. Ook door de coronacrisis beperkt aanwezige middelen om te investeren in een CO2-vrije energievoorziening kunnen leiden tot vertraging. Daar is dan ook juist die gerichte stimulans van de economie én de energietransitie voor nodig. En niet door stick, maar vooral door het toepassen van de carrot. In crisistijd is het veel verstandiger om bedrijven stimuleringsmaatregelen te bieden, zoals subsidies. Het hanteren van de stick in de vorm van verbodsbepalingen kan het ongewenste effect hebben dat bedrijven met zodanig hoge lasten worden opgezadeld dat zij in hun voortbestaan worden bedreigd.
Faciliterende houding
Als het gaat om de vraag wie de regie moet nemen in de energietransitie wezen tijdens het hiervoor al genoemde Energiedebat veel vingers naar de overheid. Terecht wat mij betreft, maar wel met een kanttekening. De overheid moet een coördinerende rol op zich nemen, maar vooral ook de markt zijn werk laten doen. Als het bijvoorbeeld gaat om innovatie, dient te overheid niet de regie te nemen, maar zich een faciliterende houding aan te meten. Pas als de markt er zelf niet uitkomt, zou de overheid standaarden kunnen introduceren of nieuwe kaders stellen.
Momenteel lijkt de overheid bij ingrijpende keuzes enigszins te weifelen. Investeringen worden uitgesteld en dat maakt het voor bedrijven zeker niet eenvoudiger om grote, langetermijninvesteringsbeslissingen te nemen. Wellicht is het goed om maar eens gewoon knopen door te hakken en iets te gaan doen. Alles vooraf tot in de details bedenken lukt toch niet. Zorg er wel voor dat je als overheid bij je gemaakte keuzes blijft. Laat je niet van het pad brengen door een nieuw kabinet of nieuwe, modernistische zienswijzen.