Pakket Belastingplan 2025 aangenomen door Tweede Kamer

Alsnog wijzigingen in onder andere de giftenaftrek en de renteaftrek in de vennootschapsbelasting; mogelijk alternatief voor de btw-verhoging

Op 14 november heeft de Tweede Kamer de wetsvoorstellen uit het pakket Belastingplan 2025 aangenomen. Verschillende Tweede Kamerleden hadden wijzigingen (amendementen) voorgesteld. De meeste daarvan zijn bij de stemming verworpen, maar een aantal is aangenomen. Hieronder volgt een overzicht van de door de Tweede Kamer aangenomen wijzigingen.  

Particulieren
  • Met ingang van 1 januari 2028 wordt een uitbetaling van de algemene heffingskorting ingevoerd. De minstverdienende partner die is geboren op of na 1 januari 1963 en een laag inkomen heeft, krijgt dan mogelijk recht op gedeeltelijke uitbetaling van de algemene heffingskorting. Die regeling wordt aangepast om de kloof tussen één- en tweeverdieners te verkleinen.  
  • De box 3-vrijstelling voor groene beleggingen wordt vanaf 2025 verlaagd tot € 26.000 (€ 52.000 voor partners). In 2027 wordt de vrijstelling afgeschaft.
  • De heffingskorting voor groene beleggingen wordt vanaf 2025 verlaagd tot 0,1% en in 2027 afgeschaft.
  • Voor de giftenaftrek worden het maximale bedrag dat per jaar als periodieke giften in aanmerking kan worden genomen verhoogd van € 250.000 naar € 1.500.000.
  • In 2025 en 2026 vindt er geen indexatie (inflatiecorrectie) plaats van de maximale premiegrondslag voor het bepalen van de zogenoemde jaarruimte (bij een pensioentekort) en de aftoppingsgrens van het pensioengevend loon.
     
Werkgevers/werknemers
  • De werkkostenregeling wordt uitgebreid. De ruimte in de eerste schijf wordt met ingang van 1 januari 2025 verhoogd van 1.92% naar 2% en met ingang van 1 januari 2027 (structureel) naar 2,16%. Het idee daarachter is dat ondernemers met de uitbreiding van de vrije ruimte makkelijker (bijvoorbeeld) een gezonde lunch, sportabonnement of thuiswerkvergoeding aan kunnen bieden.
  • De S&O-afdrachtvermindering wordt verhoogd. De verhoging van de aftrekpercentages is vooral bedoeld om kleine investeringen en start-ups met innovatieve ideeën te stimuleren.
     
Aandeelhouders en ondernemingen
  • De faciliteiten van de bedrijfsopvolgingsregeling en de doorschuifregeling bij bedrijfsopvolging zijn straks alleen nog van toepassing op gewone (reguliere) aandelen waarbij de erflater of schenker, al dan niet tezamen met zijn partner, een belang in de vennootschap heeft van ten minste 5% van het totale geplaatste kapitaal. Deze maatregel zou aanvankelijk per 1 januari 2026 ingaan, maar dat wordt nu een nog nader vast te stellen datum.
  • Ondernemers die investeren in bedrijfsmiddelen die zijn aangewezen als bedrijfsmiddelen die in het belang zijn van de bescherming van het Nederlandse milieu (milieubedrijfsmiddel), kunnen gebruik maken van de willekeurige afschrijving op milieu-bedrijfsmiddelen (Vamil) en de milieu-investeringsaftrek (MIA). De budgetten voor die regelingen worden vanaf 2025 verlaagd.
  • De generieke renteaftrekbeperking in de vennootschapsbelasting kent twee drempels. De eerste drempel is 20% van de gecorrigeerde winst. Die drempel zou aanvankelijk worden verhoogd tot 25% van de gecorrigeerde winst, maar wordt nu 24,5%.
  • Aanvankelijk zou een antifragmentatiemaatregel worden ingevoerd. Die maatregel moest voorkomen dat vastgoedbeleggers zich zouden “opknippen” om zo meerdere malen gebruik te kunnen maken van de renteaftrekdrempel van € 1 miljoen. Die maatregel is echter geschrapt en wordt dus niet ingevoerd.
  • Anders dan aanvankelijk was voorgesteld, blijft de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting in stand.
     
Milieu
  • Eerder is besloten om de LPG-G3 kortingsregeling in de motorrijtuigenbelasting per 1 januari 2026 af te schaffen. Dat wordt teruggedraaid. Dat betekent dat de specifieke brandstoftoeslag behouden blijft voor personenauto’s waarbij in het kentekenregister de brandstofsoort CNG, LNG of de brandstofsoort LPG met de typeaanduiding af-fabriek-, G3- of R115-installatie is opgenomen.
  • Vanaf 2026 wordt er in de energiebelasting een apart tarief opgenomen voor waterstof. Maar er is nog niet vastgesteld wat dit tarief na 2030 zal zijn. Onduidelijkheid over het tarief na 2030 maakt de businesscase voor waterstof onzeker omdat investeringen in het waterstofdomein een lange horizon kennen. Daarom wordt geregeld dat de tarieven in de energiebelasting voor waterstof voor na 2030 zo snel mogelijk worden vastgesteld.
  • De salderingsregeling voor huishoudens met zonnepanelen wordt per 1 januari 2027 afgeschaft, maar wel met een overgangsregeling tot 2030. Bij dit wetsvoorstel zijn nog een aantal wijzigingen aangenomen. Zo moet er nadat de salderingsregeling is afgebouwd ook direct worden gestopt met het in rekening brengen van de terugleverkosten.
     
BES-eilanden
  • Enkele elementen uit de eerder voorgestelde maatregelen die samenhangen met de koppeling tussen het wettelijk minimumloon en de belastingvrije som, worden met minstens een jaar uitgesteld.
  • Aan inhoudingsplichtigen en werknemers wordt meer tijd gegeven om aan de nieuwe identificatieplicht te voldoen. De huidige inwerkingsdatum staat op 1 januari 2025. Dat wordt opgeschoven naar 1 april 2025.
     

Het pakket Belastingplan 2025 ligt nu bij de Eerste Kamer. Een knelpunt in de Eerste Kamer is de btw-verhoging op cultuur, media en sport per 1 januari 2026. Dat is ook bij de behandeling in de Tweede Kamer aan de orde gekomen. De minister van Financiën heeft met verschillende partijen in de Tweede Kamer afgesproken dat in het voorjaar van 2025 wordt gekeken naar alternatieven voor de btw-verhoging. De minister stelde daarbij wel als voorwaarde dat een alternatieve dekking wordt gevonden voor de € 1,2 miljard die het kost om de btw-verhoging te laten vervallen. Vooralsnog lijkt het erop dat hiermee ook een meerderheid in de Eerste Kamer achter de plannen staat.


Schrijf u hier in voor onze fiscale nieuwsbrief

Blijf altijd up-to-date over fiscale ontwikkelingen: schrijf u hier in voor een van onze Tax nieuwsbrieven.