Door de opkomst van de digitale economie zijn veel bestaande manieren voor het innen van omzet- of inkomstenbelasting achterhaald. Maar hoewel technologie aan de basis ligt van deze groeiende belastingkloof, die de financiering van publieke diensten door overheden bemoeilijkt, biedt deze ook de oplossingen.
Van oudsher worden belastingstelsels gebruikt om de verkoop van goederen of diensten te belasten op het verkooppunt, en de inkomsten van bedrijven of particulieren op de plaats waar deze worden gerealiseerd. Maar door de online verkoop van goederen en diensten is het niet meer zo duidelijk waar de grenzen liggen.
Groepen in de publieke sector vrezen bovendien dat sommige digitale bedrijven de mobiliteit en het immateriële karakter van digitale platforms en producten zullen aangrijpen om belasting te ontwijken door middel van grondslaguitholling en winstverschuiving (base erosion and profit shifting, BEPS).
“Er is in veel gevallen een mismatch tussen innovatie en belastingheffing”, stelt Jeff Saviano, Tax Innovation Leader Americas bij EY. “Er vinden grote veranderingen plaats in de manier waarop nationale overheden bedrijven belasten en de mate van transparantie die overheden – en de burgers die ze beschermen – eisen.”
Om een voorbeeld te geven: een Braziliaanse consument kan online voordelige producten kopen die vanuit een ander land worden verzonden. Dat is tegenwoordig heel gewoon. Maar:
- Wordt het juiste btw-bedrag in rekening gebracht en geïnd door de buitenlandse online verkoper, of wordt er geen btw betaald?
- Hoe kunnen binnenlandse belastinginstanties greep houden op de verschuldigde btw?
- Betalen buitenlandse online verkopers inkomsten- of ander belastingen in Brazilië, ook al zijn ze misschien niet fysiek in het land aanwezig?
Wezenlijke veranderingen
Door de stroperigheid van het belastingbeleid kunnen traditionele bedrijven onbedoeld worden benadeeld en nieuwe partijen worden beloond. Verkopers met een fysieke winkel kunnen bijvoorbeeld aanvoeren dat online concurrenten een oneerlijk voordeel hebben omdat die zich kunnen vestigen in een jurisdictie met de gunstigste belastingtarieven, en zo vermogens- en andere belastingen in hun eigen land kunnen ontlopen.
De deeleconomie leidt ook tot een groot aantal nieuwe transacties zonder duidelijk belastingmodel. Neem bijvoorbeeld de horecasector: van oudsher heffen veel steden belasting op hotelovernachtingen. Nu proberen sommige steden, zoals Amsterdam en Parijs, mensen te belasten die hun logeerkamer aan toeristen verhuren.
De traditionele definities van dienstverband, die de basis vormen voor de heffing van loonbelasting en sociale premies, staan onder druk door de 'jobeconomie' waarbij internetplatforms worden gebruikt om freelancers in contact te brengen met dienstverleners.
BEPS en de toekomst van belastingen
In 2012 riep de G20 de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) op om na te denken over mogelijke hervormingen van het wereldwijde belastingsysteem om BEPS aan te pakken. In haar BEPS-rapport van oktober 2015 adviseerde de organisatie overheden formeel om maatregelen te nemen met betrekking tot belastingheffing en de digitale economie. Aanbevolen opties waren onder meer:
- Aanpassen van de regels inzake gecontroleerde buitenlandse vennootschappen
- Aanpassen van de richtlijnen voor verrekenprijzen
- Kiezen van een striktere definitie van een 'vaste inrichting' (een belastbare aanwezigheid)
- Instellen van indirecte belastingen voor bepaalde digitale transacties