De lange tijdshorizon van een familiebedrijf
Philippe: “De fusie voltrok zich zonder ontslagen en de introductie van de derde generatie stelde onze medewerkers gerust. Als het op beslissingen en investeringen aankomt, biedt een familiebedrijf toch een andere tijdshorizon dan een puur financieel gedreven of beursgenoteerde onderneming.”
Bernard: “En dat is niet onbelangrijk in een industrie die weliswaar gezond is, maar lange terugverdienperiodes kent op haar investeringen. Wij hebben geen schrik om te investeren in een koelhuis dat zich pas over tien jaar terugbetaalt, want wat is nu tien jaar als je over generaties heen denkt?”
Versneld professionaliseren
Philippe: “Verdere professionalisering was nodig voor ons bedrijf dat op het punt stond een miljard euro omzet te genereren dankzij de overname van het Amerikaanse VLM Foods en diens ananasverwerkende dochterbedrijf La Paz. Dit jaar zal onze omzet trouwens afklokken op om en bij 1,1 miljard euro. Een bedrijf van die omvang heeft een heel ander organisatie- en aansturingsmodel nodig dan een kmo. De fusie was een goed excuus om er versneld werk van te maken. De professionalisering is overigens nog altijd bezig.”
Onderscheidend vermogen: sustainability
De fusie, de professionalisering en de verbreding zijn drie zaken waar Bernard en Philippe trots op zijn. Maar er is nog een vierde punt dat hun bedrijf echt onderscheidt.
Bernard: “In onze mature markt levert iedereen zichtbare kwaliteit. Wij willen echter ook de onzichtbare kwailiteitsaspecten verbeteren: gezonde producten verbouwen met een minimale impact op het milieu. Dat is een fantastische, en tegelijk zeer complexe ambitie. Want hoe pak je zoiets aan als je met bijna honderd verschillende teelten en vierduizend landbouwers werkt, in negen landen en vijf talen? Ardo heeft deze ambitie vertaald naar een heel eenvoudige en meetbare parameter: tegen 2020 moeten niet alleen onze bio- maar ook onze klassieke groenten residuvrij zijn. Ze mogen met andere woorden geen sporen meer bevatten van meststoffen en pesticiden.
Om daar te geraken moeten we kritisch nadenken over teeltrotatie, resistente en tolerante variëteiten, bemesting, pesticidegebruik, enz. En bijvoorbeeld ook gewassen alleen telen in de regio en het seizoen waarin ze thuishoren. Want zo ontwikkel je sterke condities voor de plant en hoef je minder bij te sturen met bemesting en pesticiden.”
Philipppe: “Met ons programma ‘Mimosa’ – Minimum Impact & Maximum Output Sustainable Agriculture – willen we een verschil maken. Ironisch genoeg vermelden grootwarenhuizen niet graag het label ‘residuvrij’ op de verpakking van bepaalde producten, want dat betekent dat de rest van hun gamma wel sporen van pesticiden bevat. Maar bij klanten zoals babyvoedingsproducenten creëert het wel veel vertrouwen.”
Bernard: “Ardo heeft een marktaandeel van 35% in biogroenten. Met de kennis die we in dit segment verworven hebben, begeleiden we landbouwers bij de omschakeling naar biologische teelt en helpen we mee de markt voor bio verder te ontwikkelen. Momenteel is 5% van alle Europese groenten en fruit biologisch maar de productie groeit met 10% per jaar. Voorlopig levert de bioteelt nog maar 80% opbrengst op van de conventionele teelt. Maar over minder dan tien jaar zal de bioteelt evenveel opbrengen als de conventionele teelt nu.”