En dat zijn dan zeven maatregelen die voor EY wereldwijd gelden?
Rudi Braes: “Absoluut. En wanneer we die punten overlopen, ontwaar je daar een belangrijke rode draad in. Enerzijds zijn er de engagementen die wijzelf als bedrijf aangaan. Ingrepen die tot resultaten moeten leiden en dat ook doen. Maar als je werkelijk impact wil hebben, is meer nodig. En dus profileren we ons met deze ambitie naar zowel onze leveranciers als onze cliënten toe. We vragen hen verdere inspanningen te leveren en staan hen daar ook in bij. Ook onze cliënten staan voor een grootste transformatie-oefening, wat bij vele onder hen toch voor de nodige verwarring zorgt, ook al is het besef vaak aanwezig. Hier bieden wij begeleiding aan. Net als bij de finalisten voor de prijs van Onderneming van het Jaar® overigens. Daarnaast werken wij ook voor overheden, wat een manier is om onze know how op het vlak van duurzaamheid ook daar toegang te laten krijgen.”
Think global, act local. Op welke manier worden deze maatregelen op een Belgisch niveau in de praktijk omgezet?
Patrick Rottiers: “We zijn gaan segmenteren en hebben ons de vraag gesteld op welke componenten van onze activiteiten kan ingezet worden en welke doelen kunnen we bereiken. De grootste CO2-uitstoot realiseerden we door business travel. Het is dan ook logisch dat net dit een belangrijk werkpunt werd. De wereldwijde pandemie heeft haar invloed gehad op dit vlak, maar we grepen het moment aan om enkele belangrijke lijnen uit te zetten voor wat erna zou komen. Het is geen overdrijving te stellen dat we als EY een echte Teams-policy ontwikkeld hebben. De regel is simpel: duurt een meeting niet langer dan één dag, dan zal die sowieso via Teams en dus zonder verplaatsing moeten georganiseerd worden.”
Rudi Braes: “We zijn pionier op het vlak van elektrisch rijden, en daar bouwen we verder op voort. Reeds tien jaar geleden voorzagen we in enkele elektrische voertuigen die ingezet konden worden voor klantenbezoeken. Inmiddels is een belangrijk hoofdstuk in de vergroening van ons wagenpark aangesneden. Nieuwe mensen krijgen sowieso een hybride bedrijfswagen, voor zover ze niet helemaal afstand doen van de wagen, wat steeds vaker het geval is. De regel voor wie een nieuwe wagen bestelt is duidelijk: er kan gekozen worden tussen hybride of full electric. En om die verandering te ondersteunen hebben we enkele aantrekkelijke stimuli, zoals het plaatsen van een laadpaal bij de medewerker thuis. Op onze kosten natuurlijk.”
Patrick Rottiers: “En laten we ook ons gewoon elektriciteitsverbruik niet over het hoofd zien. Ook op dat vlak werden duidelijke stappen gezet. Het gebouw in Diegem is inmiddels achttien jaar oud, wat begint te wegen, ook – en vooral - op energetisch vlak. In 2023 verhuizen we naar de andere kant van de snelweg en zullen we een fonkelnieuw en vooral energie-neutraal kantoorgebouw betrekken, 'The Wings' genaamd. In samenwerking met de globale organisatie herbekeken we ook al onze elektriciteitscontracten met als doel die in groene richting bij te sturen.”
In hoeverre krijgen jullie die duizenden medewerkers mensen mee in dit verhaal?
Rudi Braes: “Het grootste misverstand dat kan ontstaan is dat dit engagement en alle maatregelen die eruit voorvloeien top down genomen worden. Het tegendeel is waar. Deze ambitie wordt breed gedragen. Sterker nog: je merkt dat het allemaal zelf wat gepusht wordt door de jongere generaties.”
Patrick Rottiers: “Wat me erg aangenaam verrast is dat onze medewerkers een erg actieve rol spelen in het reflectiewerk rond welke ingrepen mogelijk zijn. Het levert op het vlak van corporate social responsibility een vruchtbare interactie op. En dat levert beslissingen op die gaan van het gebruiken van een koffietas in plaats van een wegwerpbeker, tot het drastisch verminderen van ons papierverbruik. We zijn trots op het feit dat we al onze printing activiteiten met zomaar even 90% hebben doen krimpen.”
U had het net over jongere medewerkers, zoals EY er heel wat in dienst heeft. Een troef om de ambities inzake sustainability waar te maken?
Rudi Braes: “Zonder meer! Op EMEIA-vlak is de gemiddelde leeftijd binnen onze groep van 125.000 medewerkers 28 jaar. In België zit dit rond de 32 jaar. Dit is een talentengroep met heel wat competenties. Een organisatie als de onze moet zekerheid en vertrouwen uitstralen. Wie op onze diensten beroep doet, weet dat hij of zij op een kwalitatieve manier geholpen zal worden. Maar we doen ook meer, wat direct aansluit bij de jeugdigheid van onze medewerkers: we dragen bij tot de vorming van de leiders van morgen. Dit kan binnen of buiten onze organisatie zijn. Want ook wie EY verlaat, neemt de kennisoverdracht die hier plaatsvond mee met zich. Weet u, ik vind dit een erg interessante generatie. Jonge mensen die niet enkel begaan zijn met hun eigen toekomst, maar met die van de hele samenleving en planeet.”