Aanscherping generieke renteaftrekbeperking voor vastgoedlichamen wordt komende periode nader uitgewerkt
De staatssecretaris van Financiën heeft recentelijk Kamervragen beantwoord over het buiten toepassing laten van de drempel in de generieke renteaftrekbeperking (earningsstrippingmaatregel) in de vennootschapsbelasting bij vastgoedlichamen met (aan derden) verhuurd vastgoed. De vragen gaan over deze aanpassing en meer specifiek over de mogelijke negatieve impact op het midden- en kleinbedrijf. De staatssecretaris geeft aan dat de maatregel de komende periode nader wordt uitgewerkt en dat de effecten van de maatregel afhankelijk zijn van de precieze vormgeving.
Earningsstrippingmaatregel
De earningsstrippingmaatregel is een algemene renteaftrekbeperking in de vennootschapsbelasting. De maatregel beperkt de aftrekbaarheid van het verschil tussen de rentelasten en de rentebaten van geldleningen (saldo aan renten) bij het bepalen van de winst. Het saldo komt niet in aftrek voor zover dat meer bedraagt dan het hoogste van 20% van EBITDA of € 1.000.000.
Aanscherping
In de Voorjaarsnota 2023 is aangekondigd per 1 januari 2025 de drempel voor de toepassing van de earningsstrippingmaatregel buiten toepassing te laten bij vastgoedlichamen met (aan derden) verhuurd vastgoed. Het is de bedoeling dat de maatregel wordt opgenomen in het Belastingplan 2025.
Het doel van de maatregel is om tegen te gaan dat vastgoedinvesteringen en de bijbehorende financiering zodanig worden opgeknipt dat meermaals gebruik kan worden gemaakt van de drempel voor de toepassing van de renteaftrekbeperking.
De staatssecretaris geeft aan dat in de praktijk namelijk is gebleken dat de huidige vormgeving van de drempel in de earningsstrippingmaatregel leidt tot een prikkel om met vreemd vermogen gefinancierde investeringen op te knippen over verschillende vennootschappen en daarmee de rentelasten zodanig te alloceren dat het saldo van de rentelasten en rentebaten onder de drempelwaarde blijft. Bij de opzet van dergelijke structuren wordt het vastgoed verspreid over meerdere Nederlandse vennootschappen. Dit vastgoed wordt gefinancierd met vreemd vermogen. De rente over de leningen ter financiering van het vastgoed is in beginsel aftrekbaar bij het bepalen van de winst. Omdat het vastgoed en de bijbehorende financiering is verdeeld over verschillende vennootschappen blijft het saldo aan rentelasten en rentebaten onder de grens van € 1 miljoen. Als gevolg hiervan leidt de earningsstrippingmaatregel niet tot een beperking van de renteaftrek.
Uitwerking en vormgeving nog niet duidelijk
De staatssecretaris antwoordt dat de maatregel de komende periode nader wordt uitgewerkt. Hij laat weten dat de effecten van de maatregel afhankelijk zijn van de precieze vormgeving. Op de vraag of de staatssecretaris bereid is te onderzoeken wat een redelijke overgangstermijn zou zijn, geeft de bewindsman aan dat hij geen aanleiding ziet tot het aanbieden van een overgangstermijn.
De staatssecretaris laat verder doorschemeren dat er op dit moment geen aanleiding bestaat voor zorgen over de negatieve impact van de voorgenomen maatregel op het midden- en kleinbedrijf. Hij geeft aan dat er geen sprake is van een generieke afschaffing van de drempel als zodanig, maar het buiten aanmerking laten van de drempel in specifieke situaties waarin sprake is van vastgoedinvesteringen.