Belastingrente en invorderingsrente

Overzicht stand van zaken per 26 juni 2023. Belastingrente voor de vennootschapsbelasting en conditionele bronbelasting blijft 8% tot 2024

De Staatssecretaris van Financiën heeft recentelijk vragen beantwoord over (de aanpassingen) van de percentages belastingrente en invorderingsrente. Hieronder een overzicht.

Belastingrente in het kort

Belastingrente komt in de regel het vaakst voor in de sfeer van de inkomstenbelasting of de vennootschapsbelasting. Indien uit een (voorlopige) aanslag blijkt dat vennootschaps- dan wel inkomstenbelasting moet worden betaald, is mogelijk dat over dat bedrag belastingrente is verschuldigd. De belastingrente wordt berekend met ingang van de eerste dag na afloop van zes maanden na afloop van het boekjaar waarop de aanslag betrekking heeft. Voor individuen en rechtspersonen met een boekjaar gelijk aan het kalenderjaar betekent dat belastingrente verschuldigd is per 1 juli van het volgende jaar (dus voor 2022 is belastingrente verschuldigd per 1 juli 2023). De termijn waarover belastingrente berekend wordt eindigt op de dag die ligt voor de dag waarop de aanslag uiterlijk betaald moet zijn (normaliter bedraagt de betalingstermijn zes weken na dagtekening van de aanslag). Indien een aanslag binnen zes maanden na afloop van het boekjaar wordt opgelegd, is dus geen belastingrente verschuldigd.

Belastingrente is niet alleen van toepassing bij de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting, maar ook over de verschuldigde conditionele bronbelasting, erfbelasting, loonbelasting, dividendbelasting, omzetbelasting, overdrachtsbelasting, de belasting van personenauto’s en motorrijwielen, accijns, verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken en sommige specifieke milieubelastingen.

Het belastingrentepercentage

Het tarief voor belastingrente voor de vennootschapsbelasting en de conditionele bronbelasting is gekoppeld aan de wettelijke rente voor handelstransacties, met een minimum van 8%. Voor de inkomstenbelasting en de overige belastingen is de belastingrente gekoppeld aan de wettelijke rente voor niet-handelstransacties, met een minimum van 4%.

Stand van zaken

De wettelijke rente voor handelstransacties is per 1 januari 2023 gestegen naar 10,5%. Dit zou tot gevolg hebben dat de belastingrente voor de vennootschapsbelasting en conditionele bronbelasting per 1 maart 2023 zou stijgen van 8% naar 10,5%. Echter, de Staatssecretaris van Financiën heeft in februari 2023 per brief laten weten dat de in rekening te brengen belastingrente voor de vennootschapsbelasting en conditionele bronbelasting voorlopig wordt vastgezet op 8% met ingang van 1 maart 2023 (aldus wordt “bevroren”). De te vergoeden belastingrente zal wel uitgaan van een percentage van 10,5% (daarbij kan worden opgemerkt dat van vergoeden van belastingrente slechts in zeer specifieke situaties sprake zal zijn). Deze percentages zouden tijdens de zogenoemde voorjaarsbesluitvorming opnieuw bekeken worden, waarbij het ook voornemens was om een wettelijke regeling op te stellen waarin het percentage voor de in rekening te brengen belastingrente en de te vergoeden belastingrente in beide gevallen gelijk (dat wil zeggen 8%) zou zijn.

Recentelijk heeft de Staatssecretaris van Financiën een update gegeven omtrent het percentage van de belastingrente voor de vennootschapsbelasting en conditionele bronbelasting. Hoewel weliswaar is besloten de percentages voor de belastingrente aan te passen, is de precieze manier waarop nog onderwerp van nader onderzoek. Derhalve blijft de bevriezing van de percentages belastingrente voor de vennootschapsbelasting en conditionele bronbelasting op 8% bestaan tot een nieuw scenario kan worden doorgevoerd. Naar verwachting van de staatssecretaris is dat per 1 januari 2024. Voor de te vergoeden belastingrente blijft het percentage van 10,5% gelden totdat er een wettelijk wijzigingsbesluit waarin de tijdelijke bevriezing wordt geregeld in werking is getreden. Tenslotte zal het belastingrentepercentage dat voor de toekomstige minimumbelasting (Pijler 2) van toepassing zal zijn aansluiten bij het rentepercentage voor de vennootschapsbelasting en conditionele bronbelasting.

Belangrijk is dat het percentage van de belastingrente voor de inkomstenbelasting en overige belastingen per 1 juli 2023 wél zal stijgen, van 4% naar 6%. Dit gaat zowel om de in rekening te brengen belastingrente als de te vergoeden belastingrente.

Invorderingsrente

Invorderingsrente wordt in rekening gebracht als de belastingplichtige een belastingaanslag te laat betaalt. Invorderingsrente wordt in rekening gebracht over de periode na het verlopen van de betalingstermijn (normaliter na zes weken na dagtekening van de aanslag) tot de dag van betaling.

Als onderdeel van het pakket van maatregelen als gevolg van de COVID-19 crisis, zijn de rentepercentages voor de invorderingsrente verlaagd en wordt dit stapsgewijs verhoogd. Per 1 juli 2023 bedraagt het percentage 3% en per 1 januari 2024 zal het weer aansluiten bij het percentage belastingrente dat geldt voor de inkomstenbelasting en overige belastingen. Het percentage te vergoeden invorderingsrente is niet tijdelijk verlaagd als gevolg van de COVID-19 crisis. Dit percentage stijgt mee met de wettelijke systematiek op 1 juli 2023 van 4% naar 6%.

Samenvatting

Samenvattend kan bovenstaande als volgt schematisch worden weergegeven.

Belastingrente – stand 26 juni 2023

Vpb + bronbelasting – in rekening te brengen

Vpb + bronbelasting – te vergoeden

Overig – in rekening te brengen

Overig – te vergoeden

1 januari 2023

8%

8%

4%

4%

1 maart 2023

8%

10,5%

4%

4%

1 juli 2023

8%

10,5%

6%

6%

Invorderingsrente – stand 26 juni 2023

In rekening te brengen

Te vergoeden

1 januari 2023

2%

4%

1 juli 2023

3%

6%

1 januari 2024

6%

6%


Schrijf u hier in voor onze fiscale nieuwsbrief

Blijf altijd up-to-date over fiscale ontwikkelingen: schrijf u hier in voor een van onze Tax nieuwsbrieven.