Hoge Raad legt liquidatieverliesregeling uit

Berekening aftrekbaar liquidatieverlies bij liquidatie tussenhoudster na verkoop kleindochter

De Hoge Raad heeft op 29 september 2023 een arrest gewezen over de toepassing van de liquidatieverliesregeling in de vennootschapsbelasting. Het ging om een behoorlijk complexe zaak, waarbij een tussenhoudster werd geliquideerd nadat deze tussenhoudster haar deelneming had verkocht. De Hoge Raad legt uit hoe in zo’n geval de liquidatieverliesregeling moet worden toegepast.

Aftrekbaar liquidatieverlies

Bij de liquidatie van een deelneming, is het liquidatieverlies aftrekbaar. De Hoge Raad geeft aan dat als basis voor de berekening van het liquidatieverlies moet worden uitgegaan van het bedrag waarmee het door belastingplichtige voor de deelneming in een tussenhoudster opgeofferde bedrag de liquidatie-uitkering overtreft.

Het opgeofferde bedrag bestaat in dit geval uit de koopprijs die de belastingplichtige heeft betaald voor de verwerving van de aandelen in de tussenhoudster. Ook de waarde in het economische verkeer van door de moedermaatschappij ingebrachte aandelen behoort tot het opgeofferde bedrag. Acquisitiekosten om de aandelen te verwerven behoren eveneens tot het opgeofferde bedrag. Zijn die kosten betaald in een vreemde valuta, dan moeten ze worden omgerekend tegen de koers op de datum van betaling.

Correctie in verband met verkoop kleindochter

In de betreffende zaak had de geliquideerde tussenhoudster een deelneming die was verkocht. De Hoge Raad wijst erop dat op grond van de wet, op het liquidatieverlies dan een correctie moet worden toegepast. Die correctie is gelijk aan de waardedaling van de deelneming van de tussenhoudster in de kleindochter in de periode die aanvangt bij de verkrijging door de belastingplichtige van de deelneming in de tussenhoudster, en die eindigt op het moment waarop de tussenhoudster haar deelneming in de kleindochter heeft vervreemd.

Een redelijke wetstoepassing brengt volgens de Hoge Raad mee dat in een geval waarin de belastingplichtige niet het volledige belang heeft in een deelneming die als tussenhoudster fungeert, bij de berekening van het verlies ter zake van de liquidatie van die tussenhoudster slechts naar evenredigheid rekening wordt gehouden met de hierboven bedoelde waardedaling van een deelneming van die tussenhoudster.

Indien het als deelneming aan te merken belang van de belastingplichtige in de geliquideerde tussenhoudster in de loop van de tijd in omvang is gewijzigd, dient de bezitsperiode van de belastingplichtige te worden gesplitst in tijdvakken waarin zijn belang in die geliquideerde tussenhoudster procentueel gelijk is gebleven. De berekening naar evenredigheid dient dan voor elk van die tijdvakken afzonderlijk te worden gemaakt.


Schrijf u hier in voor onze fiscale nieuwsbrief

Blijf altijd up-to-date over fiscale ontwikkelingen: schrijf u hier in voor een van onze Tax nieuwsbrieven.