Introductiedossier voor nieuwe minister en staatssecretarissen van Financiën

Bewindslieden krijgen overzicht van actuele en lopende fiscale discussies en wetsvoorstellen

De nieuwe minister en staatssecretarissen van Financiën hebben een introductiedossier ontvangen om hen wegwijs te maken bij het ministerie van Financiën. Het introductiedossier is bedoeld als eerste kennismaking met de organisatie van het ministerie en belicht actuele thema’s. Ook brengt het alle onderdelen van het departement in kaart. Het dossier bestaat uit twee onderdelen:

  1. Introductiedossier Financiën (organisatiedeel)
  2. Introductiedossier Financiën (beleidsonderwerpen)
Organisatiedeel

In het organisatiedeel heet de secretaris-generaal de nieuwe bewindslieden van harte welkom op het ministerie van Financiën. Vervolgens wordt de organisatie van het ministerie toegelicht. Daarbij worden onder andere de kerntaken en de organisatie van het Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken besproken. Een belangrijke taak van dit DG is de voorbereiding van fiscaal beleid en fiscale wetgeving. Ook de kerntaken en de organisatie van het Directoraat-Generaal Belastingdienst komen aan de orde. De werkzaamheden van dit DG zien op de heffing, controle en inning van rijksbelastingen en premies, alsmede de opsporing en bestrijding van belastingfraude. 

Beleidsonderwerpen

Dit is een omvangrijk dossier (289 pagina’s) en omvat een groot aantal onderwerpen.

De bewindslieden worden onder andere gewezen op een aantal lopende discussies en voorstellen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en de Europese Unie (EU).

  • Pijler 1. Dit betreft een herverdeling van een deel van de heffingsrechten over de winsten van de grootste en winstgevendste multinationals. Landen waar afnemers of gebruikers van bedrijven zitten kunnen dan meer belasting over de winst van deze bedrijven heffen. Het bevat ook een vereenvoudiging van de regels voor winstverdeling voor bepaalde marketing- en verkoopactiviteiten.
  • Pijler 2. Dit is een minimumwinstbelasting voor multinationals met een omzet van ten minste € 750 miljoen. De minimumwinstbelasting moet ervoor zorgen dat grote multinationals en omvangrijke binnenlandse groepen (in de EU) altijd effectief ten minste 15% aan winstbelasting betalen.
  • VAT in de digital Age (ViDA). Dit ziet op de modernisering van de btw-rapportageverplichtingen en e-facturatie. Het voorstel bestaat uit drie onderdelen. Ten eerste de introductie van verplichte realtime digitale rapportage aan de Belastingdienst per transactie tussen ondernemers en het daarvoor verplicht stellen van e-facturatie voor intra-EU-transacties. Het bevat daarnaast voorstellen waarbij platformen voor kortlopende verhuur van accommodatie en personenvervoersdiensten verantwoordelijk worden voor de af te dragen btw van de aanbieders op hun platform. En ten slotte bevat het een reductie van registratieverplichtingen in de EU door het verbreden van de reikwijdte van de zogenoemde One-Stop-Shop-aangifte.
  • Business in Europe: Framework for Income Taxation (BEFIT). Dit is een voorstel om de 27 verschillende systemen voor de vennootschapsbelasting binnen de EU te harmoniseren door de introductie van een winsttoerekeningsmechanisme voor grote bedrijven (met een omzet van meer dan € 750 miljoen) waarmee de EU-grondslag (som van alle individuele EU-resultaten) verdeeld wordt over de EU-groepsentiteiten. In het voorstel wordt daartoe een geharmoniseerde grondslag voor de vennootschapsbelasting met de commerciële cijfers als uitgangspunt geïntroduceerd. Daarnaast bevat het voorstel een systematiek voor het verdelen van de belastbare winst over de lidstaten waar bedrijven gevestigd zijn.
  • Transfer Pricing (TP). Dit betreft een richtlijnvoorstel tot harmonisering van de transfer pricing-regels in EU-verband, waaronder codificatie van het arm’s-lengthbeginsel in EU-wetgeving en duiding van de rol van de OESO-richtlijnen voor verrekenprijzen.
  • Head Office Taxation (HOT). Dit is een voorstel om het voor een specifieke groep mkb-bedrijven fiscaal eenvoudiger te maken om binnen de EU grensoverschrijdend te ondernemen. Dat zou moeten worden gerealiseerd door mkb-bedrijven die met een filiaal in het buitenland opereren één aangifte te laten doen op grond van het belastingstelsel van het hoofdhuisland (de lidstaat waar de onderneming zijn hoofdvestiging heeft).
  • Faster And Safer Tax Excess Refunds (FASTER). Dit is een voorstel om procedures over de teruggave van te veel betaalde bronbelasting op dividenden ten aanzien van beursgenoteerde aandelen te versnellen en bestendiger te maken tegen misbruik.
  • Unshell. Dit is een voorstel om doorstroomentiteiten met weinig substance aan te pakken als deze in de EU gebruikt worden om belasting te ontwijken.
  • Energy Taxation Directive (ETD). Dit is een voorstel om de energiebelastingrichtlijn te herzien. Dit voorstel is onderdeel van het Fit-for-55-pakket. De herziening ziet onder andere op het verhogen van de minimumtarieven en het verminderen van vrijstellingen voor specifieke sectoren.

Daarnaast worden de bewindslieden gewezen op belangrijke binnenlandse fiscale discussies en voorstellen.

  • Box 3. Op 6 juni 2024 heeft de Hoge Raad arrest gewezen over de toepassing van de Wet rechtsherstel box 3 en de Overbruggingswet box 3. De Hoge Raad vindt dat deze wetten nog steeds in strijd zijn met het EVRM als het forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijke rendement. Daarnaast zijn er nog andere procedures die samenhangen met het rechtsherstel, zoals de vraag of niet-bezwaarmakers terecht geen herstel hebben ontvangen. 
  • Box 3. Het demissionaire kabinet heeft een wetsvoorstel voor het toekomstige box 3-stelsel uitgewerkt om het werkelijke rendement te belasten. Om de beoogde invoeringsdatum van 1 januari 2027 te kunnen halen moet het wetsvoorstel uiterlijk september 2024 aanhangig worden gemaakt bij de Tweede Kamer en dient het wetsvoorstel uiterlijk 15 maart 2025 aangenomen te zijn in de Tweede Kamer zonder al te ingrijpende wetsaanpassingen.
  • Bedrijfsopvolgingsregeling. De bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting is bedoeld voor reële bedrijfsopvolgingen, namelijk de overdracht van een onderneming die enige tijd door de erflater of schenker werd gedreven aan zijn opvolger, waarbij deze onderneming door de opvolger als ondernemer wordt voortgezet. Een aantal wijzigingen staat gepland voor het pakket Belastingplan 2025 met beoogde inwerkingtreding op 1 januari 2026.
  • BTW. Gewezen wordt op een aantal actuele zaken, waaronder het hoofdlijnenakkoord waarin voorgesteld wordt het verlaagde btw-tarief voor het verstrekken van logies binnen het kader van het hotel-, pension- en vakantiebestedingsbedrijf aan personen die daar slechts voor een korte periode verblijf houden met ingang van 2026 af te schaffen. Ook is daarin voorgesteld om het verlaagde btw-tarief voor bepaalde culturele goederen en diensten met ingang van 2026 af te schaffen.
  • Fiscale vergroening. Op internationaal niveau is er een Emissions Trading System (ETS). Dit is een emissiehandelssysteem waarmee met emissierechten een maximum wordt gesteld aan de totale uitstoot van alle sectoren die onder de regeling vallen. Hierdoor moeten industrieën betalen voor CO2-uitstoot. Op nationaal niveau zijn er in aanvulling op het ETS diverse klimaatbelastingen. Op dat punt vinden de komende jaren verschillende wijzigingen plaats. Het hoofdlijnenakkoord bevat maatregelen die zien op de fiscale stimulering van emissievrij rijden (elektrische auto’s).
  • Verbruiksbelastingen. Gewezen wordt op de politieke discussies over verbruiksbelastingen op alcoholvrije dranken, suiker en e-sigaretten. 
  • Wet Stroomlijnen. Kortgezegd moet de Wet Stroomlijnen ervoor zorgen dat de regels voor de invordering van belastingen en toeslagen op het gebied van uitstel van betaling, kwijtschelding, verrekening, preferentie en rechtsbescherming zo veel mogelijk worden geharmoniseerd. De wet is nog niet in werking getreden. Sinds de publicatie van de wet is de wijze waarop omgegaan wordt met burgers met schulden aanzienlijk gewijzigd. Daarnaast is er nu meer aandacht voor het doenvermogen van burgers, meer oog voor het waarborgen van het bestaansminimum van de burger en is er meer aandacht voor een zorgvuldige en maatschappelijk verantwoorde invordering. Dit samen geeft aanleiding tot een heroverweging van de Wet Stroomlijnen.


Schrijf u hier in voor onze fiscale nieuwsbrief

Blijf altijd up-to-date over fiscale ontwikkelingen: schrijf u hier in voor een van onze Tax nieuwsbrieven.