Wijzigingen onder meer ten aanzien van fiscale beleggingsinstelling, proceskostenvergoeding, wet minimumbelasting 2024 en definitie preferente aandelen
De Staatssecretaris van Financiën heeft recentelijk de nota’s van wijziging op het wetsvoorstel Belastingplan 2025, het wetsvoorstel Belastingplan BES 2025, het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2025, het wetsvoorstel wet aanpassing wet minimumbelasting 2024 en het wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025.
Deze nota’s van wijziging bevatten deels maatregelen die zijn aangekondigd in de aanbiedingsbrief bij het pakket Belastingplan 2025 en deels gaat het om het herstellen van omissies of technische reparaties. Wij ontlenen aan de nota’s van wijziging onder meer het volgende:
Nota van wijziging wetsvoorstel Belastingplan 2025
In de nota van wijziging wordt een omissie in de schijfgrens voor het aangrijpingspunt van het toptarief in box 1 hersteld (€ 76.814 moest zijn € 76.817).
Verder wordt in de nota van wijziging een mogelijkheid gedicht om via een winstdelende lening de met ingang van 1 januari 2025 voorziene aanpassing van het regime voor de fiscale beleggingsinstelling te ontgaan. Tevens wordt voor het begrip vastgoed in het fbi-regime aansluiting gezocht bij het begrip vastgoed elders in de vennootschapsbelasting.
Verder is er in de nota van wijziging een aanpassing opgenomen voor de regeling over proceskostenvergoedingen. Per 1 januari 2024 zijn in de wet maatregelen opgenomen die ertoe strekken de financiële prikkel weg te nemen om te procederen met als voornaamste doel het verkrijgen van proceskostenvergoedingen. Met deze nota van wijziging wordt geregeld dat de maatregelen hun beoogde werking behouden.
Nota van wijziging wetsvoorstel Wet aanpassing wet minimumbelasting 2024
Deze nota van wijziging strekt tot het aanbrengen van enkele redactionele wijzigingen en het wettelijk verankeren van de volgende onderwerpen:
- Verversingsregel voor de binnenlandse bijheffing: de verversingsregel voor de binnenlandse bijheffing is een onderdeel uit de administratieve richtsnoeren van juli 2023 dat abusievelijk niet is opgenomen in het wetsvoorstel.
- Vereenvoudigde rapportage van de bijheffing per staat: met een nieuw voorgesteld artikel wordt de mogelijkheid geboden voor een vereenvoudigde rapportage van de bijheffing dat is gebaseerd op het commentaar van de OESO bij de bijheffing-informatieaangifte ("GloBE Information Return Pillar Two").
- Een delegatiegrondslag om voorwaarden te stellen aan de vorm van de bijheffing-informatieaangifte en de indiening daarvan: met een voorgestelde delegatiegrondslag wordt de mogelijkheid gecreëerd om in een ministeriële regeling regels te stellen over de vorm van de bijheffing-informatieaangifte en op welke wijze deze moet worden ingediend.
Nota van wijziging wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025
De in het wetsvoorstel voorgestelde definitie van preferente aandelen wordt aangepast voor zover deze definitie betrekking heeft op hybride aandelen, waarbij zowel kenmerken van preferente aandelen als kenmerken van gewone aandelen aanwezig zijn.
Op grond van de aangepaste voorgestelde definitie worden hybride aandelen voor de toepassing van de doorschuifregeling en de bedrijfsopvolgingsregeling deels aangemerkt als een preferent aandeel en deels als een niet-preferent aandeel. De staatssecretaris merkt op dat het deel van het aandeel dat voorrang kent ten aanzien van de winstverdeling of liquidatieopbrengsten aangemerkt wordt als preferent aandeel en het andere deel als een niet-preferent aandeel. Het ondernemingsvermogen en het beleggingsvermogen van het lichaam worden naar rato van de waarde in het economische verkeer van de betreffende aandelen toegerekend aan het (fictief opgeknipte) niet-preferente aandeel en preferente aandeel. De staatssecretaris geeft aan dat van voorrang van een aandeel enkel sprake kan zijn als die voorrang er is ten opzichte van andere aandelen. De beoordeling vindt volgens de bewindsman plaats vanuit het aandeel. Niet van belang is wie de houder van die andere aandelen is.
De aangepaste voorgestelde definitie kan gevolgen hebben voor de toepassing van de bezits- en voortzettingseis voor bedrijfsopvolgingen die op of na 1 januari 2026 plaatsvinden.
Tot slot
De nota’s van wijzigingen vindt u hier.
Een uitzetting van de ingediende wetsvoorstellen op Prinsjesdag vindt u in onze Prinsjesdagmailing.