Aanpassing besluit deelnemingsvrijstelling

Onderdelen over juridische zusterfusie en over aflopende deelneming in geval van opties zijn komen te vervallen

De Staatssecretaris van Financiën heeft recentelijk het besluit van 19 september 2024 over de toepassing van de deelnemingsvrijstelling gewijzigd. In het besluit zijn twee onderdelen (over de juridische zusterfusie en aflopende deelnemingen in geval van opties) komen te vervallen. 

Voorwaarden deelnemingsvrijstelling

Op grond van de deelnemingsvrijstelling zijn alle vermogensresultaten (inclusief koersresultaten) en ontvangen dividenden van deelnemingen vrijgesteld van belasting. De deelnemingsvrijstelling is kort gezegd van toepassing indien er ten minste een belang van 5% in de deelneming wordt gehouden en de deelneming wordt aangemerkt als een kwalificerende (beleggings)deelneming. 

Juridische zusterfusie

In het besluit zijn twee onderdelen komen te vervallen. Het ene onderdeel zag op een goedkeuring van de staatssecretaris bij het doorschuiven van het opgeofferde bedrag bij een juridische zusterfusie. De goedkeuring is niet meer nodig omdat dit per 1 januari 2025 wettelijk is geregeld.

Aflopende deelneming

Het andere onderdeel ging over toepassing van de regeling voor de aflopende deelneming in geval van opties. In de wet is de regeling voor zogenoemde aflopende deelnemingen opgenomen. Hierdoor is het onder voorwaarden mogelijk dat de deelnemingsvrijstelling nog drie jaar van toepassing blijft op belangen die – om welke reden dan ook – op een gegeven moment niet langer voldoen aan de 5%-voorwaarde. 

In het besluit was opgenomen dat de regeling voor de aflopende deelnemingen niet ziet op de situatie waarbij een belastingplichtige een optierecht op aandelen heeft die op grond van het Falconsarrest onder de deelnemingsvrijstelling valt en dit optierecht bij uitoefening niet langer tot het verkrijgen van een deelneming leidt. Het Falconsarrest brengt volgens de staatssecretaris namelijk niet mee dat het optierecht als een deelneming wordt aangemerkt.

De Hoge Raad besliste op 25 oktober 2024 echter dat ook opties onder de aflopende deelnemingsvrijstelling vallen. De staatssecretaris heeft het desbetreffende onderdeel daarom uit het besluit gehaald. De bewindsman geeft aan dat eventuele overige gevolgen van het arrest voor het Besluit Deelnemingsvrijstelling nog bestudeerd worden en verwerkt zullen worden bij een volgende actualisatie.

Het besluit vindt u hier.


Schrijf u hier in voor onze fiscale nieuwsbrief

Blijf altijd up-to-date over fiscale ontwikkelingen: schrijf u hier in voor een van onze Tax nieuwsbrieven.