Kennisgroepstandpunt internationaal verkeer

Aan de kennisgroep is een casus voorgelegd over schepen van een Luxemburgse onderneming ie zowel in Nederland als daarbuiten worden ingezet voor het uitbaggeren van wateren, alsmede daaraan gerelateerde werkzaamheden. De vraag is of deze werkzaamheden onder de regeling voor werknemers in het internationale verkeer moeten worden geschaard, in casu artikel 16, derde lid van het verdrag tussen Nederland en Luxemburg – welk artikel het volledige heffingsrecht over het arbeidsinkomen toewijst aan de woonstaat van de werknemer.

Volgens de kennisgroep moeten deze werkzaamheden niet worden aangemerkt als werkzaamheden in het internationale verkeer.

Het eventuele vervoer van personen en goederen op de schepen is in dit geval bijkomstig aan de hoofdactiviteit (baggeren). Dit betekent dat de resultaten uit de exploitatie van het schip niet rechtstreeks verband houden met commercieel vervoer van personen en goederen per schip in internationaal verkeer. 

Dit standpunt is in lijn met eerdere rechtspraak. Bijvoorbeeld in 2021 oordeelde de Hoge Raad in relatie tot het verdrag met Zwitserland, dat sprake is van ‘exploitatie in internationaal verkeer’ als sprake is van commercieel vervoer van goederen en personen in internationaal verkeer.


Schrijf u hier in voor onze fiscale nieuwsbrief

Blijf altijd up-to-date over fiscale ontwikkelingen: schrijf u hier in voor een van onze Tax nieuwsbrieven.