Staatssteunonderzoek belastingruling Starbucks beëindigd

Uit EU-rechtspraak blijkt volgens de Europese Commissie dat Fiat, Amazon en Starbucks geen selectief voordeel hebben ontvangen ten opzichte van andere bedrijven

De Europese Commissie heeft drie diepgaande staatssteunonderzoeken afgesloten. Die onderzoeken betroffen belastingrulings inzake verrekenprijzen voor Fiat en Amazon (afgegeven door Luxemburg) en Starbucks (afgegeven door Nederland). Naar aanleiding van arresten van de EU-rechters heeft de Europese Commissie geconcludeerd dat de belastingrulings de bedrijven geen selectieve voordelen hebben verleend.

Volgens Vestager, uitvoerend vicevoorzitter belast met het mededingsbeleid, hebben de EU-rechters in het recente Apple-arrest (zie EYFN 2024/37) bevestigd dat de Europese Commissie bepaalde agressieve rulingpraktijken terecht heeft aangevochten. In andere arresten hebben zij volgens de vicevoorzitter ook de benchmark vastgesteld om rulingpraktijken te beoordelen in het kader van de EU-staatssteunregels. Op basis van alle bevindingen van de EU-rechters heeft de Europese Commissie geconcludeerd dat Fiat, Amazon en Starbucks geen selectief voordeel hebben ontvangen ten opzichte van andere bedrijven. 

De Europese Commissie constateerde in 2015 en 2017 dat er selectieve belastingvoordelen waren toegekend aan Fiat en Amazon (door Luxemburg) en Starbucks (door Nederland), die volgens de commissie in strijd waren met de EU-staatssteunregels. De Europese Commissie kwam in elk van de zaken tot de conclusie dat een belastingruling van de nationale belastingdienst de door het bedrijf te betalen belasting kunstmatig verlaagde. De drie bedrijven hadden daarmee volgens de commissie dus een selectief voordeel ten opzichte van andere ondernemingen. De Europese Commissie heeft in het licht van het oordeel van de EU-rechtbanken drie definitieve besluiten vastgesteld, waarin zij haar diepgaande onderzoeken beëindigt en bevestigt dat de belastingrulings van Luxemburg en Nederland Fiat, Amazon en Starbucks geen selectieve belastingvoordelen hebben verleend die in strijd zijn met de EU-staatssteunregels.  

Achtergrond

De Europese Commissie onderzoekt in het kader van de EU-staatssteunregels sinds 2013 belastingrulings van de lidstaten. Een ruling geeft binnen de kaders van wet, beleid en jurisprudentie zekerheid vooraf over de toepassing daarvan op een door belastingplichtige voorgelegd feitencomplex. Belastingrulings zijn volgens de Europese Commissie op zich niet problematisch volgens de EU-staatssteunregels, maar dan moeten ze wel voldoen aan de desbetreffende belastingwetgeving. De Europese Commissie wijst erop dat belastingrulings die een selectief voordeel verlenen aan specifieke bedrijven de concurrentie op de eengemaakte markt van de EU kunnen verstoren, wat in strijd is met de EU-staatssteunregels.

De Europese Commissie stelde in oktober 2015 vast dat een belastingruling van de Nederlandse autoriteiten Starbucks in 2008 een selectief voordeel had verleend, waardoor de op het bedrijf rustende belastingdruk sinds 2008 ten onrechte met € 20 tot 30 miljoen was verlaagd. In september 2019 verklaarde de Europese rechter het besluit van de Europese Commissie nietig. De rechter stelde vast dat de commissie niet had aangetoond dat de belastingruling van Nederland Starbucks een selectief voordeel verleende.