Staatssecretaris gaat nader in op box 3-heffing op woningen; liquidatieverliesregeling niet aanpakt
De staatssecretaris van Financiën heeft de nota’s naar aanleiding van het verslag bij het pakket Belastingplan 2026 naar de Tweede Kamer gestuurd. In deze nota’s beantwoordt hij vragen van de Tweede Kamer over de fiscale wetsvoorstellen.
Eigen woning in box 3
In zijn aanbiedingsbrief bij de nota’s gaat de staatssecretaris nader in op een motie waarin is verzocht om opties in kaart te brengen voor het verlagen van de box 3-heffing voor woningen in 2026 en 2027.
Eerst merkt de staatssecretaris op dat het lopende wetsvoorstel “Wet werkelijk rendement box 3” met een jaar is uitgesteld tot 1 januari 2028. Hierdoor blijft het huidige forfaitaire stelsel met de tegenbewijsregeling van toepassing in 2026 en 2027. Dit systeem kent volgens de staatssecretaris een aanzienlijke jaarlijkse budgettaire derving, omdat belastingplichtigen jaarlijks voor het meest gunstige systeem kunnen kiezen. Het kabinet heeft ervoor gekozen om deze budgettaire derving te dekken met een verhoging van het forfait van overige bezittingen en een verlaging van het heffingvrije vermogen.
De staatssecretaris wijst er vervolgens op dat hij de Tweede Kamer op 2 april al heeft geïnformeerd over verschillende verzachtende opties met het oog op de belastingdruk bij bezitters van onroerende zaken. Daarbij zijn drie opties geschetst.
- De mogelijkheid om het forfait voor overige bezittingen niet te verhogen in 2026 en/of 2027. Dit vereist wel dat de budgettaire derving in box 3 op een andere manier wordt gedekt.
- De mogelijkheid om kostenaftrek toe te voegen in de tegenbewijsregeling voor de jaren 2026 en 2027. Bij de behandeling van de Wet tegenbewijsregeling box 3 is een amendement om kostenaftrek in te voeren door de Tweede Kamer echter verworpen.
- Het actualiseren van de leegwaarderatio. Op basis van de leegwaarderatio wordt de waarde van woningen in bepaalde verhuursituaties bijgesteld om rekening te houden met het waardedrukkende effect van de verhuurde staat van de woning. Het hanteren van de een andere leegwaarderatio-tabel kan volgens de staatssecretaris echter alleen na nieuw onderzoek.
Geen wijziging liquidatieverliesregeling
Daarnaast is bij de behandeling in de Tweede Kamer ook aandacht gevraagd voor de budgettaire derving die het gevolg is van een arrest van de Hoge Raad over de liquidatieverliesregeling in de vennootschapsbelasting. Het gaat in dat arrest om de uitleg van de uitdrukking “geen recht geldt op enigerlei tegemoetkoming”. Tweede Kamerleden hebben gevraagd waarom er niet voor is gekozen om de wet te wijzigen zodat de die term binair uitgelegd moet worden.
De liquidatieverliesregeling is een uitzondering op de deelnemingsvrijstelling. Onder bepaalde voorwaarden is een liquidatieverlies op een deelneming aftrekbaar. Eén van de voorwaarden is dat er “geen recht geldt op enigerlei tegemoetkoming” voor verliezen van de ontbonden deelneming.
Het kabinet is van mening dat de liquidatieverliesregeling al een binaire uitleg kent: het liquidatieverlies mag wel of niet in aanmerking worden gebracht, afhankelijk van het antwoord op de vraag of sprake is van “enigerlei tegemoetkoming”. Is het antwoord op die vraag “nee”, dan mag de belastingplichtige het liquidatieverlies in aftrek brengen, mits aan de overige voorwaarden wordt voldaan. Is het antwoord op die vraag “ja”, dan mag de belastingplichtige het liquidatieverlies niet in aftrek brengen, aldus de staatssecretaris. Volgens hem zit de crux in het moment waarop wordt getoetst of van enigerlei tegemoetkoming sprake is.
Ter dekking van de budgettaire derving als gevolg van voornoemd arrest wil het kabinet de fiscale behandeling van valutaresultaten die op verzoek onder de deelnemingsvrijstelling kunnen worden gebracht aanpassen. Het kabinet is voornemens om de toepassing van de deelnemingsvrijstelling met ingang van 1 januari 2027 te beperken tot uitsluitend niet-ingeprijsde (dat wil zeggen onverwachte) valutaresultaten op afdekkingsinstrumenten ter beperking van het valutarisico dat een belastingplichtige met een deelneming loopt. Het wetsvoorstel zal eerst ter internetconsultatie worden aangeboden, zodat belangstellenden de mogelijkheid hebben om te reageren.
De Kamerbrief en de nota’s naar aanleiding van het verslag vindt u hier.