Wijziging besluit vrijgestelde beleggingsinstelling

Verwijzing naar gewijzigde wettelijke definitie van vrijgestelde beleggingsinstelling en aanpassing centrale uitvoering

De Staatssecretaris van Financiën heeft recentelijk het besluit van 10 maart 2008 inzake de vrijgestelde beleggingsinstelling gewijzigd. In het gewijzigde besluit is een verwijzing opgenomen naar de wettelijke definitie van de vrijgestelde beleggingsinstelling zoals die geldt met ingang 1 januari 2025. Ook is het onderdeel over de centrale uitvoering aangepast.

Met ingang van 2025 is het wettelijke regime met betrekking tot de vrijgestelde beleggingsinstelling gewijzigd. Een belangrijke wijziging betrof de aanscherping van de wettelijke definitie van de vrijgestelde beleggingsinstelling. In deze nieuwe definitie is vastgelegd dat een vrijgestelde beleggingsinstelling moet kwalificeren als een beleggingsinstelling of ICBE, in de zin van de Wet op het financieel toezicht (Wft). Deze wijziging beoogt volgens de staatssecretaris met name een belemmering op te werpen tegen de toegang tot de vrijstelling voor lichamen die worden gebruikt voor individueel vermogensbeheer, zoals familieconstructies. De koppeling van het begrip vrijgestelde beleggingsinstelling aan de begrippen beleggingsinstelling en ICBE in de zin van de Wft sluit namelijk uit dat deze beleggingsinstellingen kunnen worden gebruikt voor familieconstructies. Dit volgt uit de wetsgeschiedenis van de Wft, waaruit expliciet blijkt dat beleggingsinstellingen en ICBE’s in de zin van de Wft niet zijn bedoeld voor individueel vermogensbeheer.

Ter bevordering van de eenheid van rechtstoepassing en de snelheid van afhandeling wijst de staatssecretaris de bevoegdheid tot afhandeling van verzoeken en het afgeven van de beschikkingen toe aan een aantal specifieke kantoren van de Belastingdiensten. 

Het gehele besluit vindt u hier.


Schrijf u hier in voor onze fiscale nieuwsbrief

Blijf altijd up-to-date over fiscale ontwikkelingen: schrijf u hier in voor een van onze Tax nieuwsbrieven.