Studenten met een megafoon en spandoeken tijdens een protestmars

Hoe gedurfde keuzes de zorg toekomstbestendig kunnen maken


Onder zorgbestuurders is sprake van een groeiend ongeduld en behoefte aan urgentie. De zorgbarometer van EY wijst de sector de weg.


In het kort:

  • De Nederlandse zorgsector boekte in 2024 een rendement 2,4% en dat is hoger dan ooit. Veroorzaakt door achterblijvende investeringen.
  • De sector moet de omslag naar passende zorg maken, meer gericht op gezondheid minder op zorg.
  • Het moet financieel aantrekkelijk worden voor personeel dat langer wil en kan doorwerken.

Het kan anders en het moet anders. Dat was het collectieve gevoel tijdens een door EY georganiseerde paneldiscussie over de toekomst van de Nederlandse gezondheidszorg, volgend op de publicatie van de jaarlijkse barometer gezondheidszorg. Onder de deelnemende zorgbestuurders was duidelijk sprake van groeiend ongeduld en behoefte aan urgentie. “Als we in de zorg voortgaan op de traditionele manier, dan loopt de boel vast,” concludeerde panelleider Balkenende.

Van zorg naar gezondheid

‘Van zorg naar gezondheid’ is een actueel thema in de sector. En dat zal het nog wel even blijven, bleek uit de paneldiscussie. “Alle prikkels staan op zorg en niet op gezondheid,” stelt Bas van den Dungen. Hij is Secretaris-Generaal van het ministerie van Financiën en was eerder op Volksgezondheid verantwoordelijk voor de curatieve zorg. “In de zorg zijn de productieprikkels nog veel te hoog. Je wordt beloond als je productie draait. We moeten de prikkels omzetten en de omslag naar passende zorg maken.”

Daar kan Freek Korver, bestuursvoorzitter van Bernhoven, zich helemaal in vinden. “In ons ziekenhuis zijn we een andere weg ingeslagen door de productieprikkel weg te nemen. Dat werkt heel goed. Door het leveren van passende zorg ligt onze omzet 40 miljoen euro lager dan bij vergelijkbare instellingen terwijl onze patiënten uitermate tevreden zijn. Dat heeft Bernhoven trouwens een paar jaar geleden wel financieel in de problemen gebracht omdat het kostenniveau niet navenant daalt met de declaratiewaarde van passende zorg.”

Niet alleen voor zorginstellingen maar ook voor zorgverzekeraars staan de prikkels verkeerd, signaleert Aad de Groot van DSW. “Wij investeren in het concept van zorg naar gezondheid. Dat gaat elf maanden goed en in de twaalfde maand gaat het fout. Want dan kiezen verzekerden massaal voor de goedkoopste zorgverzekeraar. Hier zit marktwerking ons echt in de weg.”

Directeur Frans Schaepkens van het Waarborgfonds voor de Zorgsector denkt dat het voor het zetten van de stap van zorg naar gezondheid noodzakelijk is om ook andere sectoren daarbij te betrekken. “Denk bijvoorbeeld aan de invoering van een nieuwe suikertaks, dat moet dus buiten de zorg worden geregeld. Je praat dan ook over een maatschappelijk thema als bestaanszekerheid.” Het is een benadering die Van den Dungen aanspreekt. “Het zou mooi zijn als je analytisch kunt aantonen dat als je investeert in schulden en armoede dat het een effect heeft op de zorg. Kun je met behulp van data en AI de businesscase maken?” De Groot slaat aan op de term businesscase. “Alles moet tegenwoordig in een businesscase worden vastgelegd. Waarom? Een kind kan begrijpen dat als mensen geen schulden hebben en fijn wonen dat ze op termijn een minder grote zorgvraag hebben.” Daar is Van den Dungen het mee eens. “Maar helaas is dat in het politieke debat niet overtuigend genoeg.”

Peter Ploegsma, bestuurder bij Aafje, brengt een ander perspectief in. “Wat ik een beetje mis in het debat: geef de ruimte en het vertrouwen aan onze professionals om nu al te doen wat goed is. Ze komen immers dagelijks bij cliënten achter de voordeur en zien daardoor veel meer dan alleen gezondheidsklachten. Als ze de ruimte krijgen om tijd en aandacht te besteden aan omliggende problematiek kan dat ook tot gezondheidswinst leiden.”

Achterblijvende investeringen

De investeringen in de zorg laten al meerdere jaren een dalende trend zien. Wat gaat dit op termijn voor de sector betekenen? Allereerst constateert Van den Dungen dat de geringe investeringsbereidheid niet een specifiek probleem in de zorgsector is. “Het is een beeld dat we in de hele economie zien. De balans tussen consumptie en investeringen moet echt beter.” Schaepkens onderschrijft die mening. “Wat we bij veel instellingen zien is dat de lijst met bezwaren om te gaan investeren ontzettend lang is. Er zijn vaak meer redenen om niet te investeren dan wel. Op die manier eet je je eigen toekomst op.” Meerdere aanwezigen signaleren een risico-averse houding bij steeds meer zorginstellingen, een gevolg van de samenloop van regelgeving, aansprakelijkheden en onzekerheden, onder andere veroorzaakt door wisselend overheidsbeleid.

Er zijn vaak meer redenen om niet te investeren dan wel. Op die manier eet je je eigen toekomst op

Zorginstelling Aafje is een goed voorbeeld van een instelling die de afgelopen tien jaar wél veel heeft geïnvesteerd in vastgoed, zegt Ploegsma. “We hebben niet alleen gerenoveerd, maar ook nieuw gebouwd. Dat levert een prettige werkomgeving op en leidt tot verduurzaming. Ondanks alle onzekerheden moet je als bestuurder volgens mij gewoon het lef hebben om te investeren. Als aandeelhouder investeren wij bijvoorbeeld in startups en scaleups die werken aan beloftevolle technologie.”

 

De Groot is van mening dat investeringen hun basis moeten vinden in een visie op de zorgverlening. “Als je het op een andere manier doet, krijg je een vorm van suboptimalisatie. Dan bouw je misschien veel te grote gebouwen. Een goede visie vind ik erg belangrijk, want dat verdient de premiebetaler.”

 

Ouwehand wijst op de rol van de politiek, die volgens haar onvoldoende oog heeft voor de lange termijn. “Waar ik ontzettend van heb gebaald, is dat we tien jaar geleden plotseling de verzorgingshuizen moesten afbouwen. Die moesten leeg, want dat werd niet meer gefinancierd. Vijf jaar later ging het ineens over geclusterd wonen en dat er meer bejaardenhuizen moeten komen. Ja, gooi het maar in m’n pet, dat beleid zo snel kan veranderen... Dan vind ik dat de politiek aan zet is om mee te denken over de lange termijn in plaats van scoren in vier jaar tijd.” Schaepkens: “Het is een illusie om te denken dat de politiek stabiliteit brengt. Het is ook aan ons als bestuurders in de zorg om de rug recht te houden.”

 

De Groot merkt op dat zorgverzekeraars een rol kunnen spelen bij het stimuleren van investeringen. “Als een ziekenhuis bij ons in de regio waar wij preferente zorgverzekeraar zijn wil gaan investeren in bijvoorbeeld gebouwen, dan vind ik dat we gezamenlijk langetermijnafspraken met die zorgaanbieder moeten maken. Op die manier kunnen we de instelling in kwestie het comfort bieden dat het daadwerkelijk tot investeren komt.” 

De moeilijke arbeidsmarkt

Een ander gespreksthema voor het panel: de moeilijke arbeidsmarkt. De dubbele vergrijzing en het hoge verzuim laten zich in de zorg extra voelen. De Groot ziet mogelijkheden voor de inzet van ouderen. “Zij zijn veel fitter en vitaler dan in het verleden het geval was. Ik denk dat zij veel meer kunnen gaan bijdragen aan de informele zorg om te kunnen voldoen aan de zorgvraag van andere ouderen. Ouwehand sluit zich daarbij aan. “Mensen die langer willen doorwerken zouden we meer moeten faciliteren. We moeten dat financieel aantrekkelijk maken in plaats van allerlei redenen te verzinnen waarom het niet kan.”

’s Heeren Loo kiest daarnaast voor nog een andere route. “Wij werken veel met zij-instromers. Voor bepaalde functies hebben we de diplomavereisten losgelaten en bieden we mensen een opleiding op maat”, aldus Ouwehand. Volgens bestuurder Peter Ploegsma van Aafje, meermaals gelauwerd als beste werkgever, begint het allemaal met goed werkgeverschap. “Bij Aafje zetten we de medewerker op 1 en daarmee de klant op 2.

Medewerkers hebben het bij onze instelling uitstekend naar hun zin, wat wel blijkt uit onze employee net promotor score van plus 70. We durven keuzes te maken in het schrappen van ingewikkelde administratieve procedures. We hebben bijvoorbeeld de verplichte tweede controle op risicovolle medicatie afgeschaft.” Niet alleen dat, maar ook de inzet van AI scheelt medewerkers tijd. Ploegsma: “Wij steken vijf ton per jaar in de ontwikkeling van AI. Negentig procent van onze mensen werkt sinds een half jaar met spraakgestuurd rapporteren. Dat scheelt gewoon twintig tot dertig minuten per dag per collega in de thuiszorg.”

We zijn in de zorg erg geneigd om keuzes langs de financiële of de medisch as te leggen, maar er is ook nog zoiets als een perspectief van maatschappij en samenleving.

Concentratie in de zorg

Met ongeveer dertigduizend zorgaanbieders is het zorgaanbod in Nederland behoorlijk versnipperd. Concentratie van zorg is daarom de trend. “Concentratie van hoogcomplexe zorg daar zijn we allemaal voor,” zegt De Groot van DSW, “want daar wordt de zorg beter van. Maar de concentratie van spoedeisende hulp en geboortezorg vind ik bijna het meest overschatte idee in de zorg. Concentratie moet niet een soort mantra worden waar de zorg beter, goedkoper en doelmatiger van wordt.” Van den Dungen reageert met: “We zijn in de zorg erg geneigd om keuzes langs de financiële of de medisch as te leggen, maar er is ook nog zoiets als een perspectief van maatschappij en samenleving. Dat moet je wel meewegen.” Daar is Ageeth Ouwehand, bestuurder bij ’s Heeren Loo, het mee eens. “Bij de concentratie van zorg kijken we in onze instelling ook nadrukkelijk naar wat het toevoegt aan de kwaliteit van leven van onze cliënten. Wat de spoedeisende hulp betreft: het is gewoon niet haalbaar om die qua aanwezigheid van professionals in alle ziekenhuizen volwaardig in stand te houden.” Schaepkens reageert door te zeggen: “Als je de spoedeisende hulp twintig kilometer verplaatst, dan is dat vanuit kwaliteitsoverwegingen misschien prima. Maar een deel van de mensen heeft gewoon niet de mogelijkheid om die extra kilometers af te leggen. Dat raakt ook weer aan het onderwerp bestaanszekerheid.”

Als het om concentratie gaat, maakt Korver van Bernhoven onderscheid tussen de front- en backoffice van instellingen. “Met name voor kleinere ziekenhuizen wordt het door de toename van wet- en regelgeving steeds ingewikkelder om de backoffice zelfstandig in de lucht te houden. Daar zou ik vooral de samenwerking zoeken, op het gebied van HR en IT bijvoorbeeld.”

Paneldiscussie Barometer Nederlandse Gezondheidszorg

Tijdens het Launch Event van de Barometer Zorg gingen we o.l.v. Jan Peter Balkenende, met zorgbestuurders, VWS-gegadigden en Bas van den Dungen in gesprek over de trends en ontwikkelingen in alle zorgsectoren, de uitkomsten en implicaties van het rapport.

Paneldiscussie

Samenvatting

De Nederlandse zorgsector boekte in 2024 een rendement 2,4% en dat is hoger dan ooit. Oorzaken zijn hogere rentebaten en lagere kapitaallasten (rente en afschrijving) als gevolg van investeringen die achterblijven. Dat is een van de opvallendste uitkomsten van de Barometer Nederlandse Gezondheidszorg 2025 van EY. Aansluitend aan de officiële presentatie van dit in en buiten de zorgsector veel geraadpleegde onderzoek gingen enkele prominente (zorg)bestuurders met elkaar in debat over de belangrijkste resultaten van de zorgbarometer.


Over dit artikel

Lees ook

Hoe voorspellende data de zorgsector kan transformeren

De zorg staat onder druk. Voorspellende data biedt een uitweg: strategisch inzicht, betere samenwerking en toekomstbestendige beslissingen. Ontdek hoe jouw organisatie regie kan nemen. Shape the future with confidence.

Nederlandse gezondheidszorg in crisis, einde van stelsel nabij?

Het is onvermijdelijk dat patiënten en cliënten de gevolgen gaan ondervinden van het vastlopende zorgsysteem.

Hoe zorgen we dat de zorg niet wegzakt in een moeras van willekeur?

De zorgsector heeft het zwaar. Bijna een op de drie zorginstellingen leed in 2022 verlies. Het wordt tijd dat de zorgverzekeraars een duidelijke koers bepalen.