Aflopende deelnemingsvrijstelling geldt ook voor opties

Hoge Raad beslist over reikwijdte deelnemingsvrijstelling voor aflopende deelneming; gedekte callopties op verwaterd aandelenbelang kunnen er ook onder vallen
De Hoge Raad heeft recentelijk arrest gewezen over de reikwijdte van de deelnemingsvrijstelling voor zogenoemde aflopende deelnemingen. De Hoge Raad beslist dat ook opties (onder voorwaarden) onder de aflopende deelnemingsvrijstelling kunnen vallen.

Aflopende deelneming

Op grond van de deelnemingsvrijstelling zijn alle voordelen (bijvoorbeeld dividend) uit een kwalificerende deelneming vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Ook voordelen uit opties kunnen onder voorwaarden onder toepassing van de deelnemingsvrijstelling vallen.

De regeling voor aflopende deelnemingen houdt in dat de deelnemingsvrijstelling nog maximaal drie jaren van toepassing blijft nadat een aandelenbelang dat eerst een deelneming was, dat wil zeggen een belang van 5% of meer, onder de 5% is gezakt. Dit kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van een gefaseerde vervreemding of verwatering van een aandelenpakket. Wel is als voorwaarde gesteld dat in de voorafgaande periode van minimaal een jaar de deelnemingsvrijstelling onafgebroken van toepassing moet zijn geweest ten aanzien van dit belang.

Onderhavige zaak

De belanghebbende hield 8,5% van de aandelen en daarnaast gedekte callopties op 2,34% van de aandelen in een Japanse vennootschap. Door een beursgang is haar belang verwaterd tot 2,28% van de aandelen en daarnaast gedekte opties op 1,58% van de aandelen. Binnen drie jaar na de beursgang zijn alle opties uitgeoefend en alle aandelen in fasen verkocht. In geschil is onder meer of na de beursgang de aflopende deelnemingsvrijstelling ook geldt voor het resultaat op de opties. Partijen waren het er wel over eens dat de deelnemingsvrijstelling geldt voor het resultaat op het 2,28% aandelenbelang.

Hoge Raad

De Hoge Raad beslist dat ook de opties onder de aflopende deelnemingsvrijstelling vallen. Het verkoopresultaat van de opties valt daarmee ook onder de deelnemingsvrijstelling.

De Hoge Raad geeft onder meer aan dat dit volgt uit eerdere jurisprudentie (Falcons-arrest). In het Falcons-arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de deelnemingsvrijstelling ertoe strekt te voorkomen dat in een deelnemingsverhouding dezelfde winst tweemaal in een belasting naar de winst wordt betrokken. Volgens de Hoge Raad past het dan om, indien het belang bij een tot een deelneming behorend aandeel wordt opgesplitst, zoals door het schrijven van een optie op dat aandeel, bij beide belanghebbenden bij dat aandeel de deelnemingsvrijstelling toe te passen zodat de deelnemingsvrijstelling geldt voor alle voor- en nadelen van dat aandeel.

De Hoge Raad oordeelt dat het evenzeer met de in het Falcons-arrest verwoorde strekking van de deelnemingsvrijstelling om de regeling voor de aflopende deelnemingsvrijstelling toe te passen met betrekking tot hun beider belang bij dat aandeel.

Dit is volgens de Hoge Raad ook in overeenstemming met de ratio van die bepaling. De Hoge Raad wijst erop dat die ratio gelding heeft voor het gehele belang dat onder de werking van de deelnemingsvrijstelling valt, dus ook voor zover het betreft een belang dat is afgesplitst van een tot een deelneming behorend aandeel, zoals een optie. Er is dan volgens de Hoge Raad ook geen goede grond om de regeling voor aflopende deelnemingen niet overeenkomstig toe te passen op van die deelnemingen afgesplitste belangen zoals opties.


Schrijf u hier in voor onze fiscale nieuwsbrief

Blijf altijd up-to-date over fiscale ontwikkelingen: schrijf u hier in voor een van onze Tax nieuwsbrieven.