Besluit voorkoming dubbele erf- en schenkbelasting geactualiseerd

Onderdeel vervallen omdat dit door rechtspraak is achterhaald; nieuw onderdeel bevat goedkeuring voor toepassing evenredigheidsbreuk; overige onderdelen in lijn gebracht met huidige wet- en regelgeving

De Staatssecretaris van Financiën heeft recentelijk het besluit voorkoming dubbele erf- en schenkbelasting geactualiseerd. Het besluit is een actualisering van het besluit van 15 oktober 2014 en bevat het beleid over voorkoming van dubbele schenk- en erfbelasting en de toepassing van de woonplaatsficties in de Successiewet 1956. 

Het besluit is op de volgende onderdelen aangepast:

  • Onderdeel 2 bevat een goedkeuring voor verrekening van uitstel van betaling van Belgisch Successierecht verleend op grond van artikel 79 van het Wetboek der Successierechten. De tekst is aangepast omdat deze bepaling niet langer in het Vlaamse Gewest van kracht is.
  • Onderdeel 6 is aangevuld in verband met de inwerkingtreding van de Europese Erfrechtverordening. 
  • Onderdeel 7 is aangevuld met een onderdeel dat de behandeling voor de schenk- en erfbelasting beschrijft van een ambtenaar die werkt voor een in Nederland gevestigde internationale organisatie. 
  • Onderdeel 12 van het oude besluit is vervallen. In onderdeel 12 van het oude besluit werd verondersteld dat de schenking uit een huwelijksgoederengemeenschap (economisch gezien) voor de helft wordt toegerekend aan ieder van de echtgenoten. Naar aanleiding van een uitspraak van gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is deze veronderstelling en daarmee dit onderdeel achterhaald. In deze uitspraak heeft het gerechtshof beslist dat de enkele omstandigheid dat echtgenoten in algehele gemeenschap van goederen zijn gehuwd, niet betekent dat een echtgenoot (mede) partij is bij een door de andere echtgenoot aangegane rechtshandeling. De omstandigheid dat een echtgenoot in gemeenschap van goederen is gehuwd, brengt dus niet mee dat de andere echtgenoot partij is bij de schenking. Voor de toepassing van het desbetreffende wetsartikel zijn dus alleen de woonplaats en nationaliteit van de handelende echtgenoot van belang. 
  • In het nieuwe onderdeel 12 is een goedkeuring opgenomen waardoor het mogelijk is om in de noemer van de evenredigheidsbreuk rekening te houden met de vrijstelling van de bedrijfsopvolgingsregeling. De bepaling regelt de wijze waarop de vermindering van erfbelasting plaatsvindt als de erflater een buitenlandse onderneming en onroerende zaken heeft die daar zijn onderworpen aan een gelijksoortige belasting.
  • De overige onderdelen van het besluit zijn overgenomen uit het genoemde besluit van 15 oktober 2014. Daarbij zijn waar nodig ter verduidelijking enkele redactionele wijzigingen aangebracht, zonder inhoudelijke gevolgen. 

Het gehele besluit vindt u hier.


Schrijf u hier in voor onze fiscale nieuwsbrief

Blijf altijd up-to-date over fiscale ontwikkelingen: schrijf u hier in voor een van onze Tax nieuwsbrieven.