Conclusie A-G over belastingrente vennootschapsbelasting

A-G zet streep door 8% belastingrente en adviseert marktrente! Hoge Raad is nu aan zet.

De Advocaat-Generaal heeft recentelijk geconcludeerd in een zaak over de belastingrente in de vennootschapsbelasting. Volgens de A-G is de belastingrente van 8% te hoog.

Op 7 november 2024 heeft Rechtbank Noord-Nederland een belangrijke uitspraak gedaan in een zaak over de belastingrente. De rechtbank heeft geoordeeld dat de belastingrente in de vennootschapsbelasting van 8% (zoals toegepast voor de jaren 2022 en 2023) te hoog is en dat in het onderhavige geval moest worden gerekend met 4%. De Belastingdienst was het niet eens met deze uitspraak en heeft beroep ingesteld. Beide partijen in deze zaak hebben ingestemd om de zaak direct voor te leggen aan de Hoge Raad. 

Het oordeel van de rechtbank heeft geleid tot veel bezwaren tegen de hoogte van het belastingrentepercentage. Als gevolg daarvan heeft de staatsecretaris van Financiën de bezwaren tegen de hoogte van het belastingrentepercentage, voor zowel de vennootschapsbelasting als overige belastingmiddelen, aangemerkt als massaal bezwaar. Dit houdt in dat één of meer zaken worden uitgeprocedeerd, en alle lopende bezwaren met dezelfde rechtsvraag worden aangehouden totdat de Hoge Raad hierop beslist. Die bezwaren worden daarna met een collectieve uitspraak afgedaan in overeenstemming met het eindoordeel van de Hoge Raad.

De conclusie van de A-G in bovengenoemde zaak is nu verschenen en de A-G adviseert de Hoge Raad om een streep te zetten door de 8%. Volgens de A-G is de bedoeling van de wetgever geweest om aan te sluiten bij de verzuimrenteregeling in de Awb waarin het gaat om compensatie van renteschade. Daarom zou het rentepercentage dan moeten worden vastgesteld op een percentage dat voldoet ter compensatie van de schade en niet hoger. Voorts wordt het motiveringsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel volgens de A-G geschonden. 

De A-G concludeert dan ook om het cassatieberoep van de staatsecretaris ongegrond te verklaren. In de onderhavige casus zou dit betekenen dat een rentepercentage van 4 van toepassing is. De A-G gaat echter verder in zijn conclusie en betoogt dat voor andere bezwaarmakers (ook degene die tot het massaal bezwaar behoren) een ander percentage zou moeten gelden. Hij spoort de Hoge Raad aan om hier uitspraak over te doen in het belang van de rechtsontwikkeling en de rechtszekerheid. Het lijkt de A-G redelijk om aan te sluiten bij de wettelijke niet-handelsrente zoals van toepassing in een bepaald jaar. 

Het is nu wachten op het oordeel van de Hoge Raad. 

Mocht u te maken hebben met belastingrente bij een (voorlopige) aanslag, dan adviseren wij om te bekijken of het mogelijk is om aan te sluiten bij de massaal bezwaarprocedure of anderszins actie te ondernemen.