Fiscale regeling medewerkersparticipatie startups en scaleups

Nieuwe regeling verlaagt belasting op aandelenopties en verschuift heffingsmoment naar verkoop, om talent aan startups en scale-ups te binden

De minister van Economische Zaken heeft vlak voor de val van het kabinet laten weten dat het kabinet heeft besloten tot een nieuwe fiscale maatregel die gericht is op het versterken van het startup- en scale-up ecosysteem in Nederland. Deze maatregel beoogt de toegang tot talent voor jonge innovatieve bedrijven te verbeteren door aandelenoptierechten voor werknemers fiscaal aantrekkelijker te maken. 

De minister geeft aan dat succesvolle startups en scale-ups essentieel zijn voor een vitale economie. Zij dragen bij aan innovatie, productiviteitsgroei en maatschappelijke transities. Nederland kent weliswaar relatief veel startups, maar het aantal dat succesvol doorgroeit naar scale-up ligt onder het EU-gemiddelde. De beperkte toegang tot talent vormt daarbij een belangrijke belemmering.

De minister merkt op dat medewerkersparticipatie via aandelenopties in andere landen, zoals het Verenigd Koninkrijk, beter is geregeld. Nederland scoort internationaal laag vanwege de relatief hoge belastingdruk en het heffingsmoment bij verkrijging in plaats van bij verkoop van de aandelen. In reactie hierop is een fiscale regeling ontwikkeld die meer in lijn is met internationale standaarden.

Volgens de bewindsman voorziet de voorgestelde regeling in twee hoofdaanpassingen. Ten eerste wordt het inkomen uit aandelenopties slechts voor 65% in de heffing betrokken, wat resulteert in een effectief belastingtarief dat vergelijkbaar is met box 2-heffing. Ten tweede wordt het heffingsmoment uitgesteld tot het moment van daadwerkelijke verkoop van de aandelen. Zo wordt voorkomen dat belasting moet worden betaald zonder dat er liquide middelen beschikbaar zijn.

De regeling is gericht op werknemers van jonge, innovatieve en niet-beursgenoteerde bedrijven. Voor de uitvoering sluit de regeling aan bij de definitie van startups en scale-ups die in het toekomstige box 3-stelsel wordt gehanteerd. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) zal bepalen of een onderneming aan de voorwaarden voldoet.

De minister benadrukt dat de regeling controleerbaar en handhaafbaar wordt ingericht. Dit houdt onder meer in dat het aandelenbezit zichtbaar blijft en de heffing via de loonbelasting plaatsvindt. Tevens worden staatssteunaspecten onderzocht.

Volgens de bewindsman is het voorstel in overeenstemming met het toetsingskader voor nieuwe fiscale regelingen en bevat het een horizonbepaling van zeven jaar, waarna evaluatie en eventueel heroverweging kunnen plaatsvinden. De regeling is uitsluitend gericht op groeideling bij startups en scale-ups en niet op bredere winstdeling, vanwege de specifieke risico’s en kenmerken van deze ondernemingen.

De structurele budgettaire derving van € 25 miljoen wordt gedekt door het afschaffen van de stakingsaftrek en meewerkaftrek, die beide als ondoelmatig zijn geëvalueerd. Deze worden per 2027 met 75% versoberd en per 2030 afgeschaft.

Tot slot geeft de minister aan dat het wetsvoorstel wordt voorbereid met als beoogde inwerkingtreding 1 januari 2027. In het eerste kwartaal van 2026 wordt het wetsvoorstel aan de Kamer aangeboden, voorafgegaan door een internetconsultatie.

De gehele Kamerbrief vindt u hier.


Schrijf u hier in voor onze fiscale nieuwsbrief

Blijf altijd up-to-date over fiscale ontwikkelingen: schrijf u hier in voor een van onze Tax nieuwsbrieven.