Gevolgen val kabinet voor pakket Belastingplan 2026

Behandeling pakket aangepast vanwege verkiezingen; kabinet streeft naar tijdige uitvoering fiscale maatregelen

De Staatssecretaris van Financiën heeft recentelijk de Eerste en de Tweede Kamer geïnformeerd over de gevolgen van de val van het kabinet voor het Belastingplan 2026.

Het demissionair kabinet presenteert op Prinsjesdag 2025 een pakket Belastingplan 2026 bestaande uit acht wetsvoorstellen met inwerkingtreding per 1 januari 2026. Deze voorstellen bevatten onder meer fiscale maatregelen op het gebied van inkomen, klimaat, mobiliteit en internationale regelgeving. Vanwege de demissionaire status van het kabinet en het verkiezingsreces van de Tweede Kamer is de parlementaire behandeling aangepast. De schriftelijke behandeling van het pakket zal vóór het verkiezingsreces plaatsvinden; de plenaire behandeling en stemmingen worden uitgesteld tot na de beëdiging van de nieuwe Kamerleden.

De staatssecretaris geeft aan dat het Belastingplan nauw verbonden is met de begroting voor het jaar 2026. Ook Europese verplichtingen en gerechtelijke uitspraken maken tijdige wetgeving noodzakelijk. Volgens de bewindsman is het van belang dat het volledige pakket per 1 januari 2026 in werking treedt.

Parameters

De staatssecretaris merkt op dat de Belastingdienst, Toeslagen en Douane voorbereidingen moeten treffen in de laatste maanden van 2025. Voor inkomensheffingen geldt dat parameterwaarden uiterlijk 14 november bekend moeten zijn om voorlopige aanslagen tijdig te kunnen opleggen. Voor de motorrijtuigenbelasting en invorderingsrente geldt eveneens 14 november als uiterste datum. Voor de loonheffingen is afgesproken dat parameters uiterlijk op 1 december worden aangeleverd aan softwareleveranciers. Voor diverse andere belastingmiddelen is de uiterste datum voor wijzigingen aan parameterwaarden eveneens 1 december.

De staatssecretaris geeft aan dat mocht de behandeling in de Tweede Kamer leiden tot wijzigingen in de parameters, deze kunnen worden verwerkt in de definitieve-aanslagregeling voor belastingjaar 2026 die in 2027 wordt opgelegd. Vooruitlopend daarop kunnen burgers gedurende 2026 zelf een nieuwe voorlopige aanslag vragen voor het belastingjaar 2026 waarin met de bijgestelde parameterwaarden wordt gerekend.

Verwachte wetsvoorstellen

Het pakket omvat onder andere het wetsvoorstel Belastingplan 2026 met aanpassingen in de schenk- en erfbelasting, uitbreiding van de fietsregeling en structurele invoering van de RVU-drempelvrijstelling. Daarnaast is er een wetsvoorstel tot behoud van het verlaagde btw-tarief op cultuur, media en sport gefinancierd door een aangepaste inflatiecorrectie in de inkomstenbelasting. Ook wordt een wetsvoorstel ingediend voor differentiatie van het tarief voor vliegbelasting naar afstand per 2027. Verder wordt met het wetsvoorstel Wet stroomlijning fiscaal inzagerecht een aanpassing voorgesteld om het recht op dossierinzage per 31 december 2025 uitvoerbaar te maken. Andere wetsvoorstellen betreffen de implementatie van administratieve OESO-richtsnoeren rond de minimumbelasting, gegevensuitwisseling in het kader van DAC9, en nadere uitwerking van het Europese koolstofcorrectiemechanisme (CBAM). Tot slot bevat het pakket een wetsvoorstel met overige fiscale maatregelen, waaronder reparaties bij pensioenregelingen en aanpassingen rond groen beleggen.

Amendementen

Volgens de bewindsman is een zorgvuldige voorbereiding van fiscale wetgeving essentieel. Hij roept Kamerleden op terughoudend om te gaan met amendementen, gezien de beperkte tijd voor een degelijke beoordeling.

Budgettaire gevolgen arrest over liquidatieverlies

De staatssecretaris wijst tot slot op het arrest van de Hoge Raad van 21 maart 2025 over de liquidatieverliesregeling in de vennootschapsbelasting en de budgettaire gevolgen. De uitkomst van het arrest was dat de Ierse group-reliefregeling geen belemmering vormt voor de aftrek van liquidatieverlies (zie hierover EYFN 2025/13). De staatssecretaris geeft aan onderzoek te doen naar de mogelijkheden om dekking van de budgettaire derving al dan niet binnen de liquidatieverliesregeling te vinden.

De gehele Kamerbrief vindt u hier.