Hof acht werkgever niet aansprakelijk voor navorderingsaanslagen inkomstenbelasting

In september 2023 heeft de Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan over goed werkgeverschap. Het Hof heeft nu uitspraak gedaan in de verwijzingszaak.

Hoge Raad (22 september 2023)

Kern van de zaak was dat de Hoge Raad oordeelde dat werkgevers uit hoofde van goed werkgeverschap onder omstandigheden gehouden zijn de werknemer in kennis te stellen van een wijziging van regelgeving die voor diens fiscale positie van belang is. Dit is in het bijzonder het geval, als de desbetreffende informatie ook van belang is voor de inhouding en afdracht van loonheffingen. 

De zaak draait om twee in Zwitserland woonachtige piloten in dienst bij een vliegtuigmaatschappij vanaf 1990 respectievelijk 1991. Op basis van het oude belastingverdrag tussen Nederland en Zwitserland, was het arbeidsinkomen van deze piloten niet in Nederland belast. Echter, door inwerkingtreding van een nieuw belastingverdrag per 1 januari 2012 waren de betreffende werknemers vanaf dat moment belastingplichtig in Nederland over het loon dat de werkgever hen betaalde. De vraag die centraal staat is of de vliegtuigmaatschappij op grond van goed werkgeverschap gehouden was om de werknemers te waarschuwen voor, dan wel te informeren over de wijziging van het belastingverdrag. 

Nadat de Belastingdienst in 2017 en 2018 navorderingsaanslagen inkomstenbelasting heeft opgelegd aan de werknemers, hebben zij de werkgever aansprakelijk gesteld voor de schade. De kantonrechter heeft de vorderingen van de werknemers gedeeltelijk toegewezen; de aansprakelijkheid van de werkgever in vastgesteld op 50%. In hoger beroep wijst het hof de vorderingen alsnog volledig af. 

De Hoge Raad oordeelt dat dat het op zich juist is, zoals het hof heeft overwogen, dat een werknemer zelf verantwoordelijk is voor correcte nakoming van zijn fiscale verplichtingen en dat de werkgever daarbij in beginsel geen adviserende taak heeft. Echter, de werkgever kan uit hoofde van goed werkgeverschap onder omstandigheden wel gehouden zijn de werknemer in kennis te stellen van een wijziging van regelgeving die voor diens fiscale positie van belang is. Dat zal in het bijzonder het geval kunnen zijn als de desbetreffende informatie evenzeer van belang is voor de verplichting tot inhouding en afdracht van loonbelasting, die op de werkgever rust. Een werkgever behoort uit hoofde van die verplichting immers van dergelijke informatie op de hoogte te zijn. In de onderhavige casus was dit het geval, aangezien de werkgever over had moeten gaan tot het inhouden van Nederlandse loonbelasting.

Ook is van belang of en in hoeverre de werknemer nadelige gevolgen kan ondervinden van onbekendheid met bedoelde informatie, aldus de Hoge Raad. Het hof heeft dit ofwel niet juist onderkend, of zijn oordeel onvoldoende gemotiveerd. De Hoge Raad verwijst de zaak daarom terug naar het hof.

Gerechtshof Den Haag

Hof Den Haag onderzoekt nader in hoeverre de werkgever aansprakelijk is. Daarbij stelde het Hof vast dat het in Nederland belastbare inkomen voor de Zwitserse belastingheffing alleen in aanmerking is genomen voor het bepalen van het van toepassing zijnde belastingtarief, maar dat het arbeidsinkomen niet zelfstandig in Zwitserland belast is geweest. Het door de werknemers ingenomen standpunt dat zij in Zwitserland ook over het arbeidsinkomen belasting hadden betaald, was daarom niet correct. Ook kon ervan uit worden gegaan dat het een algemene bekendheid is dat het arbeidsinkomen ergens belast moest worden; was het niet in Zwitserland dan wel in Nederland. De vordering van de werknemers is daarom door het Hof afgewezen.

Concluderend blijft de uitspraak van de Hoge Raad over goed werkgeverschap in stand, echter waren de werknemer in casus wel op de hoogte van de belastingplicht over het inkomen in Nederland, hoeft de werkgever daarom geen schade te vergoeden.


Schrijf u hier in voor onze fiscale nieuwsbrief

Blijf altijd up-to-date over fiscale ontwikkelingen: schrijf u hier in voor een van onze Tax nieuwsbrieven.