Wijziging stelt grenswerkers in staat om jaarlijks maximaal 34 dagen vanuit huis te werken zonder dat zij belasting hoeven te betalen in beide landen
Op 14 april 2025 hebben Nederland en Duitsland een belangrijke wijziging aangekondigd in hun belastingverdrag, specifiek gericht op grenswerkers. Deze wijziging stelt grenswerkers in staat om jaarlijks maximaal 34 dagen vanuit huis te werken, waarbij zij uitsluitend in het vestigingsland van de werkgever belasting betalen.
Traditioneel moeten grenswerkers belasting betalen in hun woonland over het inkomen dat ziet op thuiswerkdagen en betalen ze belasting in het land waar de werkgever is gevestigd over inkomen dat ziet op in dat land gewerkte dagen.
Door de introductie van de thuiswerkregeling, is het inkomen van de grenswerker volledig belast in het land van de werkgever, ook wanneer de grenswerker tot maximaal 34 dagen vanuit huis werkt. Afgesproken is dat sprake is van een thuiswerkdag als meer dan 30 minuten per dag wordt thuisgewerkt. Het doel van deze regeling is een administratieve lastenverlichting voor de grensarbeider.
Het is belangrijk op te merken dat niet alle grenswerkers direct profiteren van deze regeling. Werknemers die regelmatig 1 à 2 dagen per week vanuit huis werken, kunnen immers geen gebruik maken van de regeling, omdat ze op meer dan 34 thuiswerkdagen uit zullen komen.
Nederland streeft naar een verdergaande thuiswerkregeling. Duitsland en Nederland hebben daarom een intentieverklaring ondertekend waarin is afgesproken om op termijn door te praten over een thuiswerkregeling met meer dan 34 werkdagen per kalenderjaar. Daarbij willen beide landen, waar mogelijk, ook meer zekerheid bieden aan werkgevers over de fiscale gevolgen van het thuiswerken door grenswerkers.
Voordat de wijziging van het verdrag in werking treedt, moet het verdrag het reguliere ratificatieproces doorlopen.
Vooruitlopend op de wijziging in (onder andere) het belastingverdrag met Duitsland, is in het Belastingplan 2025 al een wijziging van de nationale wet opgenomen. Voorheen kon van een niet-inwoner namelijk (onder omstandigheden) alleen inkomstenbelasting worden geheven over niet-Nederlandse werkdagen, als sprake was van een Nederlandse inhoudingsplichtige voor de loonbelasting. Aan de wet is nu toegevoegd dat belastingheffing ook mogelijk is over de niet-Nederlandse werkdagen, als het heffingsrecht over het loon op grond van een belastingverdrag aan Nederland is toegewezen.