Knelpunten kwijtscheldingsbeleid

Staatssecretaris beantwoordt vragen over het voorkomen dat financieel gezonde bedrijven onnodig failliet gaan en het bieden van maatwerk voor ondernemers met coronabelastingschulden

De staatssecretaris van Financiën heeft recentelijk vragen beantwoord over de behandeling van coronabelastingschulden en de effectiviteit van het huidige kwijtscheldingsbeleid. De bewindsman merkt onder meer op dat de laatste evaluatie van het kwijtscheldingsbeleid heeft geleid tot verduidelijking van het beleid ten aanzien van dwangcrediteuren en de termijn waarbinnen het aangeboden bedrag kan worden voldaan.

De staatssecretaris benadrukt dat de zorgen van ondernemers en hun adviseurs serieus worden genomen en dat er alternatieven zijn voor levensvatbare ondernemingen die niet kunnen voldoen aan de standaard betalingsregeling van zestig maanden. Een van deze alternatieven is een saneringsakkoord, waarbij een deel van de belastingschuld kan worden kwijtgescholden.

De staatssecretaris geeft aan dat er een werkgroep is opgericht binnen het ministerie van Financiën en de Belastingdienst om het beleid te evalueren en aanpassingen te overwegen. Hij meldt dat er per 1 juli 2025 twee wijzigingen in de Leidraad Invordering 2008 haalbaar zijn, met betrekking tot de termijn voor betaling van het akkoordbedrag en verduidelijkingen rondom dwangcrediteuren.

Bij de evaluatie van het kwijtscheldingsbeleid voor grote bedrijven met aanzienlijke schulden, merkt de staatssecretaris op dat er slechts een beperkt aantal saneringsverzoeken is ingediend. De meeste verzoeken zijn afgewezen, vaak vanwege meerdere afwijzingsgronden. Het grootste knelpunt blijkt te liggen bij concurrente crediteuren, waarbij ondernemers niet willen dat crediteuren op de hoogte zijn van hun financiële problemen.

De staatssecretaris erkent verder dat de huidige beleidsmatige uitzonderingsmogelijkheid om bepaalde crediteuren buiten een saneringsakkoord te houden, geen oplossing biedt voor operationele uitdagingen. Hij begrijpt dat het aanschrijven van een grote hoeveelheid crediteuren problematisch kan zijn en dat dit risico's met zich meebrengt voor de liquiditeitspositie van ondernemers. Hij monitort signalen uit de praktijk en onderzoekt mogelijke oplossingen die de operationele uitdagingen kunnen verlichten zonder een onevenredig risico op concurrentieverstoring te creëren.

Wat betreft de terugbetalingstermijnen na sanering, stelt de staatssecretaris dat het uitgangspunt is dat het akkoordbedrag in één keer moet worden betaald, maar dat er onder voorwaarden ook betalingsregelingen mogelijk zijn. Hij geeft aan dat er behoefte is aan meer flexibiliteit in de praktijk en dat er per 1 juli 2025 een wijziging in het beleid wordt geïntroduceerd om langere betalingsregelingen mogelijk te maken, mits de ondernemer aannemelijk maakt dat hij het bedrag niet binnen twaalf maanden kan voldoen.

De staatssecretaris legt uit dat de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) meer ruimte biedt voor saneringen dan het reguliere saneringsbeleid. Hij benadrukt dat signalen uit de praktijk worden gemonitord en dat er een werkgroep actief is om te onderzoeken of aanpassingen aan het fiscale saneringsbeleid nodig zijn.

Ten slotte benadrukt de staatssecretaris dat het belangrijk is om te voorkomen dat ondernemers na een afgewezen verzoek geconfronteerd worden met onrealistische aflossingseisen. Hij stelt dat maatwerkgerichte beoordelingen mogelijk zijn om de impact op ondernemers te verlichten.

De gehele Kamerbrief vindt u hier.


Schrijf u hier in voor onze fiscale nieuwsbrief

Blijf altijd up-to-date over fiscale ontwikkelingen: schrijf u hier in voor een van onze Tax nieuwsbrieven.