Nieuw besluit over fondsen

Nieuw beleid voor de fonds voor gemene rekening in de vennootschapsbelasting en transparant fonds in de inkomstenbelasting

Met ingang van 1 januari 2025 geldt een aangepaste definitie van het begrip fonds voor gemene rekening in de vennootschapsbelasting en is het begrip "transparant fonds" geïntroduceerd in inkomstenbelasting. In dit besluit is beleid over deze fondsen opgenomen. 

De staatssecretaris licht in het besluit toe dat per 1 januari 2025 een deels nieuwe definitie geldt voor het fonds voor gemene rekening. Met ingang van 1 januari 2025 is het zogenoemde toestemmingsvereiste ten aanzien van de verhandelbaarheid van de bewijzen van deelgerechtigdheid vervallen. Het toestemmingsvereiste is daarmee niet langer een onderscheidend criterium voor de zelfstandige vennootschapsbelastingplicht van een fonds voor gemene rekening. Een nieuw onderscheidend criterium is dat een fonds voor gemene rekening moet zijn aangemerkt als een beleggingsfonds of fonds voor collectieve belegging in effecten als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht. 

In de wet op de inkomstenbelasting is een definitie opgenomen van een transparant fonds. De staatssecretaris geeft onder meer aan dat verschil met een fonds voor gemene rekening is, dat een fonds voor gemene rekening twee aanvullende kenmerken heeft: de koppeling met artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht en de eis dat sprake moet zijn van verhandelbare bewijzen van deelgerechtigdheid. De staatssecretaris legt uit dat daarbij bewijzen van deelgerechtigdheid niet als verhandelbaar worden aangemerkt indien vervreemding uitsluitend kan plaatsvinden aan het fonds zelf. 

In het besluit is beleid opgenomen over het fonds voor gemene rekening en het transparante fonds en het besluit dient mede ter verduidelijking voor de kwalificatie als fonds voor gemene rekening of transparant fonds. 

Het besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Het gehele besluit vindt u hier.