Standpunten over onder meer kosten ter zake van vervreemding deelneming in verband met juridische moeder-dochterfusie
De Belastingdienst maakt (vrijwel) iedere week kennisgroepstandpunten openbaar op een speciaal daarvoor bestemde website van de Belastingdienst. De Belastingdienst streeft daarmee naar meer transparantie in de uitvoering.
In de afgelopen week zijn weer nieuwe standpunten op de website toegevoegd. Hieronder een overzicht van de nieuw toegevoegde standpunten in de periode van 6 januari 2025 tot en met 13 januari 2025.
Aan- en verkoopkosten van een deelneming zijn niet aftrekbaar. De Kennisgroep deelnemingsvrijstelling heeft de vraag beantwoord of kosten van een vervreemding van een deelneming aftrekbaar zijn na een juridische moeder-dochterfusie. In deze casus is de moedervennootschap de verkrijgende rechtspersoon en de dochtervennootschap de verdwijnende rechtspersoon.
Een belastingplichtige houdt alle aandelen in Y. Op dit aandelenbelang is de deelnemingsvrijstelling van toepassing. Op enig moment vindt er een juridische fusie plaats tussen de belastingplichtige als verkrijgende rechtspersoon en Y als verdwijnende rechtspersoon. Ter zake van deze juridische moeder-dochterfusie worden kosten gemaakt door de belastingplichtige. Verondersteld wordt dat deze kosten terecht aan de belastingplichtige zijn gealloceerd.
De Belastingdienst geeft aan dat de belastingplichtige fiscaal wordt geacht Y ten tijde van de fusie te hebben vervreemd. Tegelijkertijd heeft de belastingplichtige ten tijde van de fusie op grond van het civiele recht de vermogensbestanddelen van Y verkregen. Het aftrekverbod (van artikel 13, eerste lid, Wet Vpb 1969) is volgens de Belastingdienst van toepassing op het deel van de kosten dat kan worden toegerekend aan de vervreemding van Y en daarmee tevens rechtstreeks oorzakelijk verband houdt in de zin van jurisprudentie van de Hoge Raad.
De Belastingdienst wijst erop dat het aan de behandelend inspecteur is om te bepalen welk deel van de kosten is toe te rekenen aan de vervreemding van Y en welk deel van de kosten is toe te rekenen aan de verkrijging van de vermogensbestanddelen (en al dan niet geactiveerd moet worden). Hierbij zal volgens de Belastingdienst in een casus als de onderhavige, waarin sprake is van een juridische moeder-dochterfusie, doorgaans geen of een (zeer) beperkt deel van de kosten kunnen worden toegerekend aan de vervreemding van de aandelen Y.
De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft een aantal standpunten geactualiseerd naar aanleiding van wetswijzigingen per 1 januari 2025. Verder is van de gelegenheid gebruik gemaakt om enkele redactionele wijzigingen in deze standpunten aan te brengen.
Deze standpunten kunnen worden aangemerkt als beleid van de Belastingdienst. De standpunten geven uitleg aan wet- en regelgeving in een specifiek geval en zijn bindend voor de inspecteurs.
Alle kennisgroepstandpunten vindt u hier.