Rapport over beter beleid en aanpak fiscale regelingen

Rapport over schrappen en hervormen van fiscale regelingen rond ondernemerschap, verlaagde btw-tarieven, eigenwoningregelingen en overige regelingen voor een eenvoudiger belastingstelsel

De Staatssecretaris van Financiën heeft recentelijk een rapport “Kansen voor lagere tarieven en beter beleid – Aanpak fiscale regelingen voor een eenvoudiger en beter belastingstelsel” naar de Tweede Kamer gestuurd. Uit het rapport blijkt dat veel fiscale regelingen hun doel niet goed bereiken, achterhaald zijn of het belastingstelsel ingewikkeld maken. Het (demissionair) kabinet onderzoekt daarom ingrijpende aanpassingen, waarbij regelingen kunnen worden afgeschaft, aangepast of omgevormd. Daarbij zijn clusters gevormd rond ondernemerschap, verlaagde btw-tarieven en eigenwoningregelingen, maar ook individuele regelingen zijn tegen het licht gehouden.

Fiscale regelingen

In het rapport staat dat fiscale regelingen vaak worden ingevoerd met een specifiek beleidsdoel. Uit evaluaties blijkt dat slechts een klein deel van de regelingen positief is beoordeeld; veel regelingen blijken niet effectief of ongericht, complex voor de uitvoering, slecht uitvoerbaar voor belastingplichtigen of achterhaald.

Onderhoud belastingstelsel

In het rapport wordt opgemerkt dat onderhoud van het belastingstelsel noodzakelijk is en kansen biedt voor vereenvoudiging, lagere tarieven en beter beleid. Voor regelingen met een negatieve beoordeling zijn beleidsopties uitgewerkt die zien op afschaffen, aanpassen of omvormen. De budgettaire opbrengst daarvan kan oplopen tot maximaal € 35 miljard. Dit geld kan volgens het Ministerie van Financiën bijvoorbeeld worden gebruikt om belastingtarieven voor burgers en bedrijven te verlagen, waardoor de maatschappelijke winst breed voelbaar is. 

Clusters

In het rapport zijn integrale beleidsrichtingen uitgewerkt voor gebieden waar veel winst te behalen is. Daarbij worden regelingen in clusters bezien om een bredere beleidsmatige invalshoek mogelijk te maken, omdat meerdere regelingen vaak dezelfde doelstellingen of doelgroepen raken. De volgende clusters zijn gevormd: 

  • Ondernemerschap en ondernemingen
  • Verlaagde btw-tarieven
  • Eigenwoningregelingen zoals de hypotheekrenteaftrek
Ondernemerschap

In het rapport staat beschreven dat fiscale ondernemerschapsregelingen veelal ongericht zijn en niet leiden tot de gewenste positieve (maatschappelijk) effecten. Het gaat om bijvoorbeeld de zelfstandigenaftrek, maar ook het lage vennootschapsbelastingtarief en het verlaagde MRB-tarief voor bestelauto’s van ondernemers. In het rapport wordt opgemerkt dat de ondernemerschapsregelingen zorgen voor een fiscaal verschillende behandeling van werkenden, wat een verstorend effect heeft op de arbeidsmarkt. Alle beleidsrichtingen gaan uit van het afschaffen en hervormen van de huidige regelingen. Langs deze lijnen is het mogelijk om werkenden gelijker te belasten, één vennootschapsbelastingtarief van 24% te hanteren en lagere lasten op arbeid (voor werkgevers en werknemers) te realiseren. Daarnaast zijn een verschuiving naar gerichter stimuleren van ondernemersactiviteiten met de focus op positieve maatschappelijke effecten en een korting in de MRB voor elektrische bestelauto’s onderdeel van alle beleidsrichtingen.

In het rapport wordt aangegeven dat de drie beleidsrichtingen verschillende accenten kennen als het gaat om het naar elkaar toebrengen van tarieven voor werkenden en ondernemers:

  1. een volledig gelijk gecombineerd toptarief voor alle werkenden; 
  2. een lager tarief over het eerste deel van de winstuitkeringen in box 2 en voor IB-ondernemers; of 
  3. een (iets) lagere belastingdruk voor alle ondernemerswinsten dan voor werknemers.

Optioneel is een terugsluis van de hogere MRB op bestelauto’s van ondernemers binnen het mobiliteitsdomein, bijvoorbeeld door een lagere MRB.

Btw-tarieven

In het rapport wordt opgemerkt dat het verlaagde btw-tarief ongericht is in het ondersteunen van minder draagkrachtigen en in algemene zin een ongeschikt instrument om beleidsdoelen te bereiken. De verschillende btw-tarieven zorgen voor complexiteit en hogere uitvoeringslasten door continue rechtszaken en discussies over afbakening. Een aantal verlaagde tarieven is volgens het rapport achterhaald en bij andere verlaagde tarieven geldt dat een alternatieve invulling, zoals een subsidieregeling, mogelijk hetzelfde doel bereikt tegen lagere kosten. Er worden drie beleidsrichtingen geschetst: 

  1. het (stapsgewijs) volledig uniformeren van de btw op een binnen de btw budgetneutraal tarief; 
  2. het (stapsgewijs) volledig uniformeren van de btw op 21% en de opbrengst volledig terugsluizen via andere belastingmiddelen; en 
  3. het gedeeltelijke uniformeren van de btw en inzetten op alternatieve instrumenten.
Eigenwoningregelingen

In het rapport wordt opgemerkt dat de eigenwoningregeling (hypotheekrenteaftrek en eigenwoningforfait) moeilijk navolgbaar is en te veel van het doenvermogen van mensen vraagt. Ook leidt de regeling volgens het rapport tot uitvoeringsproblemen en ongewenste neveneffecten zoals bovenmatige schuldenopbouw, hogere vermogensongelijkheid tussen kopers en huurders en verstoring van woonkeuzes. De geleidelijke aanpassing van de eigenwoningregeling kan deze problematiek verminderen en de mogelijkheid bieden tot alternatieve inzet van middelen, bijvoorbeeld voor significante lastenverlichting op arbeid. Opties hiertoe zijn stapsgewijze verhoging van het eigenwoningforfait en geleidelijke uitfasering van de hypotheekrenteaftrek. In het rapport staat dat het loslaten van de 30-jaarstermijn een mogelijkheid is om de complexiteit in de handhaving te verminderen, maar ook nadelen heeft in de vorm van een (tijdelijke) budgettaire derving.

Individuele regelingen

Tot slot wordt in het rapport opgemerkt dat ook een aanpak van individuele regelingen buiten de genoemde clusters kan bijdragen aan vereenvoudiging en beter beleid. Een groot deel van de beleidsopties ziet op het afbouwen en afschaffen van regelingen met daar tegenover lastenverlichting voor burgers en bedrijven. Met name een aantal regelingen is volgens het rapport complex voor de uitvoering en belastingplichtigen en is beperkt doeltreffend of doelmatig, zoals de landbouwvrijstelling, de bedrijfsopvolgingsfaciliteit (BOR), de diensttijdvrijstelling en de reisaftrek OV. In het rapport wordt erop gewezen dat voor sommige regelingen het behalve afschaffen ook mogelijk is om de regeling aan te passen waardoor deze eenvoudiger wordt of minder ruimhartig, zoals bij de BOR of de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA).

Het omvormen van sommige regelingen kan volgens het rapport zorgen voor substantiële vereenvoudiging, maar kent de nodige uitdagingen. Het gaat om de giftenaftrek, de aftrek specifieke zorgkosten en de teruggaveregeling in de energiebelasting voor religieuze en non-profitinstellingen. In het rapport wordt aangegeven dat deze regelingen bijzonder ingewikkeld zijn voor belastingplichtigen en/of de Belastingdienst. Tegelijkertijd is afschaffing zonder alternatief hier volgens het rapport niet voor de hand liggend.

Draagvlak

Volgens de opstellers van het rapport speelt draagvlak een doorslaggevende rol bij grotere aanpassingen van het belastingstelsel, omdat specifieke groepen fiscaal voordeel kunnen verliezen en dit als oneerlijk kunnen ervaren. Derhalve wordt het belangrijk geacht om stakeholders te betrekken bij de verdere uitwerking van de voorgestelde beleidsrichtingen.

De staatssecretaris geeft tot slot aan dat een eventuele reactie op het ambtelijke rapport aan een volgend kabinet is.

De Kamerbrief en het rapport vindt u hier.


Schrijf u hier in voor onze fiscale nieuwsbrief

Blijf altijd up-to-date over fiscale ontwikkelingen: schrijf u hier in voor een van onze Tax nieuwsbrieven.