Rapportage dividendstripping

Staatssecretaris werkt aan (nieuwe) maatregelen tegen dividendstripping die ter consultatie zullen worden aangeboden

De staatssecretaris van Financiën heeft op 27 juni 2025 een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over dividendstripping. Daarin geeft hij aan dat er onderzoek is gedaan naar maatregelen tegen dividendstripping en informeert hij de Tweede Kamer over mogelijke vervolgstappen. 

Dividendstripping

In binnenlandse situaties heeft een aandeelhouder die dividend ontvangt doorgaans recht op een verrekening, vrijstelling of teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting. Buitenlandse aandeelhouders hebben die mogelijkheden doorgaans minder of helemaal niet. 

Dividendstripping is een structuur waarbij de juridische eigendom van de aandelen van een buitenlandse aandeelhouder tijdelijk worden overgedragen aan een binnenlandse aandeelhouder die recht heeft op verrekening, vrijstelling of teruggaaf. Na de dividenduitkering gaat het juridische eigendom weer terug naar de oorspronkelijke aandeelhouder. Hierop zijn verschillende varianten mogelijk. Het belastingvoordeel kan tussen de betrokken partijen worden verdeeld. 

Onderzoek

In de wet zijn maatregelen tegen dividendstripping opgenomen. Per 1 januari 2024 zijn die maatregelen aangepast, waarbij vooral de bewijslastverdeling is aangescherpt. Volgens de staatssecretaris is het toezicht sinds eind 2023 geïntensiveerd. Ook is destijds onderzoek aangekondigd naar aanvullende regelgeving tegen dividendstripping. Er is onderzoek gedaan naar een aantal specifieke maatregelen. 

Nettorendementbenadering

Onderzocht is hoe een eventuele nettorendementbenadering kan worden vormgegeven. Het idee achter de nettorendementbenadering is dat een tegemoetkoming in de dividendbelasting niet op zijn plaats is als door een samenstel van transacties het rendement op de aandelen niet of slechts beperkt bij de ontvanger van het dividend terecht komt. De belastingplichtige heeft dan in wezen onvoldoende economisch belang bij de aandelen en bij het dividend.

Maatregel gericht op pensioenfondsen

Pensioenfondsen zijn (onder voorwaarden) vrijgesteld van vennootschapsbelasting. In het verlengde daarvan voorziet de wet in mogelijkheden tot vrijstelling of teruggaaf van dividendbelasting, indien het pensioenfonds de uiteindelijk gerechtigde is tot het dividend. Een pensioenfonds kan worden gebruikt om een dividendbelastingvoordeel te behalen ten behoeve van de eigenlijke aandeelhouder die in een minder gunstige dividendbelastingpositie verkeert. Uit het onderzoek blijkt dat dividendstripping met gebruik van pensioenfondsen mogelijk kan worden bestreden door geen vrijstelling of teruggaaf van dividendbelasting te verlenen als een dividend is toe te rekenen aan een bedrijfsmatige activiteit van het pensioenfonds.

Deelnemingsdividenden en dividendstripping met gebruik van een groepsstructuur

De wet voorziet (onder voorwaarden) in een vrijstelling van inhouding van dividendbelasting in groepsverband voor uitdelingen aan opbrengstgerechtigden in een EU/EER-land of een verdragsland (inhoudingsvrijstelling). De inhoudingsvrijstelling vindt geen toepassing indien sprake is van dividendstripping. De staatssecretaris wijst erop dat er op dit moment geen concrete signalen zijn over dividendstripping met deelnemingsdividenden die aanleiding vormen om op dit vlak een nadere maatregel te ontwikkelen.

In het onderzoek is verder naar voren gekomen dat binnen groepen van verbonden lichamen en/of natuurlijke personen constructies mogelijk zijn waarbij de onderdelen van een dividendstripping-transactie worden opgeknipt. Hoewel met ingang van 1 januari 2024 reeds een nadere invulling is gegeven aan het begrip ‘samenstel van transacties’ kan het volgens de staatssecretaris wenselijk zijn om de huidige bepaling te verduidelijken.

Uitkomsten internationaal onderzoek

Er is ook onderzoek gedaan naar dividendstripping in België, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Denemarken, Finland, Noorwegen, Zweden en Zwitserland. Uit het onderzoek komt naar voren dat de landen met verschillende vormen van dividendstripping te maken hebben (gehad).

Volgens de staatssecretaris zou de Duits-Oostenrijkse maatregel tegen dividendstripping het meest concreet kunnen bijdragen aan het bestrijden van dividendstripping. Duitsland en Oostenrijk hebben beide een vergelijkbare maatregel die bepaalt dat de gerechtigde tot een dividend rondom de registratiedatum ten minste 45 dagen economisch het risico moet lopen met betrekking tot de onderliggende aandelen om voor een vermindering van dividendbelasting in aanmerking te komen. Concreet wordt vereist dat de juridische eigenaar van de aandelen voor minimaal 70% het risico moet dragen bij eventueel waardeverlies van de aandelen. Daarbij hanteren beide landen voor de toepassing van deze maatregel een drempel van € 20.000 aan dividenden per jaar.

Vervolg

De staatssecretaris is voornemens om de hierboven genoemde maatregelen nader uit te werken. De uitwerking zal worden gepresenteerd in een internetconsultatie. Na de consultatie kunnen de verschillende maatregelen volgens de staatssecretaris gewogen worden en zal al dan niet worden overgegaan tot het voorstellen van nieuwe wetgeving.


Schrijf u hier in voor onze fiscale nieuwsbrief

Blijf altijd up-to-date over fiscale ontwikkelingen: schrijf u hier in voor een van onze Tax nieuwsbrieven.