Rechtsvergelijkend onderzoek misbruik earningsstrippingmaatregel

Staatssecretaris wil verder onderzoek doen naar maatregelen om ontwijking van generieke renteaftrekbeperking door fragmentatie tegen te gaan

De staatssecretaris van Financiën heeft recentelijk de Tweede Kamer geïnformeerd over het rechtsvergelijkende onderzoek naar de generieke renteaftrekbeperking (earningsstrippingmaatregel). Het onderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van een motie waarin wordt verzocht om inzichtelijk te maken welke antimisbruikmaatregelen er in andere landen van de EU zijn tegen belastingconstructies waarbij misbruik wordt gemaakt van de generieke renteaftrekbeperking.

De staatssecretaris geeft onder meer aan dat hij nader onderzoek wil doen naar drie mogelijke maatregelen om ontwijking van de generieke renteaftrekbeperking door fragmentatie tegen te gaan: de introductie van een uitvoerbaar concernbegrip bij de drempel van de earningsstrippingmaatregel, een drempelbeperking gebaseerd op de mate van vreemd vermogen van verbonden partijen volgens het Finse model, en strengere specifieke renteaftrekbeperkingen voor schulden van verbonden lichamen of natuurlijke personen.

Earningsstrippingmaatregel

De earningsstrippingmaatregel, onderdeel van de EU-richtlijn ATAD1, beperkt de aftrekbaarheid van het saldo aan renten tot het hoogste van 24,5% van de EBITDA of € 1 miljoen. Deze maatregel, gebaseerd op OESO BEPS-aanbevelingen, is bedoeld om winstverschuiving en grondslaguitholling via rentebetalingen tegen te gaan. Nederland heeft de maatregel robuust geïmplementeerd en gaat verder dan de EU-minimumstandaard. Zo is gekozen voor een drempel van € 1 miljoen (in plaats van € 3 miljoen), is de groepsuitzondering niet toegepast en is de uitzondering voor opzichzelfstaande entiteiten achterwege gelaten. Hiermee wordt volgens de staatssecretaris niet alleen belastingontwijking bestreden, maar ook gestreefd naar een meer gelijke fiscale behandeling van eigen en vreemd vermogen.

Nederland erkent dat belastingplichtigen kunnen proberen de drempel te omzeilen door zich op te knippen in meerdere vennootschappen (ook wel fragmentatie genoemd). De OESO adviseert antifragmentatiemaatregelen, maar voorstellen hiertoe zijn in Nederland tot op heden afgewezen vanwege uitvoeringsproblemen. Ook leidt het tot een toename van de complexiteit. In de praktijk is er volgens de staatssecretaris vooral bij verhuurd vastgoed sprake van spreiding van rentesaldi over verschillende entiteiten, waardoor de belastinggrondslag wordt uitgehold. Het vorige kabinet wilde daarom een antifragmentatiemaatregel invoeren die de drempel bij vastgoedlichamen buiten werking stelt. De Tweede Kamer heeft dit echter afgewezen vanwege zorgen over nadelige effecten voor kleine beleggers, woningcorporaties en de woningmarkt.

Andere landen

De staatssecretaris geeft aan dat er onderzoek is gedaan naar antimisbruikmaatregelen in andere EU-lidstaten ter bestrijding van belastingconstructies die misbruik maken van de generieke renteaftrekbeperking, met speciale aandacht voor de fragmentatieproblematiek binnen de earningsstrippingmaatregel. 

De staatssecretaris merkt op dat uit het onderzoek blijkt dat fragmentatie ook in Duitsland voorkomt, met name in de vastgoedsector. De Duitse implementatie van de earningsstrippingmaatregel wijkt echter af van de Nederlandse. Duitsland volgt vooral de minimumeisen van de ATAD-richtlijn en kent onder meer uitzonderingen voor groepen en opzichzelfstaande entiteiten. Deze uitzonderingen beperken de renteaftrek minder strikt.

Volgens de bewindsman zijn er in andere EU-lidstaten geen concrete signalen over fragmentatie gevonden, maar zijn er wel enkele relevante observaties gedaan. Zo hebben België en Denemarken maatregelen die fragmentatie binnen concernverband beperken, door te voorkomen dat dezelfde aftrekruimte door meerdere entiteiten binnen een concern kan worden benut. Deze maatregelen lijken sterk op het in Nederland voorgestelde amendement voor een nieuw concernbegrip. De staatssecretaris merkt echter op dat dergelijke maatregelen uitvoeringsproblematisch kunnen zijn en de complexiteit van het fiscale stelsel verhogen.

Verder wijst de staatssecretaris op Finland, waar de toepassing van de drempel in de earningsstrippingmaatregel afhankelijk wordt gesteld van de mate van financiering met vreemd vermogen van verbonden lichamen of natuurlijke personen. Dit verschilt van de (eerder voorgestelde en later weer geschrapte) Nederlandse antifragmentatiemaatregel in het Belastingplan 2025, die verband houdt met de eigendom van verhuurd vastgoed. Volgens de bewindsman zou een Finse aanpak mogelijk effectief kunnen zijn tegen ontwijking, maar dit moet nog nader worden onderzocht.

De staatssecretaris merkt op dat in Zweden geen signalen van fragmentatie bekend zijn, wat mogelijk samenhangt met de relatief lage drempel (€450.000) in de earningsstrippingmaatregel. Een lage drempel maakt fragmentatie minder aantrekkelijk vanwege de bijkomende kosten.

De staatssecretaris geeft aan dat volgens de Belastingdienst een belangrijke oorzaak van het uithollen van de Nederlandse belastinggrondslag ligt in de omzetting van eigen vermogen in vreemd vermogen binnen gefragmenteerde vennootschappen. In dat licht wordt overwogen of strengere specifieke renteaftrekbeperkingen voor schulden van verbonden lichamen of natuurlijke personen fragmentatie kunnen ontmoedigen. Dergelijke antimisbruikmaatregelen zouden kunnen voorkomen dat fragmentatie een belastingvoordeel oplevert.

Verder onderzoek

De staatssecretaris wil verder onderzoek doen naar maatregelen om ontwijking van de generieke renteaftrekbeperking door fragmentatie tegen te gaan. Daarbij wil hij drie mogelijke maatregelen nader bezien.

  1. Of en in hoeverre het mogelijk is om voor de toepassing van de drempel in de earningsstrippingmaatregel een uitvoerbaar concernbegrip te introduceren. 
  2. Een maatregel naar het voorbeeld van het Finse model, inhoudende dat de drempel beperkt afhankelijk wordt van de mate van financiering met vreemd vermogen dat is verstrekt door verbonden lichamen of natuurlijk personen. 
  3. Een maatregel langs de lijn van een strengere specifieke renteaftrekbeperking ten aanzien van schulden van verbonden lichamen of natuurlijk personen.

De staatssecretaris kondigt aan hierover uiterlijk eind 2025 te zullen rapporteren.

De gehele Kamerbrief vindt u hier.


Schrijf u hier in voor onze fiscale nieuwsbrief

Blijf altijd up-to-date over fiscale ontwikkelingen: schrijf u hier in voor een van onze Tax nieuwsbrieven.