Update ZZP-dossier

Het einde van het handhavingsmoratorium ZZP-ers zorgt momenteel voor veel nieuws.

Op 1 november 2024 heeft de Belastingdienst een beslis- en afwegingskader op zijn website gepubliceerd. Dit besliskader beoogt opdrachtgevers en opdrachtnemers duidelijker te maken aan de hand van welke elementen in de ogen van de Belastingdienst beslist moet worden of een arbeidsverhouding kwalificeert als dienstbetrekking of niet. Het beslis- en afwegingskader is gebaseerd op wettelijke uitgangspunten en gepubliceerde rechtspraak. Dit beslis- en afwegingskader vloeit voort uit de eerder aangenomen motie om een duidelijk afwegingskader voor handhaving te publiceren op de website van de Belastingdienst zodat opdrachtgevers beter kunnen voorspellen hoe de Belastingdienst bij een controle naar een arbeidsverhouding kijkt. Het beslis- en afwegingskader is feitelijk een vastlegging van de huidige wetgeving en jurisprudentie, waarbij met name het Deliveroo-arrest belangrijk is. U vindt het beslis- en afwegingskader hier.

Kamerlid Rikkers (BBB), zelf indiener van de motie, heeft kritiek geuit op het beslis- en afwegingskader. Volgens haar biedt het onvoldoende duidelijkheid. Minister Van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) vindt dat met dit kader wel is voldaan aan de motie.

Als u het toetsingskader bekijkt, zult u zien dat het lastig is en blijft om tot een eenduidige kwalificatie van een arbeidsrelatie te komen, waarmee er geen garantie is dat bij een controle de Belastingdienst tot dezelfde conclusie komt. Het blijft dan ook belangrijk om als organisatie zelf een beoordeling te doen en duidelijk vast te leggen op grond van welke feiten en omstandigheden tot de conclusie is gekomen dat sprake is van zelfstandig ondernemerschap. Het nu gepubliceerde beslis- en handhavingskader is hierbij zeker behulpzaam. Met een goede documentatie kan in ieder geval op inhoud het gesprek met de Belastingdienst gevoerd worden.

In de praktijk zien wij momenteel discussie ontstaan of (schijn)zelfstandigen vanaf 1 januari 2025 beter via een "BV-structuur" of een variant daarop kunnen gaan werken. Wij benadrukken dat veel varianten hiervan in de praktijk worden geopperd, maar dat het raadzaam is om zeer aandachtig naar dergelijke structuren de kijken. Het betreft vaak een ingewikkelde beoordeling waarbij – net als bij inhuur via een intermediair – meer dan twee partijen een rol (kunnen) spelen. Niets is immers vervelender dan dat gedacht wordt deze inhuur goed geregeld te hebben en dat bij de eerste controle naar voren komt dat de Belastingdienst de gekozen oplossing niet accepteert.