Op vrijdag 18 april is de Voorjaarsnota 2025 gepubliceerd. De Voorjaarsnota bevat een update van de begroting van 2025 en de daaropvolgende jaren. De definitieve begroting voor 2026 zal op Prinsjesdag worden gepresenteerd.
Wij informeren u graag over de nieuwe fiscale regeling die wordt geïntroduceerd voor medewerkersparticipaties (aandelenopties) in startups en scale-ups en een aantal interessante plannen die in de Voorjaarsnota zijn opgenomen of kort daarna bekend zijn gemaakt.
Medewerkersparticipaties voor startups en scale-ups
Er wordt een nieuwe fiscale regeling geïntroduceerd ter stimulering van medewerkersparticipatie voor startups en scale-ups. De regeling biedt medewerkers van dit soort bedrijven een lagere loon- en inkomstenbelasting door de grondslag van inkomen uit aandelenopties te versmallen tot 65%. Dit zal resulteren in een effectief tarief van ongeveer 32%. Een percentage dat vergelijkbaar is met het tarief in box 2. Dit tarief ligt meer in lijn met de tarieven die vergelijkbare landen toepassen.
Ook wordt het moment van heffing uitgesteld tot het moment van de daadwerkelijke verkoop van de aandelen, maar er blijft een mogelijkheid om het heffingsmoment naar voren te halen. Dit biedt werknemers enige flexibiliteit.
Later wordt nog bekendgemaakt wat de definitie is van een (innovatieve) startup of scale-up.
Deze regeling wordt enkel geïntroduceerd voor aandelenopties en niet voor ander type aandelenplannen. De nieuwe regels zouden per 1 januari 2027 in werking moeten treden.
Overige plannen uit de Voorjaarsnota
- Aof-premie: de lage Aof-premie wordt in 2026 verlaagd met 0,21%-punt en in 2027 met 0,23%-punt. De hoge Aof-premie wordt juist verhoogd; in 2026 met 0,03%-punt en in 2027 met 0,04%-punt.
- Uitstel pensioen bedrag ineens: De invoering van de Wet herziening bedrag ineens is opnieuw uitgesteld. Pensioenuitvoerders hebben aangegeven na instemming van beide Kamers ten minste zes tot negen maanden nodig te hebben om deelnemers goed te kunnen informeren over het keuzerecht voor opname van een bedrag ineens van het ouderdomspensioen. Daarom wordt de invoering uitgesteld naar 1 juli 2026.
- RVU-vrijstelling: Met dit nieuwe akkoord wordt de drempelvrijstelling in de RVU-heffing per 2026 verhoogd en voor drie jaar verlengd. Daarnaast is geld gereserveerd voor het mogelijk verlengen van de drempelvrijstelling daarna. Dit wordt deels gedekt door een verhoging van het tarief van de RVU-heffing in stappen tot 65% in 2028 en voor het overige door een verhoging van premie voor het AOF.
- Verruiming/verduidelijking fietsregeling: Op dit moment geldt een bijtellingsregeling voor de terbeschikkinggestelde (elektrische) fiets. Deze bijtelling geldt alleen voor fietsen die ook worden gebruikt voor privédoeleinden. Een fiets die wordt gebruikt voor woon-werkverkeer wordt geacht voor privédoeleinden ter beschikking te zijn gesteld. Dit levert problemen op voor fietsen die voor woon-werkverkeer worden gebruikt, maar over het algemeen niet mee naar huis worden genomen, zoals hubfietsen. Met deze maatregel wordt de fietsregeling verduidelijkt zodat dit onbedoelde effect wordt verholpen. De maatregel zorgt ervoor dat voor "zakelijke" fietsen die over het algemeen niet thuis worden gestald geen bijtelling geldt.
- Schijven in de inkomstenbelasting: De tabelcorrectiefactor binnen de inkomstenbelasting wordt voor 46,2% toegepast in plaats van 51% (per 1 januari 2026). Dit betekent dat de belastingschijven en heffingskortingen binnen de inkomstenbelasting beperkter worden gecompenseerd voor hogere inflatie.
Eindheffing fossiele auto van de zaak
Op vrijdag 25 april is door de Ministerraad het klimaatpakket goedgekeurd. Onderdeel daarvan is een concrete maatregel voor auto's: een geheel nieuwe pseudo-eindheffing bij de werkgever voor fossiele auto's van de zaak.
Het voorstel is dat per 2027 voor nieuwe auto's van de zaak met een verbrandingsmotor door de werkgever een eindheffing in de loonbelasting moet worden betaald. Dit wordt geïntroduceerd naast de reguliere loonheffing die de werknemer verschuldigd is voor het privégebruik van zijn of haar auto van de zaak (de bijtelling). Emissieloze voertuigen (EV of batterij-waterstof) zijn uitgezonderd van deze heffing.
Het gaat alleen om nieuwe auto's, oftewel met een datum eerste tenaamstelling van het voertuig vanaf 1 januari 2027. De eindheffing geldt voor zowel personen- als bestelauto’s, waarbij sprake is van privégebruik. Ook zzp’ers met een eenmanszaak zijn uitgezonderd van de eindheffing, omdat zij geen loonbelasting (maar inkomstenbelasting) betalen.
Het tarief van de eindheffing zal 52% van het bijtellingspercentage van de catalogusprijs bedragen. Voor een auto van € 50.000 met een bijtelling van 22% gaat het dus om 0,52 * (0,22 * 50.000) = € 5.720 per jaar.
Deze plannen worden verder uitgewerkt en gepresenteerd in het Belastingplan 2026 dat op Prinsjesdag 2025 verschijnt.