Voorjaarsnota 2025

Kabinet schrapt verhoging btw-tarief voor cultuur, media en sport met als dekking meer inkomstenbelasting, introduceert fiscale regeling medewerkersparticipaties voor startups en scale-ups en pakt opmerkelijke belastingconstructies aan

De Minister van Financiën heeft recentelijk de Tweede Kamer de Voorjaarsnota 2025 gestuurd. De Voorjaarsnota bevat een update van de begroting van 2025 en de daaropvolgende jaren. Uit de Voorjaarsnota blijkt onder meer dat het kabinet een fiscale regeling om medewerkersparticipaties voor startups en scale-ups te stimuleren introduceert. Verder wil het kabinet onder andere een tweetal opmerkelijke belastingconstructies aanpakken; de constructie ‘’vleugje zuivel’’ in alcoholvrije dranken en een constructie in de schenk- en erfbelasting. 

Fiscale punten

De fiscale punten uit de Voorjaarsnota 2025 zijn als volgt:

  • Het kabinet draait de voorgestelde verhoging van het btw-tarief op cultuur, media en sport terug. 
  • Als dekking worden de belastingschijven en heffingskortingen binnen de inkomstenbelasting beperkt gecompenseerd voor hogere inflatie. Technisch gezien wordt dat vormgegeven door ongeveer de helft van de reguliere inflatiecompensatie binnen de inkomstenbelasting (via de tabelcorrectiefactor) per 1 januari 2026 niet toe te kennen.
  • De energiebelasting voor huishoudens wordt verlaagd. De belastingvermindering binnen de energiebelasting is een vast bedrag per elektriciteitsaansluiting dat ongeacht de hoeveelheid verbruikte energie in mindering wordt gebracht op de energierekening. 
  • Het kabinet geeft binnen box 3 definitief invulling aan de dekking voor de budgettaire derving door Hoge Raad-arresten uit juni 2024 en het jaar uitstel van de Wet werkelijk rendement. Conform de Kamerbrief uit december 2024 bestaat deze invulling uit een hoger forfait voor overige bezittingen (stijging van 1,78%-punt per 2026) en een verlaging van het heffingsvrije vermogen (naar € 51.396). Het forfaitaire rendement voor overige bezittingen stijgt doordat vanaf 2026 ook huurinkomsten en voordelen als gevolg van eigen gebruik worden meegerekend. 
  • Het kabinet introduceert een fiscale regeling om medewerkersparticipaties voor startups en scale-ups te stimuleren. Deze regeling biedt medewerkers van innovatieve startups en scale-ups een lagere belastingheffing in box 1, met als doel om innovatieve bedrijven en het aantrekken van talent te stimuleren. De lagere heffing wordt zo vormgegeven dat de grondslag van het inkomen uit aandelenopties wordt versmald tot 65%. Daardoor is het effectieve tarief ongeveer gelijk aan wat de heffing zou zijn als de aandelenopties in box 2 zouden zijn belast. De grondslagversmalling wordt vormgegeven in de loonheffing. 
  • De dekking van bovengenoemde regeling voor startups en scale-ups bestaat uit de afschaffing van de meewerkaftrek en de stakingsaftrek. De stakingsaftrek wordt per 2027 verlaagd naar € 908 en per 2030 afgeschaft. Bij de meewerkaftrek worden de aftrekpercentages van de winst per 2027 verlaagd en wordt de regeling per 2030 afgeschaft.
  • Het toeslagpartnerschap wordt vereenvoudigd door het afschaffen van het criterium samengestelde gezinnen per 2027. De vereenvoudiging wordt gedekt door het verlagen van de vermogensgrenzen in het kindgebonden budget en de zorgtoeslag tot € 113.000 (alleenstaanden) en € 150.000 (partners).
  • Er komt een maatregel om de ongewenste constructie "vleugje zuivel" in alcoholvrije dranken (zie hierna bij opmerkelijke belastingconstructies) tegen te gaan. 
  • Er komt een maatregel om de ongewenste constructie estate planningstools in huwelijksvermogensrecht (zie hierna bij opmerkelijke belastingconstructies) aan te pakken. 
  • Biologische kinderen worden voor de schenk- en erfbelasting gelijkgesteld met juridische kinderen, zodat ook biologische kinderen recht hebben op de kindvrijstelling en het lagere tarief.
  • De hoge Aof-premie wordt verhoogd met 0,03%-punt in 2026 en 0,04%-punt in 2027. De lage Aof-premie wordt verlaagd met 0,21%-punt in 2026 en 0,23%-punt in 2027.
  • De fietsregeling wordt verduidelijkt. De maatregel zorgt ervoor dat voor "zakelijke" fietsen die over het algemeen niet thuis worden gestald geen bijtelling geldt.
  • De MRB-kwarttarieven voor motorrijtuigen die worden gehouden door kermis- of circusexploitanten en voor motorrijtuigen die zijn ingericht als werktuig of -plaats, worden afgeschaft.
  • De aangiftetermijn erfbelasting van acht maanden na het overlijden wordt verlengd.
  • De budgetreserve milieu-investeringsaftrek (MIA) wordt verhoogd met € 35 miljoen. De budgetreserve van de willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL) wordt verlaagd met € 35 miljoen.
  • De drempelvrijstelling in de RVU-¬heffing wordt per 2026 verhoogd en voor drie jaar verlengd.
  • De doelmatigheidsgrens op de invorderingsrente binnen de zorgtoeslag wordt geïndexeerd.
  • De vermogensgrenzen in de zorgtoeslag (en kindgebonden budget) voor alleenstaanden en partners worden respectievelijk verlaagd naar € 113.000 en € 150.000.
  • De huurtoeslag wordt incidenteel verhoogd.

Opmerkelijke belastingconstructies

Bij de Voorjaarsnota 2025 is ook wederom een lijst toegevoegd met zogenoemde opmerkelijke belastingconstructies. De lijst bevat de negen constructies van de lijst van vorig jaar, waar vijf "nieuwe" constructies aan zijn toegevoegd. Van de vijf nieuwe constructies wordt een beschrijving gegeven hoe deze constructie werkt, wat het voordeel is voor de belastingplichtige en wat het handelsperspectief is voor de overheid om de constructie aan te pakken. De vijf nieuwe constructies zijn: 

  1. Vruchtensappen met "een vleugje zuivel"
    Producenten voegen aan vruchten- en groentesappen of frisdranken een geringe hoeveelheid zuivel toe en als gevolg hiervan vallen deze dranken onder de uitzondering voor zuivel- en sojadranken in de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken. Over deze producten hoeft dan geen verbruiksbelasting te worden betaald. De minister geeft aan dat er een wetsvoorstel komt om dit aan te pakken. Het voorstel is om de zuiveluitzondering zo aan te passen dat deze alleen komt te gelden voor de meest pure zuivel- en sojadranken, zoals magere-, halfvolle- en volle melk. 

  2. Estate planning: in het zicht van het overlijden van een van de echtgenoten de gerechtigdheid tot het vermogen van de huwelijksgemeenschap wijzigen
    Door de uitkomst van een arrest van de Hoge Raad is duidelijk geworden dat het mogelijk is om erfbelasting te ontwijken door in huwelijkse voorwaarden de gerechtigdheid tot de huwelijksgoederengemeenschap aan te passen. De minister geeft aan dat er een wetsvoorstel (of maatregel) komt om dit aan te pakken. Als maatregel wordt voorgesteld dat wanneer sprake is van een gemeenschap van goederen waartoe beide echtgenoten voor ongelijke breukdelen zijn gerechtigd of een "ongelijk verrekenbeding", schenk- of erfbelasting wordt geheven voor zover een belastingplichtige meer dan 50% verkrijgt bij ontbinding van die gemeenschap of op grond van het verrekenbedingbeding.

  3. Onbelaste toegang tot lijfrentekapitaal 
    Deze ongewenste constructie wordt in de bijlage niet toegelicht. Wel wordt aangegeven dat de constructie wordt aangepakt. 

  4. Samenwerkingsverbanden IB-ondernemer met eigen bv
    Het voordeel van het aangaan van het samenwerkingsverband met de eigen bv is dat de arbeid van de directeur-grootaandeelhouder niet langer wordt belast als loon, eventueel met toepassing van de gebruikelijkloonregeling (in box 1 tegen maximaal 49,5%), maar als winst uit onderneming (ook in box 1 tegen maximaal 49,5%), waarbij de MKB-winstvrijstelling en, onder voorwaarden, ondernemersfaciliteiten kunnen worden toegepast. De minister geeft aan dat de aanpak wordt onderzocht. De beoogde aanpak ziet erop dat er geen gebruik meer kan worden gemaakt van deze fiscale faciliteiten ingeval winst uit een dergelijk samenwerkingsverband wordt genoten. De minister merkt op dat een gerichte maar ook vrij drastische aanpak is het ontzeggen van de fiscale ondernemersfaciliteiten in de inkomstenbelasting wanneer de bv van een aanmerkelijkbelanghouder een samenwerkingsverband aangaat met de eigen onderneming in de inkomstenbelasting.

  5. Lucratiefbelangregeling
    Het maatschappelijk debat gaat al langer over beloningsstructuren die met name in de private equitysector gebruikelijk zijn. Er is destijds een motie ingediend waarbij de regering wordt verzocht de lucratiefbelangregeling zo aan te passen dat managers die actief zijn in de private equitysector over hun carried interest (voordelen uit lucratief belang) worden belast naar het progressieve tarief van box 1 van de inkomstenbelasting. De minister merkt op dat er twee alternatieve maatregelen zijn om lucratief belang gelijker te belasten met inkomen uit arbeid. De maatregelen hebben ter consultatie voorgelegen (zie ook EYFN 2025/11). De minister geeft aan dat dit voorjaar - mede naar aanleiding van de consultatie - een voorstel naar de Kamer wordt gestuurd.

Van de negen bekende constructies is een actualisatie gemaakt van de stand van zaken. Het gaat om het volgende: 

  1. Belastingontwijking via de kavelruilvrijstelling in de overdrachtsbelasting;
  2. Kortdurende verhuurconstructies in de btw; 
  3. Belastingontwijking via de splitsingsvrijstelling in de overdrachtsbelasting; 
  4. Ontwijkingen van btw en overdrachtsbelasting via vastgoedaandelentransacties; 
  5. Belasting ontlopen via verhuurd vastgoed in de bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting en de doorschuifregeling in de inkomstenbelasting; 
  6. Belastingontwijking via niet reguliere afwikkeling van pensioenaanspraken in de bv;
  7. Ontwijking van heffing in box 3 via agiostortingen terugkopen van bezittingen;
  8. Dividendstripping;
  9. Opknipgedrag bij vastgoed-bv’s om maximaal te profiteren van renteaftrek.

De minister geeft aan dat de genoemde constructies al zijn aangepakt of dat er een oplossing is gevonden in de uitvoering. Wat betreft dividendstripping merkt de bewindsman nog op dat het onderzoek naar verdere versterking van de aanpak van dividendstripping dit voorjaar wordt afgerond. Alleen de aanpak van het opknipgedrag bij vastgoed-bv’s om maximaal te profiteren van renteaftrek is nog openstaand. Naar aanleiding van een motie wordt op dit moment in kaart gebracht welke antimisbruikmaatregelen andere EU-landen hebben geïmplementeerd om belastingconstructies waarbij misbruik wordt gemaakt van de generieke renteaftrekbeperking te bestrijden. De minister geeft aan dat de Kamer hier vóór 1 juli over wordt geïnformeerd.

De gehele Voorjaarsnota 2025 vindt u hier.


Schrijf u hier in voor onze fiscale nieuwsbrief

Blijf altijd up-to-date over fiscale ontwikkelingen: schrijf u hier in voor een van onze Tax nieuwsbrieven.