EY Navigeren door box

Navigeren door box 3: actuele inzichten en vooruitzichten


Gerelateerde topics

Box 3 in beweging: rechtsherstel omstreden, tegenbewijs in behandeling, nieuw systeem gepland in 2028.


In het kort:

  • Veel rumoer rondom box 3
  • Wet rechtsherstel box 3 en Overbruggingswet box 3 nog altijd in strijd met Europees recht
  • Wet tegenbewijsregeling box 3 in behandeling bij Tweede Kamer
  • Invoering Wet werkelijk rendement box 3 per 1 januari 2028?

Door Jonathan van Oostenbrugge en Marisa Wilkes

Sinds het “Kerstarrest” van 24 december 2021 van de Hoge Raad is het erg rumoerig geweest rondom box 3. In het Kerstarrest oordeelde de Hoge Raad dat het box 3-stelsel zoals dat gold vanaf 2017 in strijd was met het recht op ongestoord genot van eigendom en het discriminatieverbod van het (eerste protocol bij het) Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM) voor gevallen waarin het forfaitaire rendement hoger was dan het daadwerkelijke rendement. Sindsdien hebben zowel de wetgever als de rechtsprekende macht niet stilgezeten rondom het onderwerp box 3: er is een grote hoeveelheid wetsvoorstellen gepresenteerd en rechtszaken gewezen. In deze bijdrage schetsen wij hiervan een overzicht en informeren wij u over de laatste stand van zaken.

Achtergrond

Op 24 december 2021 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het forfaitaire stelsel van box 3 zoals dat gold met ingang van 2017 in strijd was met het recht op eigendom en het discriminatieverbod in gevallen waarin het werkelijke rendement lager was dan het veronderstelde rendement. De Hoge Raad oordeelde dat in dat geval moest worden voorzien in rechtsherstel. Als reactie hierop zijn de Wet rechtsherstel box 3 (geldend voor de jaren 2017 tot en met 2022) en de Overbruggingswet box 3 (voor de jaren 2023 en verder) in werking getreden.

Wet rechtsherstel box 3 en Overbruggingswet box 3

Om te beginnen met de Wet rechtsherstel box 3: deze wet werd in het leven geroepen om rechtsherstel te bieden voor de jaren 2017 tot en met 2022. Op basis van deze wet werd een nieuwe berekening van het box 3-inkomen gemaakt. Hierbij werd aangesloten bij de daadwerkelijke samenstelling van het vermogen, verdeeld over drie categorieën: spaargeld, schulden en overig. Voor iedere vermogenscategorie gold een afzonderlijk forfaitair rendementspercentage. Indien de nieuwe berekening lager uitkwam dan de oorspronkelijke berekening van het voordeel uit sparen en beleggen, dan werd de nieuwe berekening gehanteerd.

Voor de jaren vanaf 2023 geldt de Overbruggingswet box 3. De systematiek van de overbruggingswet is grotendeels gelijk aan de berekeningswijze onder de Wet rechtsherstel box 3. Het verschil is dat onder de Overbruggingswet box 3 de oorspronkelijke berekeningswijze (zoals die gold vóór het Kerstarrest) volledig werd losgelaten.

In 2024 heeft de Hoge Raad in diverse arresten geoordeeld dat de Wet rechtsherstel box 3 en de Overbruggingswet box 3 in strijd waren met het eigendomsrecht en het discriminatieverbod in gevallen waarin het forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijke rendement. In deze arresten heeft de Hoge Raad tevens regels geformuleerd voor het vaststellen van het werkelijke rendement. De wetgever moest met deze handvatten weer terug naar de tekentafel en wederom een operatie opstarten om rechtsherstel te bieden.

Wet tegenbewijsregeling box 3

Op 14 maart 2025 heeft de staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel Wet tegenbewijsregeling box 3 bij de Tweede Kamer ingediend. Met dit wetsvoorstel wordt een wettelijke basis gecreëerd voor het bieden van aanvullend rechtsherstel voor een groot aantal belastingplichtigen voor de jaren vanaf 2017 door een zogenoemde tegenbewijsregeling in box 3 in te voeren. Kortgezegd regelt het wetsvoorstel hoe het werkelijk behaalde rendement moet worden vastgesteld aan de hand van het begrip ‘werkelijk rendement’. Daarbij biedt het wetsvoorstel belastingplichtigen de mogelijkheid om te bewijzen dat hun werkelijk rendement lager was dan het forfaitaire rendement door middel van het formulier Opgaaf werkelijk rendement.

Op 14 mei 2025 heeft de staatssecretaris de nota naar aanleiding van het verslag en een nota van wijziging bij het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd. In de nota naar aanleiding van het verslag worden diverse vragen beantwoord over het wetsvoorstel. In de nota van wijziging wordt de systematiek van diverse vrijstellingen in box 3 voorgesteld.

Het voornemen is om het wetsvoorstel met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2017 in te voeren. Dat zou betekenen dat de mogelijkheid voor tegenbewijs openstaat voor aanslagen inkomstenbelasting vanaf 2017, mits deze nog niet onherroepelijk vaststonden op 24 december 2021 (de datum van het Kerstarrest) of deze daarna zijn opgelegd én er tijdig bezwaar of een verzoek om ambtshalve vermindering is gedaan binnen vijf jaar.

Voor de jaren 2017 tot en met 2020 staat rechtsherstel dus niet open voor belastingplichtigen van wie de aanslag al onherroepelijk vaststond op 24 december 2021, tenzij de Hoge Raad in de nog lopende zogenaamde ‘massaalbezwaarplusprocedure’ anders beslist. Voor belastingjaren vanaf 2021 staat de mogelijkheid tot tegenbewijs open voor alle belastingplichtigen.

Wet werkelijk rendement box 3

Op 8 september 2023 heeft het kabinet het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 gepubliceerd. Het wetsvoorstel bevat een nieuw box 3-systeem dat per 1 januari 2028 in werking zou moeten treden. Aanvankelijk was eerdere inwerkingtreding beoogd, maar dat bleek niet haalbaar. De nieuwe box 3-systematiek zal de forfaitaire rendementen vervangen en in de plaats daarvan zal belasting worden geheven over het werkelijke rendement. Het uitgangspunt is dat de belastingheffing plaats zal vinden aan de hand van een vermogensaanwasbelasting. Dit houdt in dat zowel gerealiseerde als niet-gerealiseerde waardeveranderingen in de heffing zullen worden betrokken.

 

Op 2 december 2024 is het advies van de Raad van State over de vormgeving van dit wetsvoorstel gepubliceerd. De Raad van State heeft aangegeven dat er zwaarwegende bezwaren kleven aan het voorgestelde box 3-stelsel, onder andere op het gebied van de uitvoering. Het onafhankelijke adviesorgaan heeft vanwege de zwaarwegende bezwaren de regering geadviseerd het wetsvoorstel opnieuw te bezien.

 

De staatssecretaris van Financiën heeft op 19 mei 2025 de Wet werkelijk rendement box 3 aangeboden aan de Tweede Kamer, met enige aanpassingen ten opzichte van het voorstel uit 2023. Ook onder dit nieuwe voorstel is het uitgangspunt een vermogensaanwasbelasting, maar voor belangen in onroerende zaken en startups zal (onder strenge voorwaarden) een vermogenswinstbelasting gaan gelden. Het doel is om het nieuwe stelsel per 1 januari 2028 in te voeren. Om dit te halen, moet het wetsvoorstel uiterlijk 15 maart 2026 door de Tweede Kamer zijn aangenomen.

 

Dit overzicht geeft slechts op grote hoofdlijnen de tussenstand weer van de box 3-perikelen. Wij verwachten voorlopig nog onzekerheid op dit politieke dossier en blijven de ontwikkelingen nauwgezet volgen.

Samenvatting

Er is veel rumoer rondom box 3. De Wet rechtsherstel box 3 en Overbruggingswet box 3 zijn nog altijd in strijd met Europees recht. Op dit moment is de Wet tegenbewijsregeling box 3 in behandeling bij Tweede Kamer. Invoering Wet werkelijk rendement box 3 per 1 januari 2028?

Over dit artikel

Lees ook

Nieuwe Fiscale Regels voor Innovatieve Start-ups in Nederland

Nieuwe fiscale regels voor aandelenopties helpen start-ups. Ontdek hoe!

De voorspellende werking van de evaluatie van fiscale regelingen

Fiscale regelingen worden periodiek geëvalueerd. Het kabinet wil negatief geëvalueerde regelingen aanpakken. Worden ze geschrapt? Lees de blog van Charlie.

Heroverweging 30%-regeling van belang voor behoud Nederlands vestigingsklimaat

Analyse van de 30%-regeling onthult de noodzaak voor een strategische heroverweging.