Voortgang belastingpakket 2025 Eerste Kamer

Nota’s naar aanleiding van het verslag Belastingpakket 2025 naar Eerste Kamer; antwoorden op onder meer ruimere hypotheekrenteaftrek, kwalificatiebeleid rechtsvormen en giftenaftrek

De Staatssecretaris van Financiën heeft recentelijk nota's naar aanleiding van het verslag van de wetsvoorstellen behorend bij het pakket Belastingplan 2025 naar de Eerste Kamer gestuurd.

Er wordt onder meer antwoord gegeven op vragen over inkomensbeleid, giftenaftrek, 30%-regeling, antifragmentatiebepaling in de renteaftrekbeperking, samenloop tussen de kwijtscheldingswinstvrijstelling en de verliesverrekeningsmaatregel, nazorg kwalificatiebeleid rechtsvormen, verlaagde btw-tarief, overdrachtsbelastingtarief, kansspelbelasting, energiebelasting, box 3, hypotheekrenteaftrek, rechtbank uitspraak over belasting- en invorderingsrente, onderworpenheidstoetsen en de samenloop met pijler 2, implementatie van de algemene antimisbruikbepaling en bedrijfsopvolgingsregeling. 

De nota’s naar aanleiding van het verslag vindt u hier. Een aantal onderwerpen wordt hieronder nader toegelicht:

Hypotheekrenteaftrek

De staatssecretaris gaat in op vragen over de systematiek van de grondslagverminderende posten in de inkomstenbelasting en specifiek de aftrekbare kosten met betrekking tot de eigen woning (de hypotheekrenteaftrek). Het maximale percentage waartegen de grondslagverminderende posten in aftrek gebracht mogen worden, wijzigt volgens de staatssecretaris inderdaad per 2025 als gevolg van het verhogen van het tarief in de tweede schijf. De staatssecretaris licht vervolgens toe dat de wijziging van het maximale aftrekpercentage voortvloeit uit de per 1 januari 2014 ingevoerde systematiek voor bepaalde grondslagverminderende posten. In eerste instantie ging dat alleen om de hypotheekrenteaftrek. Inmiddels vallen naast de hypotheekrenteaftrek onder de grondslagverminderende posten ook de ondernemersaftrek, de MKB-winstvrijstelling, de terbeschikkingsstellingsvrijstelling en de persoonsgebonden aftrek. De bedoeling van de systematiek van de genoemde grondslagverminderende posten was het tarief waartegen deze aangewezen posten mogen worden afgetrokken af te bouwen voor belastingplichtigen met een inkomen in de hoogste tariefschijf.

De afbouw van het aftrekpercentage werd vanaf 2021 versneld en bereikte per 1 januari 2023 het einddoel: het belastingpercentage dat van toepassing was voor inkomen dat wordt belast in de tweede schijf. De staatssecretaris geeft aan dat het maximale aftrekpercentage, zoals voorzien bij de introductie, meebeweegt met het tarief in de tweede schijf. Iedere wijziging van het percentage in de tweede schijf heeft volgens de staatssecretaris zo automatisch gevolgen voor het maximale aftrekpercentage. De staatssecretaris wijst erop dat in het hoofdlijnenakkoord de keuze is gemaakt om de fiscale positie van de eigen woning niet te wijzigen. Dit is volgens de bewindsman een bewuste keuze om onzekerheid op de woningmarkt tegen te gaan. Het kabinet heeft mede daarom ook niets gewijzigd aan de bestaande systematiek. 

Giftenaftrek

De staatssecretaris bevestigt dat de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting blijft bestaan. Giften door de vennootschap aan algemeen nut beogende instellingen (ANBI’s) of steunstichtingen sociaal belang behartigende instelling (steunstichtingen SBBI) blijven aftrekbaar tot ten hoogste 50% van de winst met een maximum van € 100.000 voor (al dan niet periodieke) giften. Bij een gift aan een culturele ANBI mag de maximale aftrek in de vennootschapsbelasting worden verhoogd met 50% van het bedrag van de giften tot ten hoogste € 2.500. De staatssecretaris licht toe dat het kabinet voorstelt om de regeling geven uit de vennootschap af te schaffen, omdat naar het oordeel van het kabinet de regeling overbodig is en het belastingstelsel onnodig ingewikkeld maakt. 

Antifragmentatiebepaling earningsstrippingmaatregel

Aanvankelijk zou een antifragmentatiemaatregel in de generieke renteaftrekbeperking (earningsstrippingmaatregel) worden ingevoerd. Die maatregel moest voorkomen dat vastgoedbeleggers zich zouden “opknippen” om zo meerdere malen gebruik te kunnen maken van de renteaftrekdrempel van € 1 miljoen. Die maatregel is echter per amendement geschrapt en wordt dus niet ingevoerd. De staatssecretaris geeft onder meer aan dat het implementeren van een antifragmentatiemaatregel geen onderdeel is van de minimumnorm die ATAD1 voorschrijft, maar een verdergaande maatregel betreft die ten doel had om ongewenst opknipgedrag tegen te gaan. Het niet doorgaan van de antifragmentatiemaatregel heeft dus volgens de bewindsman geen gevolgen voor de implementatieverplichting ten aanzien van (de minimumnorm die volgt uit) de richtlijn.

Kwalificatiebeleid samenwerkingsverbanden

De staatssecretaris gaat ook uitgebreid in op vragen over de nazorg Wet fiscaalkwalificatiebeleid rechtsvormen. Door de aanpassing van enkele wettelijke bepalingen kan een samenwerkingsverband dat nu transparant is op 1 januari 2025 niet-transparant worden of andersom. Met name bij beleggingen in nu transparante commanditaire vennootschappen (“besloten cv”) kan dit onverwachte fiscale gevolgen hebben. Onder omstandigheden kan een dergelijke besloten cv worden aangemerkt als een niet transparante fonds voor gemene rekening, met als gevolg een fiscale afrekening bij de participanten van de cv en een toekomstige vennootschapsbelastingplicht voor de cv. De staatssecretaris geeft aan dat voor de vraag of een lichaam per 1 januari 2025 een fonds voor gemene rekening is moet worden getoetst of dat lichaam voldoet aan de definitie van het fonds voor gemene rekening zoals die luidt met ingang van 1 januari 2025. Een belangrijk onderdeel van de definitie is dat sprake is van een beleggingsfonds of fonds voor collectieve belegging in effecten als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht. Dat betekent dat cv’s die een onderneming drijven volgens de staatssecretaris niet voldoen aan de definitie van fonds voor gemene rekening.

Vanuit de praktijk zijn er volgens de staatssecretaris zowel signalen opgekomen dat het wenselijk is, maar ook dat het problematisch is dat cv’s belastingplichtig kunnen zijn als fonds voor gemene rekening. Naar aanleiding hiervan heeft het kabinet verschillende oplossingen onderzocht, waaronder het uitsluiten van de cv van de definitie van fonds voor gemene rekening. De bewindsman geeft aan dat uit dit onderzoek blijkt dat het uitsluiten van de cv van de definitie van fonds voor gemene rekening onwenselijk is, omdat deze uitsluiting ingaat tegen de doelstelling van de zelfstandige belastingplicht van het fonds voor gemene rekening en leidt tot grote gevolgen voor de uitvoering door de Belastingdienst.

De staatssecretaris licht verder nog toe dat het kabinet bij derde nota van wijziging bij het Belastingplan 2025 een aanvullende overgangsbepaling heeft voorgesteld die beleggingsfondsen langer de tijd geeft om te voldoen aan de voorwaarden voor het zijn van inkoopfonds. 

Verdere behandeling in de Eerste Kamer

De plenaire behandeling in de Eerste Kamer staat gepland op 9 en 10 december en de stemming op 17 december. Als de Eerste Kamer de wetsvoorstellen aanneemt, volgt aan het einde van het jaar publicatie in het Staatsblad. 

Anders dan de Tweede Kamer, heeft de Eerste Kamer niet de mogelijkheid om amendementen in te dienen. De Eerste Kamer kan dus geen veranderingen aanbrengen in de wetsvoorstellen. Wel kan de Eerste Kamer een novelle afdwingen. Een novelle is een wetsvoorstel (van de regering) ter verbetering of aanvulling van een wetsvoorstel dat al bij de Eerste Kamer ligt. 

Eerder verschenen parlementaire stukken

Voor eerdere berichten over het Belastingpakket 2025 zie het onderstaande overzicht:

  • EYFN 2024/47: Op 14 november door Tweede Kamer aangenomen Belastingpakket 2025
  • EYFN 2024/47: Op 14 november door Tweede Kamer aangenomen moties
  • EYFN 2024/45: Op 6 november verschenen derde nota van wijziging
  • EYFN 2024/44: Op 28 oktober verschenen tweede nota van wijziging
  • EYFN 2024/44: Op 25 oktober verschenen beantwoording van vragen
  • EYFN 2024/42: Op 11 oktober verschenen nota’s naar aanleiding van het verslag
  • EYFN 2024/41: Op 3 oktober ingediende nota’s van wijziging
  • EYFN 2024/38: Op 17 september verschenen Prinsjesdagmailing

 


Schrijf u hier in voor onze fiscale nieuwsbrief

Blijf altijd up-to-date over fiscale ontwikkelingen: schrijf u hier in voor een van onze Tax nieuwsbrieven.