Oosterscheldekering, stormvloedkering in Nederland

Waarom veel huidige klimaattransitieplannen niet realistisch zijn


EY’s analyse van recente klimaattransitieplannen: optimistische aannames, onvolledige transparantie en onze aanbevelingen voor meer geloofwaardigheid.


In het kort

  • In de huidige klimaattransitieplannen constateert EY een sterke afhankelijkheid van optimistische aannames en een gebrek aan transparantie over de onzekerheden rond emissiereducties.
  • Bedrijven kunnen de geloofwaardigheid van hun klimaattransitieplannen vergroten door scenarioanalyses toe te passen, waarmee zij betrouwbaardere bandbreedtes voor emissies en financiering kunnen vaststellen.
  • Organisaties moeten nu actie ondernemen om de risico’s van het missen van doelen, reputatieschade en onverwachte kosten voor aanvullende emissiereducties te beperken.

Het opstellen van een realistisch klimaattransitieplan is complex. De emissies van bedrijven zijn vaak afhankelijk van andere actoren in de waardeketen, waardoor aannames onvermijdelijk zijn bij het schatten van emissiereducties en de benodigde financiering. EY analyseerde recente Europese klimaattransitieplannen en de onderliggende data. Wij constateren dat de meeste huidige plannen onvoldoende realistisch zijn, omdat ze uitgaan van te optimistische aannames, een financiële onderbouwing missen en geen inzicht bieden in de onzekerheden rond emissiereducties.

Meer realistische transitieplannen identificeren afhankelijkheden en gebruiken scenarioanalyses om bandbreedtes voor emissiereducties en kosten te bepalen. Zo kunnen bedrijven tijdig corrigerende maatregelen nemen wanneer de huidige inspanningen tekortschieten. Naarmate doelen dichterbij komen, helpt deze aanpak onverwachte kosten voor aanvullende emissiereducties en reputatieschade door het missen van doelen te voorkomen.

Sectie 1 van dit artikel presenteert de bevindingen van EY over recente klimaattransitieplannen. Sectie 2 bevat onze aanbevelingen en stelt een methode voor om de geloofwaardigheid en weerbaarheid van deze plannen te verbeteren.


Luchtfoto van een brug over een vlechtende rivier
1

Sectie 1

De huidige aanpak

EY’s bevindingen over bestaande transitieplannen


Belangrijke termen

  • Emissiereductiemaatregelen zijn acties die de uitstoot van broeikasgassen verminderen.
  • Emissiereductieroute is de set van maatregelen waarmee een bedrijf verwacht de emissiedoelen te halen


De onderstaande afbeelding toont een emissiereductieroute zoals die doorgaans wordt opgenomen in een klimaattransitieplan, meestal weergegeven in de vorm van een watervaldiagram. Aan de linkerkant begint het diagram met de huidige emissies, gevolgd door een toename als gevolg van de verwachte business-as-usual (BAU)-groei tot 2050. Vervolgens wordt het effect weergegeven van emissiereductiemaatregelen binnen de eigen bedrijfsactiviteiten, aangevuld met extra reducties door veranderingen in de waardeketen. De grijze balk aan de rechterkant staat ten slotte voor het emissiedoel van Net Zero in 2050.

Watervaldiagram met maatregelen voor emissiereductie

Watervaldiagram met maatregelen voor emissiereductie

Bevinding I: optimistische aannames achter emissiereductiemaatregelen

Het inschatten van de emissiereductie van maatregelen is gebaseerd op projecties en hangt daardoor vaak sterk af van aannames over de ontwikkeling van externe factoren. Veel van deze factoren liggen bovendien buiten de invloedssfeer van een bedrijf, zoals:

  • Fysieke factoren: de toekomstige beschikbaarheid van groene technologie (zoals groene elektriciteits- of waterstofnetwerken), grondstoffen (zoals secundaire materialen, groen staal of koolstofarme meststoffen) en gekwalificeerd personeel (bijvoorbeeld voor de installatie van emissiearme apparatuur of het onderhoud van elektrische voertuigen);
  • Niet-fysieke factoren: toekomstige marktfactoren (zoals prijzen van groene energie of kapitaalkosten voor financiering), de regelgevende context (zoals CO₂-beprijzing, subsidies of vergunningprocedures) en consumentengedrag (zoals de bereidheid om consumptie te verminderen of een groene premie te betalen).

EY constateert dat de aannames achter emissiereductiemaatregelen vaak te optimistisch zijn. Dit betekent dat, naarmate doelen dichterbij komen, bedrijven mogelijk moeten compenseren voor lager dan verwachte emissiereducties — bijvoorbeeld door aanvullende maatregelen te nemen of extra middelen te investeren in bestaande maatregelen. Huidige transitieplannen kunnen bedrijven daardoor blootstellen aan aanzienlijke risico’s, zoals onverwachte emissiereductiekosten, reputatieschade en mogelijke juridische aansprakelijkheid bij het niet behalen van emissiedoelstellingen.



Uit analyse van EY blijkt dat bedrijven in 2050 mogelijk tot wel drie keer meer uitstoten dan nu wordt gesteld.



Eén voorbeeld van een emissiereductiemaatregel waarin vaak optimistische aannames worden gehanteerd, is de vergroening van het elektriciteitsnet in de waardeketen (bijvoorbeeld scope 3, categorie 3.11). Deze maatregel wordt doorgaans gemodelleerd op basis van prognoses van het International Energy Agency (IEA). Veel bedrijven gaan ervan uit dat elektriciteitsnetten zullen vergroenen volgens het Announced Pledges Scenario (APS) van het IEA. Dit scenario omvat recente, grooschalige nationale aankondigingen over vergroening van eletriciteitsnetten, ongeacht of deze aankondigingen daadwerkelijk zijn vastgelegd in wet- of regelgeving.iii Zonder het belang van een snellere voortgang richting Net Zero ter discussie te stellen, acht EY de waarschijnlijkheid van dit scenario relatief laag, omdat het uitgaat van een tempo van netvergroening dat aanzienlijk hoger ligt dan wat door de huidige feiten wordt ondersteund.iv Een waarschijnlijker scenario is het Stated Policies Scenario (STEPS) van het IEA, dat uitsluitend rekening houdt met aankondigingen die ook worden ondersteund door bestaand of beleid dat in ontwikkeling is.v

Het vervangen van het ene scenario door het andere kan grote gevolgen hebben voor de verwachte emissiereducties. Wanneer we het APS-scenario vervangen door het minder optimistische STEPS-scenario, blijkt uit analyse van EY dat bedrijven in 2050 mogelijk tot drie keer meer uitstoten dan momenteel wordt aangenomen.vi Dergelijke verschillen brengen aanzienlijke en onverwachte emissiereductiekosten met zich mee, evenals reputatie- en mogelijke juridische en handhavingsrisico’s.vii



Huidige transitieplannen kunnen bedrijven blootstellen aan aanzienlijke risico’s, zoals onverwachte emissiereductiekosten, reputatieschade en mogelijke juridische aansprakelijkheid bij het missen van doelen.



Bevinding II: geen rapportage van financiële onderbouwing

Onze tweede bevinding betreft het gebrek aan transparantie over de kapitaal- en operationele uitgaven die nodig zijn voor het implementeren van emissiereductiemaatregelen. Hoewel deze maatregelen op de lange termijn winstgevend kunnen zijn, vereisen ze vaak initiële investeringen in technologie en infrastructuur, naast doorlopende energie- en onderhoudskosten. Veel huidige transitieplannen geven geen prognoses van deze uitgaven.

Zonder financiële onderbouwing van emissiereductiemaatregelen kunnen belanghebbenden niet beoordelen of klimaattransitieplannen financieel haalbaar zijn. Het ontbreken van gedegen schattingen van de financiële gevolgen bemoeilijkt voor zowel interne besluitvormers als externe stakeholders een realistische beoordeling van de uitvoerbaarheid van een transitieplan.

Bevinding III: emissiereducties van maatregelen worden als vaste waarden gepresenteerd

Transitieplannen tonen de geschatte emissiereducties van maatregelen vaak als vaste getallen in watervaldiagrammen, zonder de onzekerheid achter deze cijfers te erkennen. In werkelijkheid is het reductiepotentieel van deze maatregelen onzeker en sterk afhankelijk van factoren buiten de invloedsfeer van het bedrijf. Voor elke emissiereductiemaatregel zijn de gerapporteerde emissiereducties gebaseerd op aannames over hoe deze factoren zich zullen ontwikkelen. Omdat de werkelijkheid onvermijdelijk zal afwijken van deze aannames, is het vrijwel zeker dat geen enkele maatregel precies de gemodelleerde emissiereductie zal opleveren; sommige zullen zelfs aanzienlijk verschillen. Transparantie over deze onzekerheid is van groot belang, zowel voor externe als interne stakeholders:

  1. Externe lezers, zoals investeerders en overheidsinstanties, hebben inzicht nodig in de beperkingen en onderliggende aannames achter bedrijfsprognoses;

  2. Interne leidinggevenden moeten de onzekerheden en aannames in deze modellen begrijpen, aangezien deze de basis vormen voor investeringsbeslissingen en strategische keuzes.

Het visueel communiceren van geprojecteerde emissiereducties als vaste cijfers in watervaldiagrammen dient niet het doel van de betrokken stakeholders.



Luchtfoto van verhoogde bergweg met tunnel
2

Sectie 2

Een meer toekomstbestendige methode

EY’s aanbevelingen voor meer realistische klimaattransitieplannen

Als reactie op de tekortkomingen in huidige klimaattransitieplannen komt EY met een alternatieve methode voor het opstellen van meer realistische en weerbare transitieplannen. Deze aanpak combineert scenarioanalyse en risicomanagementprincipes met de aanbevelingen en vereisten uit toonaangevende raamwerken zoals de Transition Plan Taskforce (TPT) en de CSRD.

De kern van deze aanpak ligt bij de externe factoren die emissiereductiemaatregelen beïnvloeden, en bij het opstellen van verschillende scenario’s voor elke maatregel. Door de emissiereducties en de bijbehorende financiële impact over meerdere scenario’s kwantitatief in kaart te brengen, kunnen bedrijven beter de risico’s beheersen wanneer emissiereductiemaatregelen minder CO₂-reductie opleveren dan verwacht.

De onderstaande afbeelding biedt een visuele weergave van deze methode, in de vorm van een scenario-gebaseerd watervaldiagram. Elke emissiereductiemaatregel wordt weergegeven met gekleurde balken die de emissiereducties onder verschillende scenario’s tonen. Een stippellijn geeft het scenario aan dat per maatregel is geselecteerd. Deze lijn leidt naar een geprojecteerd niveau van overgebleven emissies in het doeljaar, dat op, boven of onder het Net Zero-doel kan liggen. De lichtgrijze schaduw achter de waterval toont de totale bandbreedte van emissiereducties tussen de scenario’s van alle maatregelen. De lichtrode balk aan de rechterkant laat het aanzienlijke verschil zien ten opzichte van het doel in 2050, gebaseerd op de totale spreiding van de verschillende scenario’s.

Watervaldiagram met maatregelen voor emissiereductie gebaseerd op scenario’s

Watervaldiagram met maatregelen voor emissiereductie gebaseerd op scenario’s

De aanpak biedt bedrijven een gestructureerde methode om realistische transitieplannen te ontwikkelen die relevant blijven wanneer omstandigheden veranderen.

A. Bepalen van de emissiereductie per scenario begint met het identificeren van de belangrijkste externe factoren die elke emissiereductiemaatregel beïnvloeden — zoals het succes van nationale plannen voor vergroening van elektriciteitsnetten, verbeteringen in brandstofefficiëntie of herwinning van grondstoffen aan het einde van hun levensduur. Deze factoren worden vervolgens gecombineerd in verschillende scenario’s, gebruikmakend van locatie-specifieke gegevens die gekoppeld zijn aan de activa, leveranciers en klanten van het bedrijf. Dit vergroot de kans dat de scenario’s aansluiten bij lokale omstandigheden in plaats van bij mondiale gemiddelden.i,ii Vervolgens worden de emissiereductie en de financiële impact van elke maatregel kwantitatief bepaald voor elk scenario. Dit resulteert in een reeks emissiereductiemaatregelen met verschillende reductie- en kostenprofielen per scenario. Op basis hiervan kan het bedrijf per maatregel een scenario selecteren dat samen een geloofwaardige route naar de emissiedoelen vormt.

B. Selecteren van het voorkeurscenario per maatregel is doorgaans gebaseerd op een beoordeling van de waarschijnlijkheid van het scenario, de kosten per vermeden ton CO2 en de risicobereidheid van het bedrijf. Voor maatregelen waar het bedrijf meer controle over heeft, zoals het overschakelen op schone brandstoffen in eigen operaties, kunnen bedrijven meer optimistische scenario’s kiezen met hogere emissiereducties. Voor maatregelen buiten de controle van het bedrijf, zoals vergroening van het elektriciteitsnet, wordt doorgaans een conservatiever scenario geselecteerd.



Door bedrijven in staat te stellen zich voor te bereiden op onvoorziene omstandigheden, verkleint een scenario-gebaseerde aanpak het risico op onverwachte kosten, reputatieschade en schendingen van regelgeving.



Onze scenario-gebaseerde aanpak verbetert traditionele transitieplanning op meerdere manieren:

  1. Het help bedrijven om beter te anticiperen op risico’s van minder presterende maatregelen. Scenarioanalyse toont de spreiding van mogelijke uitkomsten en bereidt bedrijven voor om tijdig aanvullende emissiereductiemaatregelen te nemen. Voor maatregelen die grotendeels binnen de directe invloedssfeer van het bedrijf liggen kan dit betekenen dat extra wordt geïnvesteerd om het potentieel voor broeikasgasreductie te maximaliseren. Bijvoorbeeld door alle voertuigen te vervangen door elektrische voertuigen in plaats van te vertrouwen op biobrandstoffen. Voor maatregelen buiten de controle van het bedrijf, zoals netvergroening, laten de scenario’s zien welke middelen nodig zijn om elders te compenseren. Als elektriciteitsnetten trager vergroenen dan verwacht, helpt het verschil in emissiereducties tussen de STEPS- en APS-scenario’s bedrijven om de extra investeringen te schatten in bijvoorbeeld het energie-efficiënter maken van producten of het helpen van grote klanten met inkopen van groene stroom. Door bedrijven voor te bereiden op dergelijke onvoorziene omstandigheden, verkleint een scenario-gebaseerde aanpak uiteindelijk het risico op onverwachte kosten, reputatieschade en schendingen van regelgeving.

  2. Het houdt emissie- en kostenramingen actueel. Transitieplannen blijven alleen relevant wanneer ze regelmatig worden getoetst aan geactualiseerde scenario’s.viii Door de factoren te bepalen die de prestaties en kosten van emissiereductiemaatregelen beïnvloeden, kunnen bedrijven periodiek de bijbehorende aannames en scenario’s bijwerken. Dit biedt inzichten om de inzet van middelen te optimaliseren om doelen te behalen en risicobeperkende strategieën voor minder presterende maatregelen opnieuw te beoordelen.

  3. Het vergroot de transparantie over onzekerheid. Gekwantificeerde bandbreedtes voor emissies en kosten helpen leidinggevenden om onzekerheid beter mee te nemen in strategische keuzes en budgettoewijzingen, terwijl investeerders en toezichthouders beter inzicht krijgen in de beperkingen en aannames die ten grondslag liggen aan de emissiereductie projecties.

EY ondersteunt veel organisaties bij het ontwikkelen van klimaattransitieplannen. Bij het modelleren van emissiereductiemaatregelen hanteren wij vijf kernprincipes om hun geloofwaardigheid te waarborgen.

  1. Bepaal de belangrijkste externe factoren die elke emissiereductiemaatregel beïnvloeden. Ontwikkel vervolgens locatie-specifieke projecties van hoe deze factoren zich kunnen ontwikkelen.
  2. Kwantificeer de impact van elk scenario op emissiereducties en op CapEx en OpEx.
  3. Selecteer per maatregel het meest geschikte scenario voor opname in de algehele emissiereductieroute, waarbij de geloofwaardigheid van emissiereducties, financiële impact en risicobereidheid worden afgewogen.
  4. Stel tussentijdse doelstellingen vast om de voortgang te monitoren en tijdig corrigerende acties te kunnen nemen.
  5. Bepaal mitigerende maatregelen voor het geval emissiereductiemaatregelen minder presteren van gedacht. 

Wilt u meer weten over hoe EY uw organisatie kan ondersteunen bij het ontwikkelen van een realistisch klimaattransitieplan, neem dan contact op met Taco Bosman.


Tobias Winter, Laurens Huisman en Jet Rutten, consultants Climate Change & Sustainability Services, hebben bijgedragen aan de analyse van het artikel.



Samenvatting

EY heeft recente klimaattransitieplannen geanalyseerd. We hebben geconstateerd dat de huidige plannen onrealistisch zijn vanwege te optimistische aannames en een gebrek aan transparantie. In dit artikel pleiten we voor het gebruik van scenarioanalyses om bandbreedtes voor emissies en financieringsramingen te ontwikkelen, om zo de geloofwaardigheid te vergroten.


Over dit artikel

Lees ook

Vertrouwen als kompas: hoe bepaal je koers in een wereld vol onzekerheid?

Digitalisering, AI, verduurzaming en geopolitieke spanningen zetten leiderschap onder druk. Hoe bepaal je koers als bijna niets meer zeker is?

Toekomst van de Nederlandse energietransitie: koersvastheid en keuzes

Zonder koersvast beleid en samenwerking dreigt Nederland achter te raken in de energietransitie, waarschuwen industrie en politiek.

CSRD/ESRS: Wat het eerste jaar ons leert over duurzaamheidsrapportage

Leer hoe CSRD en ESRS duurzaamheidsrapportage transformeren tot strategisch voordeel. Tips over ESG-integratie, governance en materialiteit.

Anke Laan + 2