Invaren of niet, that’s the question. In een rondetafelgesprek onder leiding van Inge Renes (HVG Law) horen we de visie van Gerwin de Weert, Theo Engelsma (beiden TKP Pensioen), Stef Vermeulen, Jeroen Hermsen (beiden PGGM) en Tim Burggraaf (EY). “Dit is een unieke kans om met een schone lei te beginnen.”
Voor pensioenuitvoerders PGGM en TKP Pensioen is de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel een dossier waar al geruime tijd over nagedacht wordt. Ze vliegen de transitie niet alleen beleidsmatig, maar ook uitvoeringstechnisch aan. We zijn benieuwd naar het invaarvraagstuk. Zijn er nog twijfels of is invaren eigenlijk een no-brainer?
Vermeulen: “Ik denk dat wij voor onze fondsen inderdaad gaan invaren. De wet geeft naar mijn mening voldoende instrumenten om bij de verschillende dekkingsgraden en afspraken door sociale partners tot een evenwichtige uitkomst te komen.”
De Weert: “De Wet toekomst pensioenen (Wtp) geeft onze klanten een heel palet aan keuzes. Alles is uiteraard mogelijk, maar wij hebben een basispropositie gedefinieerd. Daarvan is invaren een onderdeel. Wij gaan ervan uit dat onze klanten daarvan niet afwijken.”
Burggraaf: “Ik sprak onlangs pensioenfondsbesturen en ik schrok ervan dat sommige bestuurders zo beducht zijn voor de juridische risico’s. Die achten ze zeker aanwezig. Daarom twijfelen ze of ze wel moeten invaren. Herkennen jullie dat?”
Vermeulen: “Wel als het gaat om het juridische risico als een aspect dat onze fondsen meewegen in de besluitvorming. Het is een belangrijk risico om scherp in beeld te brengen, maar ik verwacht niet dat het voor onze fondsen aanleiding is om niet in te varen.”
Engelsma: “Als je niet invaart, krijg je te maken met meerdere regelingen waardoor de complexiteit verder toeneemt. Alleen al omdat je voor je klant een dubbele administratie moet voeren en een dubbele communicatiestroom hebt.”