6 minuten leestijd 24 augustus 2022
Cabinet Budget

Durft het kabinet op Prinsjesdag grote fiscale klimaatstappen te zetten?

Door Veerle Drok

EY Nederland Sustainability & Tax Senior Consultant Global Trade

Building a Better Working World door het optimaal adviseren van milieubelastingen in business cases.

6 minuten leestijd 24 augustus 2022

Er is inmiddels een lappendeken aan nieuwe belastingen ingevoerd onder de noemer van milieu en klimaat. Hoeveel komt daar in 2023 nog bij?

In het kort:

  • Onder de noemer milieubelastingen zijn de laatste jaren tal van nieuwe belastingen in het leven geroepen.
  • Naar verwachting presenteert het kabinet op Prinsjesdag veel aanscherpingen op dit gebied.
  • Het is afwachten hoe groot de fiscale vergroeningsstap uiteindelijk zal zijn, gezien de vele klimaatdoelstellingen.

Vanuit de slogan ‘omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ moeten de geesten in Nederland rijp worden gemaakt voor de toekomst. Het coalitieakkoord wil dit klimaatneutraal, fossielvrij en circulair doen. Aan de hand van schone energievoorziening, groene industriepolitiek en een verhoogde opgave voor CO2-reductie van 60% in 2030 ten opzichte van 1990. Staatssecretaris van Financiën Van Rij stelt dat de aangescherpte klimaatdoelstellingen mede gerealiseerd kunnen worden met het belangrijke instrument fiscaliteit. De fiscaliteit als instrument in het klimaatbeleid bestaat uit de mix subsidiëren, normeren en beprijzen. Dat komt in de kern neer op het geven van de juiste prikkels zodat het gedrag van de maatschappij verandert in de gewenste richting. Tot zover de theorie. 

59% van de lezers van ons wekelijkse EY fiscaal nieuws is van mening dat klimaatbeleid ook via de fiscaliteit moet worden geregeld. 41% is het hiermee oneens. Deze verhouding geeft goed weer welke mogelijke wensen en frustraties milieubelastingen met zich mee brengen. De naam schept in eerste instantie het beeld dat negatieve gevolgen voor het milieu worden belast. De praktijk pakt soms (on)bedoeld anders uit.

Een lappendeken aan nieuwe belastingen

Onder de noemer milieubelastingen zijn de laatste jaren tal van nieuwe belastingen in het leven geroepen. Die lappendeken aan nieuwe belastingen is op alle niveaus zichtbaar. Op nationaal niveau zijn dat alleen al onder meer de CO2-heffing industrie en een minimum CO2-prijs voor elektriciteitsopwekking. Daarnaast is de vliegbelasting terug van weggeweest. Op Europees niveau wordt de lappendeken verder uitgerold met onder meer een plastic packaging levy en een CO2-grensheffing (CBAM). Naar verwachting presenteert het kabinet op Prinsjesdag veel aanscherpingen op het gebied van de milieubelastingen. We lichten er een aantal uit.

Verhoging vliegbelasting

Als onderdeel van de fiscale vergroening geldt sinds 2021 een belastingheffing van 7,947 euro per passagier die vanaf een luchthaven in Nederland vertrekt. Deze vliegticketbelasting moet de samenleving ertoe aanzetten meer te betalen voor vervuilende keuzes. De opbrengst komt jaarlijks neer op 200 miljoen euro. Per 2023 moet de vliegbelasting jaarlijks 400 miljoen gaan opbrengen. Naar verwachting wordt hiervoor enkel aan de tariefknop gedraaid. De opbrengst stroomt naar de algemene staatskas, maar het streven is om een gedeelte aan te wenden voor de verduurzaming van de luchtvaart en vermindering van leefomgevingseffecten. Hoe groot dat gedeelte is, is de grote vraag. Met een ‘beprijzing’ van een vliegticket is het immers maar de vraag of de gewenste sturende en milieu-effecten worden bereikt.

Aanpassing energiebelasting

De energiebelasting gaat de komende jaren flink op de schop. Op Europees niveau gaat een grootschalige herziening van de Energierichtlijn onder meer zorgen voor een verhoging van de minimum belastingtarieven, afschaffing van bepaalde vrijstellingen en minder belastingprivileges voor de maritieme en de luchtvaartsector. Als voorbode hiervan wijzigt in Nederland de huidige tariefstructuur al voor een groot deel. Nu heeft Nederland nog een degressief schrijvenstelsel. Dat houdt in dat je de facto minder betaalt naarmate je meer verbruikt. Hier komt verandering in. Om de degressiviteit te dempen gaat de eerste schijf voor aardgas omhoog, maar die voor elektriciteit omlaag. Naar verwachting komt er ook een verhoging van de belastingvermindering en een verlaging van de elektriciteitstarieven in de tweede en derde schrijf. De herzieningen op Europees en nationaal niveau dienen het doel dat de maatschappij bewust energie verbruikt en bij voorkeur minder ervan verbruikt. Zoals het coalitieakkoord stelt is ‘de beste energie bespaarde energie’. Ook goede energie is de stap van aardgas naar (hernieuwbare) elektriciteit.

Integratie Opslag Duurzame Energie (ODE) en klimaattransitie

Naast de energiebelasting wordt sinds 2013 ook de Opslag Duurzame Energie (ODE) geheven, met als doel om de subsidieregeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE) te bekostigen. De ODE is doorgaans slechts bekend als een extra regel op de energienota. Qua systematiek volgt de ODE de regels van de energiebelasting en komen beide belastingen – op paar kleine verschillen na – overeen. Sinds 2022 is de koppeling met de SDE losgelaten en vanaf 2023 zal de ODE langzaam worden geïntegreerd in de energiebelasting (EB). Dat is een logische vereenvoudigingsstap, want na ontkoppeling is er geen bestaansrecht meer voor twee separate nagenoeg identieke belastingen.

Aanscherping van CO2-beprijzing

Een ander deels klimaatgedreven instrument is de CO2-heffing industrie. Vanaf 2021 kent Nederland deze nationale vorm van CO2-beprijzing met als doel dat de industrie haar emissiereductiedoelstelling van het klimaatakkoord – te weten reductie van 14,3 Mton broeikasgassen in 2030 ten opzichte van 1990 - behaalt. Dit vanuit de gedachte ‘druk er een prijs op en de industrie gaat op zoek naar duurzamere alternatieven’.

De heffing belast enkel de overtollige uitstoot. Kort gezegd: uitstoot minus vrijgestelde uitstoot (in de vorm van dispensatierechten), waarbij het tarief verminderd wordt met de termijnkoers van het Europese Emissiehandelssysteem EU ETS. In de twee jaar dat deze heffing bestaat is er geen opbrengst voor de staatskas gekomen. De oorzaken liggen in onder meer de toekenning van meer dispensatierechten als gevolg van de coronacrisis en de stijging van de EU ETS prijs.

Nu gaat de emissiereductiedoelstelling met nog extra 4 Mton omhoog. Om dit te realiseren wordt per 2023 de versnelling van de afbouw van het aantal dispensatierechten voor de CO2-heffing ingezet. Eerder zinspeelde het coalitieakkoord nog op aanpassing van het tarief, maar uit de fiscale beleids-en uitvoeringsagenda blijkt dat Van Rij eerst in 2023 een tariefstudie door het PBL laat uitvoeren voordat een aanscherping van de CO2-beprijzing zal plaatsvinden. De tijd zal leren of slechts de versnelde afbouw van dispensatierechten afdoende is om de aangescherpte reductiedoelstelling te behalen.

Een kleine fiscale stap of toch grotere stappen

Aan klimaatdoelstellingen voor een toekomstig Nederland geen gebrek. In de gereedschapskist ligt de fiscaliteit klaar om de fiscale vergroeningsstap te maken. Met Prinsjesdag weten we officieel of we dan in 2023 een kleine fiscale stap zetten of dat het kabinet toch grotere stappen durft te zetten om de kans op het behalen van de klimaatdoelstellingen te vergroten.

Webinar Prinsjesdag 2022

Tijdens een interactief live webinar praten onze EY specialisten je traditiegetrouw de dag na Prinsjesdag bij over de fiscale consequenties.

Registreren

Samenvatting

Fiscaliteit is voor het kabinet een belangrijk instrument om de in het coalitietakkoord aangescherpte klimaatdoelstellingen te bereiken. Zo zijn er de afgelopen jaren al tal van nieuwe milieubelastingen doorgevoerd. Op Prinsjesdag weten we officieel of het kabinet een klein fiscaal stapje zet op dit gebied, of dat het toch grotere stappen durft te zetten.

Over dit artikel

Door Veerle Drok

EY Nederland Sustainability & Tax Senior Consultant Global Trade

Building a Better Working World door het optimaal adviseren van milieubelastingen in business cases.