Heintje Davids ofwel: het voorstel tot afschaffing/versobering van de giftenaftrek

Lokale contactpersoon

EY Nederland

26 mei 2020
Onderwerp Tax updates

In een groot aantal lijvige stukken hebben ambtenaren 169 beleidsopties (bouwstenen) aangeleverd om het belastingstelsel te verbeteren en te vereenvoudigen. Alles is keurig geschematiseerd opgenomen in een fichebundel. Voor alle Goede Doelen en hun donateurs zijn de fiches 13 en 167 tot en met 169 van belang, variërend van afschaffing tot versobering van de giftenaftrek. Hieronder volgen de beleidsopties en in de kanttekening wordt ook de relatie met Heintje Davids toegelicht.

Afschaffing giftenaftrek

De meest vérgaande beleidsoptie is ook de meest simpele: afschaffing van de giftenaftrek zowel in de inkomstenbelasting als in de vennootschapsbelasting (fiche 168). De opstellers motiveren de afschaffing vanuit het oogpunt van vereenvoudiging, en omdat de giftenaftrek niet efficiënt zou zijn en vaak foutief/frauduleus wordt gebruikt. Bovendien wordt gesteld dat uit onderzoek blijkt dat de giftenaftrek voor ca 50% niet ertoe leidt dat donateurs meer schenken. De maatregel leidt tot een opbrengst van € 386 miljoen.

Afschaffing multiplier

Voor giften aan culturele instellingen geldt zowel in de inkomstenbelasting als in de vennootschapsbelasting een verhoging van de giftenaftrek met een factor (multiplier) van respectievelijk 1,25 (maximum € 1.250) en 1,5 (maximum € 2.500). Deze faciliteit was tijdelijk van 2012 tot 2018, is vanaf 2018 structureel geworden en beoogt giften aan culturele instellingen te bevorderen.

De afschaffing wordt voorgesteld omdat de multiplier niet doelmatig is en ter vereenvoudiging (fiche 168). Men verwacht een budgettaire opbrengst van € 6 miljoen.

Periodieke gift nog maar beperkt aftrekbaar

Periodieke giften zijn giften in de vorm van vaste en gelijkmatige uitkeringen die uiterlijk eindigen bij overlijden, aangegaan voor een periode van tenminste vijf jaar en vastgelegd in een akte van schenking. Deze giften zijn nu geheel aftrekbaar in voor de inkomstenbelasting. Andere giften zijn daarentegen slechts aftrekbaar voor zover zij meer bedragen dan 1% van het verzamelinkomen en minder dan 10% van het verzamelinkomen. De wetgever maakt sinds 1984 dit onderscheid om de aftrek van periodieke giften te stimuleren omdat deze giften van groter belang zijn dan andere giften; zij betekenen immers een vaste inkomensstroom voor de instellingen en verenigingen.

In fiche 169 wordt voorgesteld om dit onderscheid te laten vervallen door ook voor de periodieke giften slechts de beperkte aftrek toe te staan. De motivering voor dit voorstel is vooral complexiteitsreductie (vereenvoudiging). De opbrengst wordt geschat op € 55 miljoen. Daarbij wordt opgemerkt dat de opbrengst hoger kan uitvallen, omdat naar verwachting mensen ten gevolge van deze maatregel minder periodieke giften zullen doen.

Omzetten van giftenaftrek in heffingskorting

Een beetje verstopt wordt in fiche 13 voorgesteld om de giftenaftrek te vervangen door een heffingskorting. Hiermee beogen de opstellers de waarde van de aftrekpost voor alle inkomens gelijk te stellen. Ook de doorwerking van de giftenaftrek op de toeslagen wordt daarmee beëindigd. Deze maatregel zou € 2,2 miljard opleveren.

Enkele kanttekeningen

Het voorstel tot afschaffing van de giftenaftrek is net Heintje Davids: het blijft maar terugkomen. Nu ook weer, terwijl politieke partijen en het kabinet in 2018 nog hebben uitgesproken de giftenaftrek willen handhaven en er in 2019 nog voorstellen zijn gedaan tot verbetering van de giftenaftrek.

Ik zou menen dat foutief gebruik kan worden beperkt door de voorgenomen invoering van het slimme invulscherm en dat door renseignering van giften fraude kan worden voorkomen. En als ik het goed zie blijkt uit het aangehaalde onderzoek ook dat de giftenaftrek voor circa 50% wel leidt tot meer schenkingen van donateurs, dus het is maar net waar je de nadruk op legt.

De multiplier voor giften aan culturele instellingen is nog nauwelijks structureel gemaakt of er wordt alweer afschaffing voorgesteld. Ik vermoed dat deze maatregel niet snel zal worden ingevoerd omdat de cultuursector zeer zwaar getroffen is door het Coronavirus. Daar kon men in de bouwstenenrapporten overigens nog geen rekening mee houden.

Afschaffing van de volledige aftrekbaarheid van de periodieke gift is een droevige maatregel met een droevige motivering, geheel tegen de wensen in van de parlementen sinds 1984 tot nu toe. Het lijkt erop dat hier bewust wordt aangestuurd op vermindering van periodieke giften aan Goede Doelen (en verenigingen). Dat daarbovenop nog wordt opgemerkt door de opstellers dat overgangsrecht voor bestaande periodieke giften kan worden overwogen, maakt deze maatregel nog droeviger.

Voor de omzetting van giftenaftrek in een heffingskorting kan ik begrip opbrengen. Het nadeel voor de donateurs is echter dat een heffingskorting niet – zoals een aftrekpost- kan worden doorgeschoven naar volgende jaren. Dat laatste is uiteraard niet bepaald een stimulans voor grote donateurs.

De beleidsopties zullen ongetwijfeld tot verhitte discussies in de politiek leiden, waarbij eenieder de punten eruit zal pikken die in zijn of haar ideologische straatje passen. Het kan nog wel een tijdje duren voordat (een deel van) deze voorstellen in wet vertaald worden.

Donateurs van periodieke giften raad ik aan om als beëindigingsgrond voor hun verplichting mede op te nemen een wetswijziging in de aftrekbaarheid. Dan worden zij in ieder geval niet ineens opgezadeld met een hogere last dan verwacht bij het aangaan van de verplichting.

Door Sabine de Wijkerslooth-Lhoëst